Singapore: executies gaan door om drugscriminaliteit tegen te gaan
De regering van Singapore blijft erop vertrouwen dat het opleggen van de doodstraf een belangrijk middel is om drugscriminaliteit tegen te gaan. Het gevolg is echter dat tientallen mensen die zich schuldig maakten aan kleine drugdelicten de afgelopen jaren naar de dodencel zijn gestuurd. Dit is in strijd met internationaal recht, dat bepaalt dat de doodstraf alleen mag worden toegepast voor de ‘meest ernstige misdrijven’. Daarvan is hier geen sprake.
In 2013 werden hervormingen doorgevoerd met als doel misbruik van de Drugswet tegen te gaan. In het vandaag verschenen Amnesty-rapport Cooperate or Die – Singapore’s Flawed Reforms To The Mandatory Death Penalty staat beschreven dat het aantal mensen dat ter dood is veroordeeld sindsdien weliswaar is afgenomen, maar dat de beslissing over leven en dood in handen ligt van de openbaar aanklager en niet in die van de rechter. In Singapore is de doodstraf de enige mogelijke straf die voor een drugsdelict kan worden opgelegd. Omdat er geen rechter aan de veroordeling te pas komt, kunnen geen verlichtende omstandigheden worden aangevoerd.
Het merendeel van de mensen die de laatste vier jaar ter dood werden veroordeeld had slechts een geringe hoeveelheid drugs in bezit. Veel van hen gaven aan dat ze door tot hun daad waren gekomen, omdat ze schulden of geen werk hadden.
Doodvonnissen in strijd met internationaal recht
Singapore heeft sinds het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw goede stappen gezet bij het terugdringen van de doodstraf. Toen werden er jaarlijks per hoofd van de bevolking meer mensen geëxecuteerd dan in enig ander land ter wereld. De afgelopen drie jaar werd het doodvonnis van tien mensen voltrokken en kregen zeventien mensen de doodstraf opgelegd. In alle zaken was de aanklacht moord of drugshandel. Druggerelateerde misdrijven worden niet tot de ‘meest ernstige misdrijven’ gerekend waarvoor volgens internationaal recht de doodstraf mag worden opgelegd. Amnesty is van mening dat de doodstraf nooit mag worden opgelegd, omdat het een schending is van het recht op leven.