Rechtssysteem Cambodja doet naam geen eer aan
In Cambodja misbruikt de regering rechtbanken om critici te intimideren en te straffen. Uit Amnesty-onderzoek blijkt dat de autoriteiten rechtsprocedures gebruiken om rechters vooraf door de regering opgedragen uitspraken te laten doen. Via de rechtbank worden zo mensenrechtenverdedigers, leden van de politieke oppositie, vakbondsactivisten en politieke commentatoren monddood gemaakt.
Geen onafhankelijke rechtsspraak
In woorden wordt de onafhankelijke rechtspraak in Cambodja geprezen, maar in de praktijk blijkt daar allesbehalve sprake van te zijn. Door het strafrechtssysteem te manipuleren, leggen de autoriteiten, bijvoorbeeld met verzonnen aanklachten, andersdenkenden het zwijgen op.
Op dit moment zitten 27 mensenrechtenverdedigers vast terwijl tegen honderden anderen strafrechtelijke procedures lopen. Onder de gevangenen bevinden zich vijf leden van ADHOC, de belangrijkste mensenrechtenorganisatie in Cambodja. Ook Tep Vanny, die sinds 2013 al vijf keer werd opgepakt, zit achter de tralies. Vanny zet zich in voor slachtoffers van gedwongen huisuitzettingen.
Leven in onzekerheid
Zaken tegen critici slepen zich lang voort, waardoor zij in voortdurende onzekerheid moeten leven. Is eenmaal een aanklacht ingediend, dan kunnen de autoriteiten deze gebruiken om het leven van de aangeklaagde te beïnvloeden. Want zolang de behandeling van hun zaak boven hun hoofd hangt, zullen aangeklaagden zich beperkt voelen in hun doen en laten.
Cambodja heeft dringend een rechtssysteem nodig dat haar naam eer aandoet. Alleen met een werkelijk onafhankelijk rechtspraak die ervoor zorgt dat de regering haar verplichtingen met betrekking tot internationaal humanitair recht nakomt, kan onrecht worden voorkomen.
Lees meer over het misbruik van het rechtssysteem in Cambodja in het rapport Courts of Injustice: Supressing Activism Trough The Criminal Justice System.