Turkije: mensen met beperking worden genegeerd bij humanitaire hulp na aardbevingen
Mensen met beperkingen die nu wonen in opvangkampen na de verwoestende aardbevingen in Turkije, krijgen niet de juiste hulp bij humanitaire acties na de ramp. Dat zegt Amnesty International vandaag in een nieuw rapport.
Het rapport ‘We all need dignity’: The exclusion of persons with disabilities in Türkiye’s earthquake response, laat zien hoe mensen met beperkingen nu leven op ontoereikende opvanglocaties. Hun waardigheid en hun recht op gezondheid worden ondermijnd door de acties van de autoriteiten en humanitaire organisaties in antwoord op de ramp.
Tijdens de krachtige aardbevingen in Turkije van februari 2023 kwamen meer dan 48.000 mensen om het leven en raakten meer dan 100.000 mensen gewond. Velen van hen verloren ledematen of kregen andere verwoningen die hun levens veranderden. Zo’n 3,3 miljoen mensen raakten ontheemd en ongeveer 2,3 miljoen mensen worden opgevangen in tentenkampen en containerwoningen. Volgens een onderzoek van de Turkse autoriteiten en de VN houdt 70 procent van de gewonde overlevenden van de aardbevingen beperkingen over aan de ramp.
‘De enorme ontbering die zoveel mensen moeten doorstaan in de nasleep van de aardbevingen is voor mensen met een beperking nog vele malen erger. Zij zijn na de ramp genegeerd bij humanitaire acties’, zegt Matthew Wells van Amnesty’s Crisis Programma.
‘Een “one size fits all”-benadering voor noodopvang sluit bepaalde voorwaarden voor mensen met beperkingen uit, en zorgt ervoor dat zij niet in waardigheid kunnen leven en geen goede toegang hebben tot hulpgoederen.’
‘De regering van Turkije en humanitaire organisaties, ook internationale donoren, moeten onmiddellijk actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp inclusief is voor alle overlevenden, ook voor mensen met beperkingen. Aan hun behoeften moet worden voldaan door het aanbieden van hoognodige specialistische hulp.’
Amnesty International erkent de grote omvang en ernst van de humanitaire crisis die is veroorzaakt door de aardbevingen, maar de rechten van mensen met beperkingen moeten worden gerespecteerd, onafhankelijk van de omvang van de crisis.
Het onderzoek van Amnesty International richtte zich met name op de volgende provincies in het zuiden van Turkije: Adiyaman, Gaziantep, Hatay en Kahramanmaras. In totaal werden 131 interviews afgenomen door Amnesty-onderzoekers in maart en april 2023. Zij interviewden overlevenden van de aardbevingen en documenteerden de ervaringen van 34 mensen met beperkingen (tien vrouwen, vijftien mannen en negen kinderen). Onder de geïnterviewden waren negentien mensen met verschillende beperkingen, 26 familieleden van mensen met beperkingen, en dertien hulpverleners die betrokken waren bij de ramp.
Ontoereikende condities bij opvanglocaties
Bij alle 21 locaties die Amnesty International bezocht, waren gezamenlijke sanitaire voorzieningen ontoegankelijk voor mensen met een beperkte mobiliteit of geen mobiliteit. Dit is een vaker voorkomend patroon dat hulpverleners ook bevestigen. Omdat mensen de toiletten niet kunnen bereiken zijn veel mensen met een beperking afhankelijk geworden van anderen en hulpmiddelen zoals luiers.
Een 48-jarige Syrische vluchtelinge die haar linkerbeen en deel van haar rechtervoet heeft moeten laten amputeren vanwege diabetes vertelde: ‘Ik kan geen gebruik maken van de gedeelde toiletten. Mijn familieleden moeten me helpen om van mijn rolstoel naar de toilet-stoel te gaan en dan moeten ze die legen en schoonmaken iedere keer nadat ik hem heb gebruikt… We hebben allemaal behoefte aan privacy en waardigheid, maar onder deze omstandigheden is dat heel moeilijk.’
Nurcan, een 32-jarige vrouw met een lichamelijke beperking die van familie afhankelijk is om haar naar de voorzieningen in het kamp te dragen zei: ‘Ik kan het toilet niet gebruiken. Ik kan niet douchen… Ik kan niet goed eten. Ik ben bang dat als ik hier eet zoals ik eerst at, ik naar het toilet gedragen moet worden.’
Een 13-jarig meisje dat haar been verloor bij de aardbeving, waarbij ook haar moeder om het leven kwam, sprak met Amnesty International over haar ervaring. Ze moet gedwongen luiers dragen, en is afhankelijk van haar 18-jarige zus om gewassen te worden. Haar zus zei: ‘Ze kan de toilet-stoel niet gebruiken omdat deze te onstabiel is en als ze valt zou het gevaarlijk zijn voor haar amputatiewond… Soms lijkt dit een nachtmerrie, maar dan realiseer ik me dat het de werkelijkheid is.’
Deze noodvoorzieningen voldoen niet aan mensenrechtenverplichtingen en ook niet aan de humanitaire principes van inclusiviteit en non-discriminatie. Vrijwel alle mensen met een beperking die Amnesty International interviewde – ook oudere mensen met beperkte mobiliteit – waren afhankelijk van familieleden, omdat ze niet zelf aan eten en andere hulp zoals hygiënische producten van distributiepunten konden komen.
Grote behoefte aan specialistische zorg
Amnesty International documenteerde ook een tekort aan hulpgoederen zoals rolstoelen, en een stop op specialistische zorg, zoals revalidatie.
Bahir Ghazi, 58 jaar, woont nu in een opvangkamp in Antakya. Hij heeft twee dochters van 22 en 32 jaar met lichamelijke beperkingen. Zij bezoeken twee keer per week een centrum voor rehabilitatie, maar het gebouw stortte tijdens de aardbeving in. En er is nog steeds geen alternatief.
De aardbevingen veroorzaakten massale onderbrekingen van gezondheidsdiensten, ook voor mensen met beperkingen, vanwege verwoesting of schade aan faciliteiten en de dood of verwondingen van personeel.
Amnesty International gaf ook aan dat er een grote behoefte is aan meer mentale en psychosociale hulp om bestaande en nieuwe behoeften te adresseren.
Fadime Cetin, 51 jaar, lijdt aan kanker en zorgt voor haar man die Alzheimer heeft en voor twee kinderen met beperkingen. Ze vertelde Amnesty International hoe haar gezin na vijf dagen onder het puin vandaan werd gehaald nadat hun drie verdiepingen tellende gebouw in de stad Kahramanmaras instortte. Daarbij kwamen verschillende familieleden om het leven.
Fadime maakt zich constant zorgen over de veiligheid van haar 17-jarige zoon, die een mentale beperking heeft. Ze zei: ‘soms grijpt hij de hoofddoeken van vrouwen… Als hij dit soort dingen doet, slaan mensen hem en beledigen ze hem.’ Soms loopt hij weg de straat op, vlakbij het kamp waar ze wonen en gaat dan tussen het verkeer op straat zitten. Daarom voelt ze zich gedwongen overdag een van zijn voeten vast te binden aan een houten blok buiten hun tent om zijn bewegingsvrijheid te beperken. Ze voegde toe: ‘In ons huis hoefden we hem niet vast te binden. Hij was thuis vrij.’
Melek, 35 jaar, woont op het moment met haar drie kinderen en familieleden in een tent in Narli buiten de stad Kahramanmaras. Ze beschrijft hoe haar 5-jarige dochter sinds de aardbeving symptomen heeft van stress. Zo praat ze in haar slaap. Melek zei: ‘Soms als ik haar wakker maak om naar het toilet te gaan, is het eerste wat ze me vraagt: “is er een aardbeving?”‘
Inclusieve hulpverlening nodig
Turkije heeft het Verdrag voor de Rechten van Mensen met Beperkingen ondertekent en moet daarom maatregelen nemen om alle mensenrechten en fundamentele vrijheden ook te promoten, beschermen en waarborgen voor mensen met beperkingen.
De autoriteiten van Turkije en hulpverleners moeten ervoor zorgen dat mensen met beperkingen en hun verzorgers worden ondersteund, onder meer door het toegankelijk maken van sanitaire voorzieningen en door het verbeteren van de hulpverlening.
‘Er zijn zeker fundamentele gebreken in de ondersteuning van mensen met beperkingen in de nasleep van de aardbevingen’, zegt Nils Muižnieks van Amnesty International. De effecten van deze humanitaire rampen zal men generaties lang blijven voelen. Het is van cruciaal belang dat mensen met beperkingen dezelfde toegang hebben tot faciliteiten en diensten.’
‘Internationale donoren moeten meer doen om de hulpverlening in Turkije te ondersteunen in deze enorme crisis. Ze moeten meer technische en financiële hulp bieden, zoals het onmiddellijk tegemoet komen aan de behoeften van mensen met beperkingen.’