Schipholbrand

Het is alweer tien jaar geleden dat er brand woedde in het cellencomplex op Schiphol-Oost. Het cellencomplex was een detentie- en uitzetcentrum voor illegaal in Nederland verblijvende mensen. De brand kostte aan elf mensen het leven. Gisteren bij de herdenking van de schipholbrand sprak ik deze woorden.

Door: Eduard Nazarski

Als ik denk aan de schipholbrand, bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Niet alleen omdat de gebeurtenis die we hier herdenken diep-tragisch is, maar ook omdat er weinig lijkt te zijn veranderd. Goed, detentiecentrum Schiphol-Oost is inmiddels gesloten en ik hoorde dat de brandveiligheid van detentiecentra is verbeterd. Maar ik bedoel in essentie is er niets veranderd aan datgene wat deze brand voor mij symboliseert: het bestempelen van vreemdelingen als criminelen.

Want als ik aan de brand denk, denk ik aan mensen die naar mijn idee helemaal niet opgesloten hadden mogen worden. Ik denk aan celdeuren zonder centrale ontgrendeling, met als reden het ontsnappen van gedetineerden – veelal mensen zonder strafblad – te voorkomen. Ik denk aan helikopters die jacht maken op ‘ontsnapte’ overlevenden van de brand. Alsof het vuurgevaarlijke topcriminelen zijn. Ik denk aan getraumatiseerde overlevenden die meteen naar een ander detentiecentrum worden gebracht en daar schandalig worden behandeld: ze moeten kiezen tussen hun advocaat bellen en een half uurtje luchten, krijgen slechts vijf euro aan beltegoed om hun hart te luchten bij dierbaren en moeten tien dagen wachten op de beslissing of ze een psycholoog mogen zien. Ook denk ik aan slachtoffers die het land worden uitgezet zonder onderzoek naar hun geestelijke en lichamelijke gezondheid. En aan het online condoleanceregister, waar meer beledigingen dan rouwbetuigingen binnenkwamen.

Hoe groot was het contrast met het verdriet van de nabestaanden dat ik zag bij de indrukwekkende herdenkingsbijeenkomst een week na de brand. Hartverscheurend was het. Maar dat verdriet leek nauwelijks door te sijpelen naar de rest van de samenleving.

Hoe konden we zo harteloos zijn? Hoe konden we mensen die hier komen in de hoop op een beter leven, zo demoniseren?

En we doen het nog steeds. Nog steeds sluit onze overheid uitgeprocedeerd verklaarde asielzoekers op in cellen die voor boeven gebouwd zijn. Keer na keer.

Laten we het vandaag anders doen. Laten we de slachtoffers hun menselijkheid teruggeven. Laten we hen herdenken als vaders, als geliefden, als harde werkers, als mensen die in Nederland vrienden hadden gemaakt, die nog een heel leven voor zich hadden.

En laten we ook in soortgelijke termen praten over de mensen van elders die nu in ons land zijn.