President Tayyip Erdogan van Turkije heft noodtoestand op
© Adem Altan/AFP/Getty Images

Turkije: meer dan honderdduizend mensen ontslagen na couppoging

In minder dan een jaar tijd hebben de Turkse autoriteiten meer dan 100.000 ambtenaren ontslagen. De ontslaggolf volgde na de couppoging op 15 juli 2016 en trof artsen, politieagenten, docenten, academici en soldaten, die als ‘terroristen’ werden aangemerkt. Door het ontslag en andere beperkingen is voor velen een uitzichtloze situatie ontstaan.

In het Amnesty-rapport ‘No end in sight: Purged public sector workers denied future in Turkey’ zijn de ervaringen van 61 mensen opgetekend die in de publieke sector werkzaam waren. Hun carrière werd abrupt beëindigd en de het vinden van ander werk onmogelijk gemaakt. Omdat ze ook geen aanspraak mogen maken op sociale voorzieningen, zitten zij zonder inkomsten.

Reisverbod

De ontslagen ambtenaren zijn aangewezen op hun spaargeld, steun van vrienden en familie, werk in de informele sector of moeten zien rond te komen van een kleine toelage die hun vakbond hen geeft. Tegelijkertijd wordt het vinden van een nieuwe baan tegengewerkt. Ontslagen politieagenten en militairen bijvoorbeeld, is het verboden om vergelijkbaar werk te verrichten in de private sector.

Bovendien werden per decreet de paspoorten van ontslagen ambtenaren ongeldig gemaakt. Daardoor is werk zoeken in het buitenland uitgesloten.

‘Ze staan ons niet toe het land te verlaten, ze staan ons niet toe te werken, wat willen ze dan dat ik doe?’, vertelde een vrouw die werkte als hoge ambtenaar.

De ontslagen hebben ook grote gevolgen voor de familieleden. Een academicus: ‘Mijn zoon wilde niet naar school omdat hij daar gepest werd. Ze zeiden dat zijn moeder een terrorist en een verrader is.’

Bestrijding terrorisme?

Een aantal ontslagen – zoals die van soldaten die deelnamen aan de couppoging – is te rechtvaardigen. Maar de autoriteiten geven geen duidelijke criteria op basis waarvan mensen worden ontslagen en vermelden niet wat de individuele redenen van een ontslag zijn. Niemand van de mensen die Amnesty-medewerkers interviewden, kreeg uitleg over de reden van het ontslag, behalve dat er vermoedens waren van banden met terroristische groeperingen. Hierdoor kunnen de autoriteiten niet hard maken dat alle ontslagen nodig zijn om terrorisme tegen te gaan. Integendeel. Er zijn bewijzen dat op grote schaal gebruik is gemaakt van oneigenlijke motieven voor de zuiveringen. Een voormalige medewerkers van de regering vertelde: ‘Als iemand je uit het instituut wil laten verdwijnen, dan zeggen ze gewoon dat je een aanhanger van Gülen bent’.

‘100.000 mensen de toegang tot hun werk te ontzeggen staat gelijk aan het kapotmaken van een complete beroepsgroep en is duidelijk een onderdeel van de grotere politieke zuiveringsactie die is gericht op echte en vermeende politieke tegenstanders’, zegt Andrew Gardner, Amnesty’s onderzoeker in Turkije.

Decreten

Kort na de mislukte staatsgreep kondigde de Turkse regering de noodtoestand af om de bedreiging van de nationale veiligheid het hoofd te kunnen bieden en ‘terroristische organisaties te bestrijden’. De noodtoestand geeft de autoriteiten de macht om per decreet te regeren, waarbij er nauwelijks toezicht is van het parlement en de rechterlijke macht. De regering vaardigde veel decreten uit zoals het sluiten van tal van (non-gouvernementele) organisaties en massale ontslagen in de publieke sector.

Meer over dit onderwerp