Rusland geeft onwettig bevel tot opheffing Moskou Helsinki Groep
In Rusland heeft een rechtbank een verzoek bevestigd van het ministerie van Justitie om de Moskou Helsinki Groep, de oudste mensenrechtenorganisatie van het land, op te heffen.
‘Rusland stort zich steeds dieper in een mensenrechtencrisis, nu de minachting voor mensenrechten en de mensen die ervoor opkomen, staatsbeleid wordt’, zegt Marie Struthers van Amnesty International. ‘In een land waar mensenrechten worden geschonden, is er vrijwel geen ruimte meer voor mensenrechtenwerk.’
Al eerder organisaties gesloten
Na het opheffen van Memorial, de For Human Rights Movement en Open Russia, en de ontruiming van het Sacharov-centrum, hebben de autoriteiten nu de Moskou Helsinki Groep gesloten. In 2017 bezocht president Vladimir Poetin nog Ludmila Alekseeva, de voorzitter van de groep en icoon van de Sovjet-dissidentenbeweging, en legde hij bloemen bij haar begrafenis in 2018.
‘De ontmanteling door de Russische autoriteiten van de oudste mensenrechtenorganisatie in het land zal de geschiedenis ingaan als een schandelijke daad. Het besluit om de Moskou Helsinki Groep op te heffen, is onwettig en moet worden teruggedraaid. Ook moet er een einde komen aan de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld. Rusland en zijn volk verdienen beter’, zegt Struthers.
Achtergrond
Op 25 januari willigde de rechtbank van Moskou het verzoek in van het ministerie van Justitie om de mensenrechtenorganisatie Moskou Helsinki Groep op te heffen. De groep werd in 1976 in de Sovjet-Unie opgericht. De rechtszaak was gebaseerd op een aantal vermeende ‘schendingen’ door de organisatie, zoals deelname van leden van de groep die deelnamen aan evenementen buiten Moskou en zo de wettelijke beperkingen van de organisatie zouden overschrijden.
De onvrijwillige ontbinding van een organisatie behoort tot de ernstigste beperkingen van het recht op vrijheid van vereniging, beschermd door artikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (BuPo). Gezien de zwaarte van de maatregel mag deze alleen worden gebruikt wanneer er een duidelijke en onmiddellijke dreiging is voor bijvoorbeeld de nationale veiligheid of de openbare orde.