Klap voor de vrede en veiligheid: Trump neemt afstand van Wapenhandelsverdrag
Op het jaarlijkse congres van de NRA, de belangenorganisatie voor de Amerikaanse wapenbezitters, kondigde president Trump aan de handtekening onder het Wapenhandelsverdrag terug te willen trekken. Dit zou de regulering van wapenhandel gevaarlijk verzwakken.
Trumps aankondiging is een bedreiging voor de inspanningen voor internationale vrede en veiligheid. Het Wapenhandelsverdrag is het eerste wereldwijde instrument om internationale standaarden in te stellen voor de handel in wapens en munitie, met als expliciet doel menselijk lijden te verminderen.
Verdrag beschermt mensenrechten
Het Wapenhandelsverdrag uit 2013 is door 101 landen aangenomen; 29 landen zetten een nog niet geratificeerde handtekening. Het verdrag verplicht de overheden om een risicoanalyse te maken van mogelijke schendingen van mensenrechten en het humanitair recht. Pas daarna mag een overheid toestemming geven aan een wapentransactie. Het in kaart brengen van de mogelijke schendingen moet voorkomen dat de wapens onverantwoord worden ingezet voor gewelddadige conflicten, georganiseerde misdaad of terrorisme.
Niet in strijd met de wet
Het verdrag is op geen enkele manier in strijd met het tweede amendement van de Amerikaanse constitutie. Dit amendement geeft burgers van de VS het recht een wapen te bezitten. Toch heeft Trump de senaat gevraagd het Wapenhandelsverdrag niet te ratificeren. Obama ondertekende het verdrag al in 2013, maar het was nog niet officieel bekrachtigd.
In strijd met veiligheid
De VS is de grootste wapenexporteur ter wereld. De handtekening onder het verdrag was dus een belangrijke stap geweest om gevaarlijke wapens uit verkeerde handen te houden. Als de VS niet tekent, krijgt de wapenhandel vrij spel. Dit kan ertoe leiden dat gewelddadige conflicten gevoed worden en daarmee de veiligheid afneemt.