Shell betaalt na zes jaar eindelijk compensatie voor olielekken Nigeria
De Nigeriaanse dochteronderneming van Shell betaalt na een schikking 55 miljoen Britse pond (70 miljoen euro) voor olielekkages in het Bodo-gebied in Nigeria. Het is een belangrijke overwinning voor de lokale bevolking, die zwaar getroffen is door de vervuiling van water en landbouwgrond.
In augustus en december 2008 vonden twee olielekkages plaats in Bodo. Dat verwoestte de levens van duizenden bewoners. Zonder enige compensatie moesten zij verder rond zien te komen in armoede en in een vervuilde omgeving. Hoewel Shell altijd heeft bevestigd dat de lekkages het gevolg waren van fouten in de olieleidingen bij Bodo, heeft het de precieze omvang nooit toegegeven: volgens Shell zouden er 4.000 vaten olie gelekt zijn. Uit later onderzoek van Amnesty International in 2012 bleek dat dit meer dan 10.000 vaten waren. Tijdens een rechtszaak in het Verenigd Koninkrijk moest Shell toegeven dat de cijfers niet klopten. Shell heeft echter nog steeds niet bevestigd hoeveel olie er precies is gelekt in Bodo in 2008.
Verouderde pijpleidingen
Ruim zes jaar na de olielekkage betaalt Shell nu 55 miljoen pond schadevergoeding aan de Bodo-gemeenschap in Nigeria. Van dit bedrag wordt 35 miljoen pond verdeeld onder 15.600 leden van de gemeenschap; de overige 20 miljoen zijn voor de gemeenschap in het algemeen. Amnesty is blij met de compensatie maar vindt het jammer dat het zes jaar heeft moeten duren voordat Shell deze stap neemt.
Shell was er sinds 2002 van op de hoogte dat de pijpleidingen bij Bodo verouderd waren en een risico vormden, maar nam geen enkele actie om lekkages te voorkomen. De schadevergoeding is een stap vooruit voor de bewoners van Bodo, maar zij kunnen pas echt verder als Shell de zwaar vervuilde moerassen en rivieren schoonmaakt.