Donald Trump
© Darcy Padilla/AgenceVU/HH

‘Trumps acties tegen mensenrechten zijn moeilijk bij te houden’

De eerste honderd dagen van Donald Trump als president kenmerkten zich door weinig respect voor mensenrechten. Hij versoepelde de regels om migranten de Verenigde Staten uit te zetten en voerde gemiddeld elke dag een drone-aanval uit. ‘De regering Trump heeft het script van een despoot geleend.’

New York – Het was de eerste keer dat Donald Trump over leven en dood besliste, vijf dagen na zijn inauguratie tot president van de VS. De Amerikaanse legertop wilde een elitekorps afsturen op het huis van een Al Qaida-leider in Jemen, en Trump moest groen licht daarvoor geven. Dat deed hij niet na een stevig debat in de Situation Room, maar tijdens een etentje in de woonvertrekken van het Witte Huis.

Naast de minister van Defensie en de hoogste militair zat zijn schoonzoon Jared Kushner erbij, net als zijn later gedegradeerde  adviseur Steve Bannon, die eerder een ultrarechtse website runde. De operatie ontaardde in een onverwacht hevig en chaotisch vuurgevecht, waarin een Amerikaanse militair en naar schatting 23 burgers de dood vonden, onder wie kinderen.

Het incident is tekenend voor de start van het presidentschap van Trump. In zijn eerste honderd dagen, traditioneel gezien een productieve periode die de toon zet voor een presidentschap, liet Trump herhaaldelijk blijken weinig belang te hechten aan mensenrechten. Zo vaak dat het overweldigend was, vond de hoofdredacteur van de Columbia Human Rights Law Review, Julia Sherman. ‘Het is moeilijk om alles waarmee de nieuwe regering mensenrechten bedreigt bij te houden, met elke dag vers nieuws over een schadelijk initiatief.’

‘Washington pretendeert niet langer dat de Verenigde Staten net zo denken als Europa’

Daarom maakte Sherman met studenten en docenten van de Columbia Law School in New York een online tool om (potentiële) mensenrechtenschendingen in kaart te brengen. De Trump Human Rights Tracker had op dag 70 van Trumps presidentschap 22 besluiten en acties als zodanig gedocumenteerd. Het inreisverbod voor burgers uit zeven, en later zes, islamitische landen, natuurlijk – het discrimineert, bedreigt de godsdienstvrijheid en ondermijnt het recht op onderwijs en een gezinsleven, vermelden Sherman en haar team. Maar er is veel meer.

Als de VS wapens verkopen aan Bahrein, bijvoorbeeld, hoeft Washington geen eisen meer te stellen aan de mensenrechtensituatie in het land. Dat besloot minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson eind maart. Zijn collega Jeff Sessions van Justitie gaf enkele weken daarvoor Texas de vrije hand om de regels voor verkiezingen zodanig te verscherpen dat leden van minderheidsgroepen minder vaak zullen gaan stemmen.

Dereguleringswoede

Trump breidde kort na zijn aantreden al de mogelijkheden uit om immigranten zonder de juiste papieren zonder tussenkomst van een rechter het land uit te zetten of op te sluiten – hoe lang ze ook al in de VS verbleven, met of zonder strafblad. ‘Middeleeuws’, noemt de Amerikaanse burgerrechtenorganisatie ACLU dat. Regels die voorkomen dat mijnbouwers hun giftig afval in oppervlaktewater dumpen zijn geschrapt. Brengt dit de watervoorziening in mijnbouwgebieden in gevaar? De regering-Trump stelt zich, in haar dereguleringswoede, de vraag niet eens.

‘Los van elkaar hebben al die dingen nog niet zoveel betekenis, maar het grotere plaatje is heel zorgwekkend’, concludeert Sarah Knuckey, een van de professoren die meewerkt aan de Trump Human Rights Tracker. En dan besteedt het team achter de tracker alleen nog aandacht aan bekende maatregelen en daadwerkelijk ingevoerd beleid. Retoriek over marteling van terreurverdachten – ‘het werkt, en zo niet, ze verdienen het’ – ontbreekt bijvoorbeeld. Dubieuze wetten die de staten aannemen, zijn evenmin meegeteld. Zoals de strengere regels voor demonstraties die negentien staten na de verkiezing van Trump introduceerden. Ze stellen dat de veiligheid dit vereist, maar mensenrechtenexperts spreken van ‘ondemocratische antiprotestwetten’ en onderzoekers van de VN van een ‘alarmerende’ trend. Een voorbeeld daarvan zijn de pogingen van Republikeinen die het hinderen van verkeer willen criminaliseren. In Missouri stellen de autoriteiten voor dit te bestraffen met maximaal zeven jaar cel.

Het goede nieuws: Amerikaanse instituties lijken te doen waarvoor ze in het leven zijn geroepen en bieden enige bescherming tegen de grillen van de president. Twee keer staken rechters een stokje voor het besluit geen burgers uit Iran, Syrië, Libië, Somalië, Sudan en Jemen meer toe te laten. En het Congres blokkeerde het zorgsysteem dat Trump in gedachten had, wat zou hebben geleid tot 24 miljoen extra onverzekerden in de komende tien jaar, die daardoor geen goede toegang hebben tot medische zorg.

Juiste voorspelling

Binnenslands mogen de handen van de president gebonden zijn omdat het Congres over de bankrekening gaat. Maar de rest van de wereld wordt minder goed beschermd. De vermaarde politicoloog Francis Fukuyama waarschuwde er op 27 maart voor op radiostation NPR. Als Trump het hard wil spelen, zal hij dat doen met iemand die niet Amerikaans is, voorspelde Fukuyama. ‘Trump zit bovenop ’s werelds grootste militair arsenaal. En daar, in het buitenland, is ruimte voor eenzijdige actie.’ Krap anderhalve week later kreeg Fukuyama gelijk, toen Trump zestig kruisraketten afvuurde op de Syrische luchtmachtbasis vanwaar de bommenwerpers met zenuwgas zouden zijn opgestegen naar de opstandige provincie Idlib.

In het Midden-Oosten en de hoorn van Afrika tekent zich langzaam Trumps oorlogsstrategie af: meer bommen, minder restricties voor het Amerikaanse leger. In de eerste 74 dagen na zijn inauguratie liet hij gemiddeld eenmaal per dag een drone-aanval uitvoeren, berekende drone-expert Micah Zenko van de Council on Foreign Relations. Ter vergelijking: Obama gaf in zijn regeerperiode elke 5,4 dagen toestemming voor zo’n aanval.

In delen van Somalië en Jemen heeft Trump de regels voor het strijdtoneel al versoepeld. Hij bestempelde enkele regio’s tot ‘gebieden van actieve vijandelijkheden’. Daardoor krijgen militaire commandanten meer ruimte om op eigen houtje beslissingen te nemen over luchtaanvallen, zonder dat het Witte Huis geraadpleegd hoeft te worden. Obama deed overigens hetzelfde in het gebied rond Sirte in Libië, waar hij luchtaanvallen op IS liet uitvoeren. Maar dat was voor een beperkte periode.

De procedures voor luchtaanvallen in Irak en Syrië zijn ook aangepast, zodat commandanten sneller kunnen handelen in de strijd tegen IS. Intussen wordt in Washington nagedacht over permanente versoepeling van de ‘rules of engagement’ waar het leger zich aan moet houden.

‘Trump zit bovenop ’s werelds grootste militair arsenaal. In het buitenland heeft hij ruimte voor eenzijdige actie’

Die benadering lijkt tot meer onschuldige slachtoffers te leiden. De afgelopen weken nam het aantal meldingen van burgerdoden door Amerikaanse luchtaanvallen ‘ongekend’ toe, volgens onderzoekscollectief Airwars.org. De stijging begon onder Obama, maar piekt sinds Trumps aantreden.

Het voorlopige dieptepunt kwam op 17 maart in Mosul, waar mogelijk tot tweehonderd mensen omkwamen bij een luchtaanval. De Amerikanen onderzoeken of IS hen als menselijk schild gebruikte, of mogelijk extra explosieven had aangebracht in het gebouw dat werd bestookt. Critici vermoeden roekeloosheid, zeker nadat The New York Times had bericht over de nonchalant overkomende aanloop naar de actie door elitetroepen in Jemen in januari.

Deels heeft de stijging van het aantal slachtoffers te maken met de aard van het conflict met IS. ‘Deze fase, met gevechten in dichtbevolkte wijken van Mosul, is de moeilijkste, met de grootste risico’s op burgerslachtoffers, ongeacht wie de leiding heeft’, waarschuwt Peter Feaver, die eerder als veiligheidsadviseur voor de presidenten Bill Clinton en George W. Bush werkte. ‘Zorgen over mensenrechten zijn er onder elke regering’, relativeert Sarah Knuckey, die met studenten mensenrechtenschendingen door onder meer het Amerikaanse leger onderzoekt.

Zo maakte Bush het bont met Guantánamo Bay en de mishandelingen door Amerikanen in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak, terwijl de drone-oorlog van Obama minder zichtbaar was, maar evengoed zeer omstreden. Maar waar Obama aan het einde van zijn presidentschap kleine stapjes zette richting meer verantwoording en transparantie in de oorlog tegen terrorisme, ziet Knuckey nu ‘een duidelijke verschuiving in de verkeerde richting’.

Voor ex-ambassadeur in Irak James F. Jeffrey is het duidelijk: ‘Deze mensen geven niets om burgerdoden, de VN, internationaal recht’, zegt hij telefonisch over de regering-Trump. Jeffrey, van 2010 tot 2012 ambassadeur onder Obama, vindt de veranderingen overigens positief: meer militair machtsvertoon zorgt in zijn ogen voor effectievere bestrijding van IS. ‘Trump pretendeert niet langer dat de VS net als Europa denkt.’

Eind maart kwamen de VS zelfs niet opdagen bij een zitting van de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie. Op de agenda stond een discussie over Trumps inreisverbod voor enkele islamitische landen ‘De regering-Trump heeft het script van een despoot geleend’, schreef The New York Times over de Amerikaanse boycot van de vergadering. Het zijn normaal gesproken landen als Venezuela en Cuba die wegblijven.

Rex Tillerson was ook niet aanwezig bij de presentatie van het jaarlijkse mensenrechtenrapport van zijn eigen ministerie. Een gezaghebbende rapportage waarvoor de mensenrechtensituatie in bijna tweehonderd landen in kaart is gebracht. Bij de presentatie benadrukt de minister meestal hoe belangrijk mensenrechten zijn; Tillersons afwezigheid is volgens velen een teken van desinteresse.

Buitenlandse Zaken zal toch al minder aandacht kunnen besteden aan het uitdragen van Amerikaanse vrijheidsidealen: het moet 37 procent bezuinigen op zijn begroting. Dat betekent minder middelen voor diplomatie en ontwikkeling, terwijl het leger er 10 procent bij krijgt.

Ommezwaai

Knuckey zou willen dat Trump op z’n minst zou pretenderen iets om de rechten van de mens te geven, en dat hij collega-leiders op hun verantwoordelijkheden aanspreekt. ‘Natuurlijk, de VS kampen met problemen in eigen land, en Washington schendt zelf rechten, maar nóg zou Washington internationaal een positieve rol kunnen spelen door op dit vlak druk uit te oefenen in bijvoorbeeld de VN-Veiligheidsraad.’

De VS zetten in april wel een bijeenkomst over mensenrechtenschendingen als oorzaak van conflicten op het vergaderschema van de Veiligheidsraad, tot onvrede van Rusland en China. Maar diezelfde dag ontving Trump in het Witte Huis president Abdul Atah al-Sisi van Eygpte, die al zijn critici monddood laat maken. ‘Hij heeft het fantastisch gedaan in een heel moeilijke situatie’, loofde Trump de aanpak van Al-Sisi. In reactie op een vraag over diens autoritaire collega in Rusland, van wie opvallend veel tegenstanders uit de weg worden geruimd, zei Trump slechts: ‘Denk je dat ons land zo onschuldig is?’

Pas toen begin april beelden de wereld over gingen van kinderen die in het Syrische Khan Sheikhoun stierven door bommen met zenuwgas, die zo goed als zeker door Syrische regeringsvliegtuigen waren afgeworpen, werd Trump kritisch. De dood van ‘onschuldige kinderen, onschuldige baby’s, kleine baby’s’ overschrijdt ‘heel, heel veel grenzen’, zei hij. Een dag later liet hij zestig kruisraketten afvuren op een luchtmachtbasis van Al-Assad. Het was een abrupte ommezwaai na uitspraken van Tillerson, die een week daarvoor nog aangaf dat het onttronen van de Syrische president Bashar al-Assad ‘geen prioriteit’ had.

Trumps aandacht voor de grove mensenrechtenschendingen door het regime in Syrië kwam veel te laat, menen critici. Zij denken dat juist zijn onverschilligheid maakte dat Al-Assad zich vrij voelde zijn eigen onderdanen met gif te bestoken. Senator Marco Rubio, een partijgenoot van de president: ‘Ik denk dat het geen toeval is dat we een paar dagen na Tillersons opmerking de aanval met gifgas zagen gebeuren.’

Tekst: Karlijn van Houwelingen
Wordt Vervolgd, mei 2017

Meer over dit onderwerp