Syrië: Yezidi-slachtoffers van IS zitten gevangen

Het is bijna 10 jaar geleden dat IS de Yezidi-gemeenschap in Irak aanviel. Nog steeds worden duizenden Yezidi-slachtoffers van de gruwelijkheden door IS vermist. Honderden van hen zitten mogelijk voor onbepaalde tijd gevangen in het noordoosten van Syrië.

Vanaf augustus 2014 begon IS met een doelgerichte aanval op de Yezidi-gemeenschap in Irak. De VN heeft deze aanval als genocide erkend. Meer dan 3.000 Yezidi mannen, vrouwen en kinderen werden gedood, en ten minste 6.800 mensen – vooral vrouwen en kinderen – werden door IS ontvoerd. IS beging veel gruwelijke schendingen tegen de Yezidi en onderwierp vrouwen en meisjes aan seksuele- en andere vormen van slavernij, en dwong jongens om als kindsoldaat te vechten.

Vast in noordoost Syrië

Na het verslaan van IS in maart 2019, worden nog steeds zo’n 2.600 Yezidi’s vermist, volgens het bureau voor ontvoerde Yezidi’s in Dohuk (Office for Kidnapped Yezidis). Van een groot deel van hen wordt aangenomen dat ze vastgehouden worden in het noordoosten van Syrië, nadat ze werden ontvoerd door IS. Amnesty International interviewde Yezidi-mensenrechtenorganisaties en activisten die vermoeden dat veel Yezidi vastzitten in het detentiesysteem dat ontwikkeld is om mensen met veronderstelde IS-banden vast te houden in het noordoosten van Syrië. Dit systeem wordt gerund door de ‘Autonomous Administration of the North and East Syria Regions’ (autonome autoriteiten), met hulp van de door de VS geleide militaire coalitie die werd opgericht om IS te verslaan.

Voortdurend lijden

‘De Yezidi-gemeenschap heeft ondenkbaar te lijden gehad door toedoen van de Islamitische Staat (IS)’, zegt Lauren Aarons van Amnesty International. ‘Tien jaar na de eerste aanval van IS op de Yezidi’s gaat hun lijden nog steeds door, en worden duizenden Yezidi’s vermist.’

‘Veel Yezidi’s die per abuis werden vastgezet na de val van IS, zitten nog steeds in onbepaalde detentie onder erbarmelijke en levensbedreigende omstandigheden in het noordoosten van Syrië. Deze Yezidi’s moeten nu worden geïdentificeerd, vrijgelaten en moeten de hulp aangeboden krijgen die zij nodig hebben.’

Honderden Yezidi-vrouwen en -kinderen zouden in het Al-Hol-detentiekamp vastzitten. Sommigen van hen zitten vast in gevangenschap, slavernij, en worden mishandeld door geallieerden aan IS. Een onbekend aantal Yezidi-jongens en jonge mannen die werden ontvoerd worden ook vastgehouden in een netwerk van minstens 27 detentiefaciliteiten.

Angst om naar buiten te treden

De mensen die werden vastgehouden in de detentiefaciliteiten en het Al-Hol-kamp en werden geïdentificeerd als Yezidi, zijn vrijgelaten en naar Irak teruggebracht. Yezidi-organisaties geven aan dat er veel hindernissen zijn voor de Yezidi die worden vastgehouden om zich kenbaar te maken. Sommigen zijn te bang dat ze worden gestraft of gedood door mensen die banden hebben met IS in de detentiefaciliteiten en het Al-Hol-kamp als ze proberen terug te keren naar hun families. Sommigen werden door IS verteld dat hun families hun pijn zouden doen, of geloven dat alle leden van de Yezidi-gemeenschap zijn gedood. Veel van de mensen waren toen ze werden ontvoerd te jong om te weten dat ze Yezidi zijn.

Methodologie

Amnesty International interviewde vier Yezidi-vrouwen en kinderen die recent in het detentiesysteem waren geïdentificeerd, vijf familieleden, en dertien leden van Yezidi-mensenrechtenorganisaties en activisten. Daarnaast sprak Amnesty International met drie leden van de autonome autoriteiten, en met twaalf leden van de VN en andere NGO-stafleden. Deze interviews werden afgenomen in het noordoosten van Syrië en Irak, tussen september 2022 en juli 2024, en ook online.

‘Ze behandelden me als een slaaf’

De vreselijke omstandigheden in het Al-Hol-kamp zijn wreed, onmenselijk en vernederend. Alle mensen in het Al- Hol-kamp worden voor onbepaalde tijd vastgehouden door de autonome autoriteiten, zonder aanklacht of rechtszaak, de meesten van hen al meer dan 5 jaar. Dit is een schending van het internationale recht. De autonome autoriteiten vertelden Amnesty International dat ze geen volledige controle hebben over Al-Hol, en dat IS zich heeft hergegroepeerd in het kamp.

Nahla*, een Yezidi-meisje dat weer teruggebracht is naar Irak, vertelde Amnesty International dat ze naar Al-Hol was gebracht met de familie van haar laatste ontvoerder, een familie die banden had met IS. ‘De familie waarmee ik leefde in Al-Hol dwong me voor hun dieren te zorgen. Ze behandelden me als een slaaf.’

Nahla’s moeder Nufa* vertelde Amnesty International dat de zoektocht naar haar dochter zwaar was, en dat Nahla er moeite mee had zich als Yezidi te identificeren voordat ze werden herenigd: ‘Ze kon zich niet herinneren of ze Yezidi was of niet… Ze is de meeste dingen vergeten.’

Sana* was 16 jaar toen ze door IS ontvoerd werd. Ze werd gerepatrieerd naar Irak nadat ze bij een veiligheidsoperatie door de autonome autoriteiten als Yezidi werd geïdentificeerd. Ze vertelde Amnesty International dat ze haar Yezidi-identiteit jaren verborgen had gehouden uit angst. Voordat IS werd verslagen, liet een van haar ontvoerders haar een video zien waarop een zogenaamde ‘eerwraak’ te zien was van een Yezidi-meisje dat uit gevangenschap was teruggekeerd naar haar gemeenschap en gedood werd. Ze vertelden Sana dat haar gemeenschap haar nooit meer terug zou willen. Uit angst gedood te worden als ze zou terugkeren naar Irak, hield ze zich verborgen in het kamp.

Ze zei: ‘Ik wilde me kenbaar maken, maar was bang dat mijn familie me niet zou accepteren…Ik pakte mijn tent vaak in en verhuisde dan naar een andere plek, ik verhuisde constant, ik wilde niemand leren kennen, of dat zij mij zouden leren kennen. Soms dacht ik eraan me kenbaar te maken, maar dan dacht ik aan de video.’

Kinderen van IS

Een andere hindernis is dat veel van de Yezidi-vrouwen en -meisjes in Al-Hol jonge kinderen hebben als gevolg van seksueel geweld door IS-leden. Sommige van deze vrouwen zijn terecht bang dat ze gedwongen gescheiden kunnen worden van hun kinderen als ze worden geïdentificeerd en gerepatrieerd, wat indruist tegen internationale mensenrechtenwetgeving. In 2020 documenteerde Amnesty International hierover. Yezidi-vrouwen lopen nog steeds risico gescheiden te worden van hun kinderen die zijn geboren na seksueel geweld.

Hanifa Abbas vertelde Amnesty International dat ze jaren zocht naar haar vijf zussen die door IS werden ontvoerd. Het lukte haar om vier zussen thuis te brengen, en haar vijfde zus te identificeren van foto’s die Yezidi-activisten hadden verzameld in Al-Hol. De zus van Hanifa heeft zichzelf echter niet geïdentificeerd als Yezidi bij de autoriteiten van het kamp.

Hanifa gelooft dat haar zus wellicht kinderen heeft in het kamp en bang is van hen gescheiden te worden als ze zich identificeert als Yezidi. Ze vertelde Amnesty International: ‘Zoveel vrouwen, als ze wisten dat ze bij hun kinderen konden blijven, zouden zich als kenbaar maken als Yezidi.’

Hanifa roept de internationale gemeenschap op tot meer steun: ‘Ik ben erg sterk, maar ik stort nu in. Het duurt al 10 jaar… Jullie moeten degenen die nog in gevangenschap zitten redden.’

Amani*, een Yezidi-vrouw die terugkeerde naar Irak vanuit Al-Hol, vertelde Amnesty International dat ze gedwongen werd gescheiden van haar kinderen, die nu in het noordoosten van Syrië zijn: ‘Iedereen zegt dat zij IS-kinderen zijn… Ik heb wat kleding van hun en daar ruik ik aan. Natuurlijk wil ik bij hun zijn. Zij zitten in mijn hart.’

‘Niemand vroeg ooit of ik Yezidi was’

Amnesty International deed eerder al onderzoek naar de systematische marteling en mishandeling in de detentiefaciliteiten in noordoost Syrië, en zag dat in ten minste twee van de faciliteiten, honderden mannen en jongens overleden na marteling en vanwege de onmenselijke omstandigheden.

Basim* werd vastgehouden in de detentiefaciliteit van Panorama, en maakte zich in 2022 als Yezidi bekend. Hij is nu 18 jaar en weer terug in Irak. Hij zei dat hij tijdens zijn verblijf in Panorama en andere detentiecentra zag hoe tientallen mannen stierven na marteling en mishandeling en ziektes.

Hij vertelde Amnesty International: ‘Ik weet 100 procent zeker dat er andere Yezidi-mannen en –jongens in die gevangenissen zitten. Ze zijn bang zich uit te spreken omdat andere gevangenen hen pijn kunnen doen. Niemand kwam ooit vragen of ik Yezidi was. Als iemand het was komen vragen, was ik meteen weggegaan… Nu is het moment om te checken of er Yezidi’s zijn, want nu is er nog een kans hen te vinden.’

Gebrek aan identificatie-systemen en toegang

Yezidi-organisaties en activisten werken samen met de autonome autoriteiten om Yezidi in detentie in noordoost Syrië te identificeren. Ze coördineren tussen families en veiligheidstroepen en verzamelen hun eigen data vanuit Al-Hol.

Sommigen geven aan goede banden te hebben met de autonome autoriteiten. Er is op dit moment geen systeem vanuit de autoriteiten over vermiste Yezidi’s.

Abdullah Shrem, een Yezidi-activist die al 10 jaar bezig is om vermiste Yezidi’s te identificeren, vertelde Amnesty International: ‘Islamitische Staat is weg, maar er zitten nog zoveel mensen gevangen. We voelen ons compleet genegeerd door de internationale gemeenschap.’

Een andere Yezidi-activist vertelde Amnesty International dat hij een lijst had met negen namen van Yezidi-jongens en jonge mannen van wie hij dacht dat ze in de Panorama-detentiefaciliteit waren. Hij kan echter niet onderhandelen met de autoriteiten om hen vrij te laten.

Amnesty’s oproep

‘Yezidi-activisten en familieleden moeten niet alleen staan in de zoektocht naar vermiste Yezidi’s. Er is een grote behoefte aan steun vanuit de internationale gemeenschap om vermiste Yezidi’s te identificeren en laten terugkeren – ook degenen die aan hun lot zijn overgelaten en zijn vergeten in de detentiefaciliteiten en Al-Hol in het noordoosten van Syrië’, zegt Nicolette Waldman van Amnesty International.

De mensenrechten van de overlevenden en slachtoffers moeten daarbij centraal staan. De Iraakse autoriteiten moeten hun hulp en steun aan alle mensen die terugkeren opschroeven, en ook toegang geven tot herstel onder de Yezidi Survivors Law.

De autonome autoriteiten moeten toegang tot detentiefaciliteiten en het Al-Hol-kamp geven aan Yezidi-mensenrechtenorganisaties en andere relevante organisaties. De Iraakse autoriteiten moeten relevante organisaties ook toegang geven tot het Jeddah 1-kamp, waar Irakezen terechtkomen die vanuit Al-Hol naar Irak worden teruggestuurd. Ook moeten zij initiatieven opzetten om Yezidi’s tussen de terugkerende Iraki’s te identificeren.

Andere staten, zoals de VS en het Verenigd Koninkrijk, moeten hun steun verlenen aan deze initiatieven om vermiste Yezidi’s te identificeren. VN-organisaties zoals de UNHCR, UNICEF en UN Women moeten meer doen voor vermiste Yezidi’s. Donoren moeten ook overwegen toegang tot DNA-tests te geven om zo Yezidi’s of andere mensen van minderheidsgroepen te identificeren die als kind werden ontvoerd.

Meer over dit onderwerp