Saudi-Arabië: Gelekt wetboek van strafrecht zorgt voor verdere onderdrukking
Amnesty International heeft de gelekte voorlopige versie van het wetboek van strafrecht van Saudi-Arabië in handen. Het document dat het eerste wetboek van strafrecht van Saudi-Arabië is, is niet in lijn met universele mensenrechtenstandaarden. Dat concludeert Amnesty International in een vandaag verschenen rapport.
Het rapport Manifesto for Repression beschrijft hoe de voorlopige versie van het wetboek van strafrecht de benarde mensenrechtensituatie in het land niet verbetert maar slechts onderdeel is van de hervormingsagenda van kroonprins Mohammed bin Salman. Het rapport laat de hypocrisie zien van zijn beloften op het gebied van progressieve hervormingen.
Saudi-Arabië heeft nog geen wetboek van strafrecht
Momenteel heeft Saudi-Arabië geen wetboek van strafrecht. Rechters gebruiken nu hun interpretatie van de sharia (islamitische wet) en jurisprudentie om te bepalen wat een misdaad is en welke straf hiervoor wordt opgelegd. Dit zorgt voor veel ruimte bij het berechten van zaken, en misdaden en straffen blijven vaak vaag omschreven. Voor het eerst werkt het land nu aan een wetboek van strafrecht.
‘Het ontbreken van een geschreven wetboek van strafrecht heeft lang gezorgd voor onrecht en systematische mensenrechtenschendingen in Saudi-Arabië,’ zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. ‘Het eerste geschreven wetboek van strafrecht had een cruciale kans kunnen zijn voor de autoriteiten om echte hervormingen door te voeren die de mensenrechten respecteren. Maar uit onze analyse van het gelekte document blijkt dat het in feite niets anders is dan een manifest voor verdere onderdrukking. Als dit wetboek van strafrecht er zou komen, dan verankert het slechts meer mensenrechtenschendingen.’
Onderdrukkende wetten verankerd
De voorlopige versie van het wetboek van strafrecht gaat in tegen internationale mensenrechtenstandaarden en legt bestaande onderdrukkende praktijken vast in geschreven wetgeving. Zo criminaliseert het de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van gedachten en religie en wordt het recht op vrijheid van vergadering onvoldoende gewaarborgd. Het criminaliseert onwettige seksuele relaties met wederzijdse instemming, homoseksualiteit en abortus en het beschermt vrouwen en meisje niet tegen gendergerelateerd geweld. Daarnaast worden ook het gebruik van de doodstraf en het gebruik van lijfstraffen, zoals zweepslagen, vastgelegd in dit wetboek van strafwet.
‘Deze versie van het wetboek van strafrecht maakt korte metten met de illusie dat de kroonprins oprechte hervormingen wil doorvoeren,’ zegt Agnès Callamard. ‘Nu het wetboek van strafrecht nog niet definitief is, hebben de autoriteiten van Saudi-Arabië nog de kans om te laten zien dat de verhalen over hervormingen geen lege beloften zijn. Ze kunnen nog experts uit het maatschappelijk middenveld raadplegen en de versie die er nu ligt aanpassen zodat deze wél in lijn komt met internationale standaarden.’
Alleen misdaden die buiten de sharia vallen
De voorlopige versie van het wetboek van strafrecht blijkt alleen zogenaamde ta’zir-misdaden op te nemen. Dat zijn misdaden die niet bekend zijn in de sharia-wetgeving en waarbij dus geen straf vaststaat in de sharia. Het beschrijft geen misdaden waarbij de straffen al door de sharia zijn vastgesteld (hadd- of qisas-misdaden). Hierdoor blijft er nog veel ruimte voor de rechter om te bepalen wanneer iets wel of niet strafbaar is.
Het Amnesty-rapport analyseert de 116 gelekte pagina’s en geeft een beeld van een decennium aan onderdrukking van vrije meningsuiting door de Saudische autoriteiten en het gebruik van martelingen en de doodstraf. Daarnaast bevat het rapport interviews met experts op het gebied van Saudische wetgeving.
Een decennium aan onderdrukking
De afgelopen tien jaar heeft Saudi-Arabië de vrijheid van meningsuiting flink ingeperkt en de stemmen van andersdenkenden onderdrukt; van mensenrechtenverdedigers tot journalisten en van geestelijken tot vrouwenrechtenactivisten. Mensen werden opgesloten, gingen in ballingschap of kregen een reisverbod. De autoriteiten gebruiken zogenaamde anti-terrorismebepalingen en anti-cybercriminaliteitsbepalingen om kritische stemmen het zwijgen op te leggen.
De voorlopige versie van het wetboek van strafrecht zou de repressieve maatregelen versterken. Smaad, belediging en kritiek op de rechterlijke macht worden onder vage termen strafbaar gesteld. Dat kan ertoe leiden dat individuele vrijheden verder worden aangetast en het harde optreden tegen afwijkende meningen door kan gaan.
Salma en Manahel
Het rapport beschrijft ook meerdere recente gevallen waarin andersdenkenden in Saudi-Arabië worden onderdrukt en opgesloten. Dit laat zien wat de gevolgen zijn van de onderdrukkende wetten in het land en waarom de nieuwe strafwet niet in deze vorm in werking mag treden.
Een voorbeeld is de zaak van Salma al-Shehab. Ze is een promovendus en moeder van twee kinderen en heeft 27 jaar gevangenisstraf gekregen omdat ze zich op X (Twitter) uitsprak voor vrouwenrechten
Een ander voorbeeld is de nog lopende zaak van Manahel al-Otaibi. Ze is een fitness-instructeur, blogger, en mensenrechtenverdediger. Sinds november 2023 is ze ‘verdwenen’ in afwachting van haar rechtszaak. Deze komt voor de Specialized Criminal Court, een beruchte anti-terrorisme rechtbank. Dit omdat ze een foto van haarzelf zonder abaya postte (een traditioneel islamitisch gewaad). Daarnaast sprak ze zich op sociale media uit tegen de mannelijke voogdijschap in Saudi-Arabië.
Gendergerelateerd geweld
Al jarenlang hebben vrouwen en meisjes in Saudi-Arabië te maken met wijdverbreide discriminatie. Deze versie van het wetboek van strafrecht staat geen vervolging toe van personen die misdaden begaan uit naam van ‘eer’, zoals mishandeling of moord. Dat is zeer alarmerend. Het maakt de dader onschendbaar en is een flagrante schending van het internationaal recht. Daarnaast zijn de definities voor intimidaties veel te vaag omschreven en erkent deze versie van het wetboek van strafrecht verkrachting binnen het huwelijk niet als verkrachting.
Doodstraf voor godslastering
Kroonprins Mohammed bin Salman heeft beloofd om het gebruik van de doodstraf te beperken tot enkel de zwaarste misdaden onder de sharia. Toch is er een angstaanjagende stijging te zien in het aantal executies, waaronder een grote massa-executie van 81 mensen in maart 2022.
De gelekte voorlopige versie van het wetboek maakt de doodstraf tot de primaire straf voor verschillende misdaden. Dit varieert van moord en verkrachting tot niet gewelddadige delicten, zoals afvalligheid en godslastering. Dit gaat in tegen internationale wetgeving. Daarnaast kunnen ook kinderen tot de dood veroordeeld worden. Volgens het gelekte document legt het de leeftijdsgrens van criminele aansprakelijkheid op de schokkend lage leeftijd van zeven jaar. Het Comité voor de Rechten van het Kind beveelt aan dat de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid niet lager is dan twaalf jaar.
‘Het is van essentieel belang dat de VN-Mensenrechtenraad procedures in het leven roept om de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië te monitoren,’ zegt Agnès Callamard ‘Zodat de Saudische autoriteiten de verschrikkelijke realiteit van hun onderdrukking niet kunnen blijven verdoezelen. Met hun dure pr-machine schotelen ze een beeld van vooruitgang en glamour voor en kopen zo het zwijgen van de wereld.’
Over het lek
In juli 2022 lekte de voorlopige versie van het Saudische wetboek van strafrecht voor het eerst uit. De Saudische autoriteiten hebben de voorlopige versie van het wetboek van strafrecht niet ter consultatie gedeeld met onafhankelijke maatschappelijke organisaties, maar verschillende Saudische juridisch experts hebben de echtheid van het gelekte document vastgesteld.
Twee Saudische advocatenkantoren hebben publiekelijk op het document gereageerd. Toch ontkent de Saudische Mensenrechtencommissie dat het om een echt document gaat en zegt deze commissie dat het de meest recente versie van het wetboek van strafrecht op dit moment geëvalueerd wordt. Amnesty International nodigt de Saudische autoriteiten uit om de laatste versie te publiceren zodat er onafhankelijke feedback kan worden gegeven vanuit het maatschappelijk middenveld.