Tibetaanse monnik Rinchen Tsultrim is vrij

De Tibetaanse monnik Rinchen Tsultrim is op 1 februari 2024 vrijgelaten. Hij was veroordeeld voor ‘het aanzetten tot afscheiding’ vanwege politieke standpunten die hij verkondigde op sociale media. Zijn gevangenisstraf van vierenhalf jaar heeft hij uitgezeten.

Rinchen Tsultrim is vrijgelaten, maar nog niet helemaal vrij. Hij staat onder scherp toezicht van de Chinese autoriteiten. Zijn bewegingsvrijheid is beperkt. We weten niet hoe het met hem gaat.

Kritiek op het Chinese beleid

Rinchen Tsultrim was monnik in het Nangshig-klooster in de Tibetaanse autonome prefectuur Aba in de provincie Sichuan. Na een golf van Tibetaanse protesten in 2008 begon hij zijn mening te uiten via WeChat en een persoonlijke website die in het Tibetaans ‘scepticisme over Tibet’ heette. De veiligheidsdiensten waarschuwden dat hij moest stoppen met het online uiten van kritische meningen over het Chinese beleid. Zijn website werd gesloten.

In augustus 2019 werd Rinchen Tsultrim gearresteerd. Hij mocht geen contact hebben met de buitenwereld. Zijn familie hoorde pas ruim een half jaar later dat hij verdacht werd van het ‘aanzetten tot afscheiding’. Tijdens een geheime hoorzitting werd hij veroordeeld tot 4,5 jaar cel en 3 jaar ontzegging van zijn politieke rechten. Het duurde hierna weer heel lang voordat zijn familie te horen kreeg waar hij vastzat, waarvoor en hoe lang.

Amnesty International kwam in actie voor de Tibetaanse monnik. In Nederland zetten ruim 30.000 mensen zetten hun handtekening onder de petitie voor zijn vrijlating.

Achtergrond

Etnische minderheden worden ernstig onderdrukt in de Chinese gebieden waar veel Tibetanen wonen en de Oeigoerse autonome regio Xinjiang. Dit gebeurt onder het mom van ‘separatisme-, extremisme- en terrorismebestrijding’. De Tibetaanse gebieden in- of uitreizen is erg moeilijk, met name voor journalisten, academici en mensenrechtenorganisaties. Daardoor is het uiterst moeilijk om de mensenrechtensituatie in de regio te onderzoeken en te documenteren.

In 1 februari 2021 voerde China nieuwe regels in die bepalen dat religieuze groepen ‘het leiderschap van de Communistische Partij van China moeten volgen, moeten volharden in de richting van de “verchinesing” van religie, en de socialistische kernwaarden in praktijk moeten brengen.’ Duizenden culturele en religieuze plaatsen zijn sindsdien vernietigd, vooral in het noordwesten van China. In Xinjiang en Tibet onderdrukte de staat religie al langer ernstig. Mensen werden er willekeurig gearresteerd voor gewone religieuze praktijken.

Amnesty International zal de mensenrechtensituatie in Tibet blijven volgen. Ook blijven we druk uitoefenen op de Chinese regering om ervoor te zorgen dat mensen als Rinchen Tsultrim niet worden vervolgd voor het vreedzaam uiten van hun mening en dat ze na hun vrijlating uit de gevangenis vrij zijn van toezicht en bewegingsbeperkingen.