Spaans Hooggerechtshof verklaart aanklacht ongegrond
Er is een hoopvolle ontwikkeling in het onderzoek naar mensenrechtenschendingen tijdens de Spaanse Burgeroorlog en het tijdperk dat Francisco Franco in Spanje aan de macht was. Het Spaanse Hooggerechtshof heeft de aanklachten tegen rechter Baltasar Garzón ongegrond verklaard.
In 2008 startte Garzón als eerste een onderzoek naar misdaden tijdens deze periode. Het onderzoek omvat meer dan 114.000 gevallen van gedwongen verdwijningen die plaats zouden hebben gevonden tussen juli 1936 en december 1951. Met zijn onderzoek legde Garzón een amnestiewet uit 1977 naast zich neer. Hiermee riskeerde Garzón uitzetting uit zijn ambt. In de betreffende amnestiewet staat dat leden van de Franco-regering niet veroordeeld mogen worden voor hun misdaden tijdens de burgeroorlog en tussen 1939 en 1975, de periode dat Francisco Franco aan de macht was.
Amnesty International steunt Garzóns onderzoek en voerde actie om zijn vervolging op dit punt tegen te gaan. ‘Het lijkt erop dat de zoektocht naar de waarheid, gerechtigheid en genoegdoening voor misdaden uit het verleden geblokkeerd wordt door deze rechtszaak die gebaseerd is op schandelijke aanklachten’, stelt Marek Marczynski van Amnesty International.
Hoewel het goed nieuws is dat Baltasar Garzón niet vervolgd zal worden, dringt Amnesty er bij de Spaanse autoriteiten op aan om misdaden uit het verleden volledig te onderzoeken en de amnestiewet uit 1977 naast zich neer te leggen. ‘Het is schandalig dat Spanje haar donkere verleden nog niet onder ogen heeft gezien’, aldus Amnesty.