‘Salonfähig’ China laat gevangenen creperen
Je hoort het wel vaker tegenwoordig: China is salonfähig geworden. Het land zou beschaafd genoeg zijn om, zoals het woord oorspronkelijk gebruikt werd, ‘in hogere kringen’ te verkeren, daar waar de genodigden respectabel zijn en nette manieren hebben.
De nieuwe, assertieve rol van China op het wereldtoneel heeft dat beeld in de hand gewerkt. Nu zelfs de Verenigde Staten een president hebben die weinig heil ziet in internationale afspraken en het eigenbelang voorop stelt, neemt president Xi Jinping met ‘enige terughoudendheid’ de leiding over bij zaken als klimaatverandering en vrijhandelsverdragen. Het land wil die rol volgens Xi eigenlijk niet, maar ‘zal zijn verantwoordelijkheid nemen’ als andere landen een stap terug zetten. En dat is gebeurd: De klimaatontkenners in het Witte Huis en de Brexiteers hebben van China een onmisbare en welwillende partner op het wereldtoneel gemaakt. Xi Jinping als redder van het Klimaatakkoord van Parijs. Het is even wennen voor een land dat nog steeds bijna een derde van alle CO2 ter wereld uitstoot.
In die hoedanigheid van nieuwe wereldleider presenteerde president Xi in mei het Chinese megaproject One Belt, One Road aan 130 regeringsleiders. Liefst 1 biljoen dollar (919 miljard euro) aan investeringen zijn daarmee gemoeid. Landen die meedoen bij het aanleggen van deze 21e-eeuwse Zijderoute kunnen rekenen op in totaal 113 miljard euro aan leningen, ontwikkelingshulp en investeringen. Daar staan overheden en bedrijven van Pakistan tot Nederland bij te likkebaarden. En daar word je als president dus erg salonfähig van.
En dat wringt, vooral als je de verhalen hoort van mensen als Su Changlan, een vreedzame activiste die al tijden vecht voor haar gezondheid in een Chinese gevangenis. Ze kampt met hart- en schildklierproblemen die niet of slecht behandeld worden, en die almaar toenemen door de onmenselijke en onhygiënische omstandigheden in haar cel. Even voor de duidelijkheid: Daar zit ze met vijftig, zestig andere gevangenen op zo’n 80 vierkante meter. Haar situatie is zo slecht dat 24 Amnesty-directeuren China in een brief dringend opriepen haar onmiddellijk medisch te behandelen.
Dat Chinese mensenrechtenverdedigers zelfs in de gevangenis niet veilig zijn, blijkt wel vaker. Ook toen Liu Xiaobo onlangs overleed kort nadat hij naar een ziekenhuis was overgebracht, rezen er ernstige verdenkingen over het onthouden van medische zorg aan de Nobelprijswinnaar. Andere bekende voorbeelden zijn Cao Shunli en de Tibetaanse monnik Tenzin Delek Rinpoche, die beiden in de gevangenis overleden omdat ze onvoldoende medisch behandeld werden, zelfs niet nadat de gezondheidsproblemen door marteling en mishandeling door diezelfde autoriteiten veroorzaakt waren. Voor het lot van talloze onbekende gedetineerde Chinezen mag je het ergste vrezen.
En deze week bereikte ons het bericht dat het slecht gesteld is met Huang Qi, de oprichter van een website over mensenrechten. Na zijn arrestatie in november 2016 werd hij drie weken lang mishandeld. Hij heeft nier-, hart en longproblemen en is door ondervoeding tien kilo lichter geworden en nu voeren we actie voor hem. Zodat hij behandeld wordt, en niet mishandeld.
Het salonfähige China heeft liever geen bemoeienis met haar interne aangelegenheden, zoals mensenrechtenkwesties. Ieder voor zich en samen welvarend worden is de gedachte van Xi Jinping. Maar China heeft ook verplichtingen op het gebied van mensenrechten, en Xi Jinping zou er goed aan doen naast macht ook beschaving na te streven. Het soort beschaving dat past in die salons.