Shell aangeklaagd voor medeplichtigheid aan de executies van de Ogoni Nine
Esther Kiobel daagt vandaag (29 juni) Shell voor de Nederlandse rechter. De aanklacht: medeplichtigheid aan de executies van haar echtgenoot, Barinem Kiobel en de andere Ogoni Nine, de mannen die werden opgehangen omdat ze kritiek hadden op Shell en het Nigeriaanse militaire regime. Zij doet dit samen met drie andere weduwes van de Ogoni Nine.
Esthers strijd voor gerechtigheid
Al meer dan 20 jaar probeert Esther Kiobel Shell ter verantwoording te roepen voor de dood van haar man. Hij werd in 1995 opgehangen, samen met de schrijver en mensenrechtenverdediger Ken Saro-Wiwa en zeven andere mannen van de Ogoni Nine. Tot nu toe heeft Shell alle betrokkenheid ontkend.
Vreedzame protesten gewelddadig neergeslagen
De executies van de negen mannen waren het sluitstuk in een gewelddadige campagne van het Nigeriaanse leger, die erop gericht was om de protestbeweging Movement for the Survival of the Ogoni People (MOSOP), geleid door Ken Saro-Wiwa, tot zwijgen te brengen.
MOSOP verzette zich tegen de door Shell veroorzaakte olievervuiling in hun woongebied. Het leger sloeg de demonstraties met bruut geweld neer, waarbij honderden doden vielen en vele andere ernstige mensenrechtenschendingen werden begaan, zoals marteling en verkrachting.
Barinem Kiobel
Barinem Kiobel was geen lid van MOSOP, maar wel kritisch op zijn regering. Als hooggeplaatste ambtenaar weigerde hij mee te werken aan de onderdrukking van zijn eigen Ogoni-volk.
Amnesty’s steun
Amnesty International steunt Esther Kiobel door haar juridische team te helpen bij het aanspannen van de zaak in Nederland. In de briefing In the Dock (ook in bijlage) is alle gedetailleerde informatie over de rol van Shell bij de terechtstellingen gebundeld. Enkele hoofdpunten:
- Het belang van zowel de Nigeriaanse overheid als van Shell bij de oliewinning in de Niger-delta was enorm. Ten tijde van de executies was Shell veruit het grootse bedrijf in Nigeria. Het haalde dagelijks bijna een miljoen vaten ruwe olie uit de bodem, ongeveer de helft van de totale dagelijkse productie in Nigeria. De olie-export vormde ongeveer 96 procent van de totale buitenlandse inkomsten van het land.
- Shell wees de autoriteiten herhaaldelijk op de economische gevolgen van de MOSOP-protesten en vroeg de regering om veiligheidstroepen om het “probleem” van de Ogoni-protesten en Ken Saro-Wiwa op te lossen, terwijl het bedrijf wist dat dat zou uitdraaien op mensenrechtenschendingen.
- Zelfs nadat de mannen in de gevangenis waren gezet, waar ze in afwachting waren van een oneerlijk proces dat vermoedelijk zou uitdraaien op de doodstraf, ging Shell door met gesprekken met de regering over de aanpak van het “Ogoni-probleem”. Shell sprak zich niet uit over het lot van de gevangenen.
- Na de arrestaties verklaarden ten minste twee getuigen dat de overheid had geprobeerd hen om te kopen (onder meer met een baan bij Shell) om de beklaagden te beschuldigen, en dat de advocaat van Shell aanwezig was geweest bij de poging tot omkoping.
- Interne Shell-documenten, waar Amnesty inzage in heeft gehad, tonen aan dat het bedrijf wist dat het proces van de Ogoni Nine oneerlijk was, en van tevoren op de hoogte was gebracht dat Ken Saro-Wiwa hoogstwaarschijnlijk schuldig zou worden bevonden.
- Toch hield het bedrijf nauwe banden met de Nigeriaanse regering, en bood zelfs aan om Ken Saro-Wiwa te helpen als hij “zijn standpunten” over het bedrijf “zou matigen”. Ken Saro-Wiwa sloeg Shells aanbod af.
De rechtszaak anno nu
Esther Kiobel spant een civiele procedure aan samen met Victoria Bera, Blessing Eawo en Charity Levula, wier echtgenoten samen met Barinem Kiobel werden terechtgesteld. De eisers willen publiekelijke excuses en een schadevergoeding voor de rol die Shell speelde bij de gebeurtenissen die leidden tot de dood van hun echtgenoten.
Esther Kiobel is langer dan 20 jaar gebukt gegaan onder onrecht, maar ze weigert zich door Shell het zwijgen te laten opleggen. Vandaag laat ze haar stem horen uit naam van vele anderen wier levens zijn verwoest door de olie-industrie in Nigeria.
“De belangen in deze zaak kunnen niet groter zijn – het kan een eind maken aan tientallen jaren van straffeloosheid voor Shell. De naam Shell is het synoniem geworden voor de macht van grote bedrijven die lak hebben aan mensenrechten, zonder dat ze bang hoeven te zijn om daar de prijs voor te betalen.”
Eerdere rechtszaak in de VS
Esther Kiobel klaagde Shell voor het eerst aan in New York in 2002, maar in 2013 oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de VS niet bevoegd zijn in deze zaak. Er vond geen inhoudelijke behandeling plaats.