Slecht nieuws voor plannenmakers…
….bootvluchtelingen blijven komen
Door Christian Mommers, senior Political Affairs officer bij Amnesty Nederland
Plannen om het probleem van de komst van bootvluchtelingen naar de EU aan te pakken vliegen ons deze week om de oren. Vanavond wordt erover in de Tweede Kamer gedebatteerd. Het goede nieuws is dat van links tot rechts wordt onderkend dat het voorkomen van dodelijke slachtoffers op de Middellandse Zee een halt toe moet worden geroepen. Zoals het nu gaat, kan het niet langer, daarover is consensus. Dat is geen moment te vroeg. Nu al lijkt 2015 het dieptrieste recordaantal drenkelingen van vorig jaar ruimschoots te gaan overtreffen.
Dat er aandacht is voor het lot van de bootvluchtelingen en dat er aandrang is om tot echte oplossingen te komen is deze week de belangrijkste winst. Uiteraard is er onenigheid over wat de oplossing zou moeten zijn. Moet er meer opvang komen in de regio? Helpt het bestrijden van mensensmokkelaars? Wat zijn de effecten van het versterken van grensbewaking? De verschillende plannen gaan uit van verschillende vooronderstellingen.
Amnesty International doet al jaren onderzoek naar het EU-migratiebeleid, de situatie van vluchtelingen en migranten op en rond de Middellandse Zee, hun opvang in de regio en hun situatie in transitlanden in Noord-Afrika. Dit onderzoek is vastgelegd in tientallen rapporten en talloze korte briefings en verklaringen. Nu lijkt bij uitstek het moment om een aantal feiten uit die honderden, zo niet duizenden, pagina’s onderzoek op een rijtje te zetten.
Feit 1: versterking van grensbewaking heeft niet tot vermindering van het aantal vluchtelingen en migranten naar Europa geleid
Het versterken van de bewaking van de EU-buitengrenzen vormt een centraal onderdeel van veel plannen. Hiermee kan, zo is de gedachte, de stroom naar Europa gekeerd worden. Deze gedachte is niet nieuw. Europa is al jaren heel actief in het versterken van de grensbewaking. Dit gebeurt op verschillende manieren, om te beginnen in het land van herkomst, doordat er grote beperkingen zijn aan het verkrijgen van een visum voor Europa. Voor bijvoorbeeld Syrische vluchtelingen is dit inmiddels bijna onmogelijk geworden. Voor degenen die het toch zonder documenten proberen is er een enorm systeem aan zee- en landpatrouilles, satellietobservatie, drones en (infrarood)camerabewaking opgezet. Hierbij zijn in de afgelopen jaren op de belangrijkste landroutes (met name de Grieks-Turkse en Bulgaars-Turkse grens) kilometers aan hekwerk bijgekomen.
Tussen 2008 en 2013 heeft de EU meer dan 1,8 miljard euro vrijgemaakt voor grensbewaking. Het is een minimumbedrag, want hierin is niet meegenomen wat lidstaten zelf nog hebben bijgelegd. Qua aantallen migranten heeft het weinig geholpen. Sterker nog, ondanks het investeren van dit astronomische bedrag is het aantal mensen dat zonder juiste papieren Europa wist te bereiken alleen maar gestegen. Het is dus maar zeer de vraag of een verdere aanscherping van het grensbewakingsbeleid doel treft.
Feit 2: Dat nu zoveel mensen over zee naar Europa proberen te komen is mede het gevolg van het grensbewakingsbeleid dat de EU voert
Waar het verminderen van instroom niet is gelukt, is er wel een ander effect van de verscherpte grensbewaking: het verleggen van routes. Routes om naar Europa te komen verschuiven mee met het kat-en-muisspel dat gespeeld wordt tussen vluchtelingen en migranten (en hun smokkelaars) enerzijds en Europa anderzijds. Veel pogingen om de Canarische eilanden te bereiken? Dan meer patrouilles daar. Vluchtelingen die via Turkije naar Europa komen? Dan hekken bouwen. Deze maatregelen hebben vluchtelingen en migranten steeds meer in een trechter geduwd richting Noord-Afrika, met name Libië. Van daar uit is er nog maar één route: via zee. Zeker met de chaos in Libië (zelfs de Islamitische Staat heeft er nu voet aan de grond) is dit vaak nog de enige uitweg voor vluchtelingen, migranten en steeds vaker Libiërs zelf.
Dat Europa nu met het probleem van de bootvluchtelingen in haar maag zit wordt wel eens afgedaan als iets dat buiten ‘ons’ om gebeurt. Hoewel conflict, chaos en nietsontziende mensensmokkelaars (zie onder) allemaal een rol spelen, kan de invloed van het EU-migratiebeleid, zoals tot nu toe wordt gevoerd, niet worden uitgevlakt. De EU is dan ook mede-verantwoordelijk voor de slachtoffers op de Middellandse Zee. Elke plan dat dit feit negeert is gedoemd te mislukken.
Feit 3: Mensensmokkelaars varen wel bij het strenge EU-grensbewakingsbeleid
De aanpak van mensensmokkelaars neemt ook een belangrijke plaats in in discussies over nieuw beleid. En terecht: mensensmokkelaars zijn verantwoordelijk voor onnoemelijk leed bij vluchtelingen en migranten. Tegelijkertijd is het ook kortzichtig om mensensmokkelaars te zien als wortel van alle kwaad. Hoe kwaadaardig ook, mensensmokkelaars spelen handig in op ‘de markt’. Deze wordt in steeds grotere mate bepaald door mensen die conflicten ontvluchten. De andere kant van de markt wordt echter gecreëerd door het al genoemde EU-grensbewakingsbeleid. Juist omdat het zo moeilijk is om Europa legaal en veilig te bereiken zien steeds meer vluchtelingen en migranten zich genoodzaakt om mensensmokkelaars te gebruiken. Nog strengere grensbewakingsmaatregelen zullen dus deze markt ook niet stoppen, maar juist versterken. Nog hogere prijzen voor mensensmokkel en nog grotere risico’s zijn de voorspelbare gevolgen. Het nog verder dichtgooien van de Europese grenzen is de droom van iedere mensensmokkelaar in Libië.
Feit 4: Steun aan opvang in de regio is nuttig, maar helpt maar tot beperkte hoogte verdere migratie te voorkomen
Vooropgesteld: steun van Europa aan de regio is van groot belang. Het is inmiddels bijna cliché om op te merken dat het overgrote deel van de vluchtelingen al in landen dichtbij hun thuisland verblijven. Die landen kunnen deze opvang al nauwelijks aan en de internationale solidariteit is tot nu toe beperkt. Zo is het sinds het begin van de Syrische vluchtelingencrisis al niet gelukt om het door de VN benodigde humanitaire budget bij elkaar te krijgen. Elk plan dat hier verandering in brengt is toe te juichen.
Maar ook hier is het belangrijk realistisch te zijn. Opvanglanden in de regio kennen vaak een sociaal-economisch zwakke structuur (die ook de lokale bevolking raakt) en politieke instabiliteit. Kijk alleen maar naar Libanon, dat 1,2 miljoen Syrische vluchtelingen opvangt. De Wereldbank becijferde onlangs dat die opvang Libanon inmiddels al 6,8 miljard euro heeft gekost. Nederland stuurde in diezelfde periode 114 miljoen euro voor de crisis, die over zeker vijf landen moest worden verdeeld. Maar het gaat niet alleen om geld. Het is ondenkbaar, zelfs met miljardeninjecties, dat Syrische vluchtelingen op lange termijn een perspectief hebben in Libanon. Daar is het land qua behuizing, onderwijs en arbeidsmarkt gewoon niet op berekend. In andere landen waar dat perspectief ook ontbreekt, worden vluchtelingen jaren- (soms decennia-)lang in vluchtelingenkampen opgepot.
En waar toekomstperspectief ontbreekt zullen mensen blijven doorreizen. Iemand die zijn brandende huis ontvlucht blijft daarna ook niet op de stoep wonen, puur en alleen omdat het daar niet brandt. Dit is ook waarom het idee dat vluchtelingen altijd maar zouden moeten blijven in het eerste land waar ze naartoe kunnen ontsnappen – en dat dit bovendien het beste voor hen is –kortzichtig is.
Feit 5: De politieke situatie en mensenrechtenschendingen in transitlanden vormen grote barrières voor opvangprojecten daar
Steeds vaker speelt ook de samenwerking met transitlanden, vooral in Noord-Afrika, een prominente rol in de verschillende plannen. Door bijvoorbeeld daar asielcentra op te zetten. Het zijn plannen die iedere paar jaar de kop opsteken en vaak vanwege allerlei beperkingen weer verdwijnen. Probleem is dat ze vaak uitmunten in vaagheid. Om een goede inschatting te maken van de haalbaarheid is het nodig te weten waar de asielcentra zouden worden opgezet, hoe ze worden ingericht, wie er verantwoordelijk is, welke rechtsbescherming aanvragers genieten en wat er gebeurt met degenen die worden afgewezen. In algemene zin valt wel te zeggen dat de beoogde samenwerkingslanden, van Egypte tot Marokko, bepaald geen florissant track record hebben bij het respecteren en beschermen van de rechten van vluchtelingen en migranten. Zelfs als daarin op termijn verandering zou kunnen worden gebracht (en tot nu toe biedt de geschiedenis weinig reden tot hoop), zal dit jaren en jaren duren.
De conclusie: aan bootvluchtelingen zit Europa voorlopig nog wel vast, dus red hun levens
Al deze feiten leiden tot een onvermijdelijke conclusie. Ongeacht welk model wordt gekozen, zit Europa nog wel een tijdje aan de bootvluchtelingen vast. Dit noopt tot principiële keuzes. Ten eerste om te zorgen dat zij, wanneer zij aankomen, toegang blijven hebben tot een fatsoenlijke asielprocedure om te bewijzen of ze wel of niet zouden moeten worden toegelaten. Hieraan kleven een aantal vragen, zoals de discussie over hoe asielzoekers beter over Europa te verdelen en hoe te zorgen dat in alle EU-lidstaten de opvangfaciliteiten op orde zijn.
En bovenal: om te zorgen dat de EU zich inzet om bootvluchtelingen en –migranten op zee te redden. Omdat we niet volledig kunnen voorkomen dat ze de zee op gaan, zal de EU moeten inzetten op reddingscapaciteit. Op dit moment wordt redding vooral overgelaten aan commerciële vaartuigen, wier bemanning hierbij vaak grote risico’s loopt. Redding moet aangevuld worden met maatregelen zoals het bieden van meer veilige routes voor vluchtelingen, zoals het uitbreiden van hervestigingsprogramma’s.
Geen van deze maatregelen biedt een totaaloplossing. Die is er misschien ook helemaal niet. Het belangrijkste dat Europa nu kan doen is de scherpste randjes van het probleem afhalen en het menselijk leed dat hieruit voortkomt zoveel mogelijk te beperken. Zelfs zo’n ogenschijnlijk niet erg ambitieus doel zal een enorme hoeveelheid politieke wil en vooral moed vergen. Laten we hopen dat de brede onderkenning van het probleem ook helpt die moed aan te wakkeren.
In 2014 alleen al zijn enkele duizenden mensen op de Middellandse Zee omgekomen of vermist geraakt. Europa kan deze tragedie voor haar kust niet negeren. Teken de petitie!