Syrië: onderzoek nodig naar het doden van burgers in de kustgebieden

In de kustgebieden in het noordwesten van Syrië zijn volgens berichten honderden burgers gedood. Het gaat vooral om mensen van de Alawieten-minderheidsgroep. De autoriteiten moeten ervoor zorgen dat er niet meer mensen om het leven komen.  

“De Syrische autoriteiten moeten snel handelen en ervoor zorgen dat burgers worden beschermd bij huidige en toekomstige gevechten. Ze moeten het onwettig doden van mensen en andere schendingen voorkomen”, zegt Heba Morayef van Amnesty International. “Als de autoriteiten niet snel een onafhankelijk, onpartijdig en effectief onderzoek starten en daders ter verantwoording roepen, zal dit degenen die nu denken weg te komen met het doden van mensen alleen maar aanmoedigen.” 

“Naast verplichtingen onder het internationale oorlogsrecht, heeft de Syrische regering de plicht om de mensenrechten te waarborgen van alle mensen die in Syrië wonen. De autoriteiten moeten duidelijke actie nemen om de gelijke rechten van alle Syriërs te beschermen, onder meer door ervoor te zorgen dat geen enkele persoon of groep doelwit wordt  vanwege hun veronderstelde politieke voorkeur.” 

Gruwelijke beelden 

Er komen gruwelijke beelden uit het kustgebied van Syrië. Beelden van lichamen die op straat liggen en familieleden die rouwen om hun geliefden. Deze beelden herinneren ons aan de gruwelijkheden uit het verleden die Syriërs hebben meegemaakt. Zij kunnen sektarische spanningen en verder dodelijk geweld aanwakkeren. Syriërs verdienen een toekomst die is gebaseerd op gerechtigheid en waardigheid, maar weer moeten gemeenschappen vreselijke verliezen verwerken.  

De Syrische regering heeft aangekondigd dat er een onafhankelijk onderzoekscomité zal komen en dat degenen die verantwoordelijk zijn voor misdrijven worden berecht. Dit proces moet transparant zijn en overeenkomen met internationale standaarden. Het comité kreeg de opdracht binnen 30 dagen een onderzoeksrapport te overhandigen aan de president, maar deze bevindingen moeten openbaar worden gemaakt. Zonder deze transparantie, hebben slachtoffers en het grote publiek geen reden om erop te vertrouwen dat het onderzoek geloofwaardig en met precisie is uitgevoerd.  

Gerechtigheid 

“De belofte van president Ahmad al-Sharaa om alle daders van misdrijven ‘stevig en zonder mildheid’ ter verantwoording te roepen betekent niets als gerechtigheid niet samengaat met het betrekken van de slachtoffers, de bescherming van mensenrechten, en een onpartijdige uitvoering, ongeacht wie verantwoordelijk is.” 

Naast het door de regering geleide onderzoek, moeten de autoriteiten ook onafhankelijke nationale en internationale onderzoekers toelaten om in Syrië en de kustgebieden hun eigen onderzoek uit te voeren.” 

Achtergrond 

De familie Assad, die tientallen jaren heerste in Syrië, maakt deel uit van de Alawitische minderheid. In november 2024 begonnen Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) en geallieerde gewapende oppositiegroeperingen een militair offensief dat leidde tot de inname van de stad Aleppo. Op 8 december hadden de groepen Damascus ingenomen en vluchtte president Bashar al Assad het land uit. 

Op 29 januari 2025 werd het voormalige hoofd van HTS, Ahmad al-Sharaa, aangewezen als staatshoofd voor de overgangsperiode. Op 6 maart 2025 vielen gewapende aanhangers van Assad de staatsveiligheidsdienst in Latakia aan. De Syrische autoriteiten en pro-regeringsmilities reageerden met een tegenaanval. Dit escaleerde in verschillende aanvallen in het hele land. Op 10 maart berichtte het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten dat meer dan 973 burgers, voornamelijk Alawieten, waren gedood.