Palestijnse autoriteiten moeten aantijgingen van marteling onderzoeken
De Palestijnse autoriteiten moeten ervoor zorgen dat zes mannen die in juni 2022 werden gearresteerd op de Westelijke Jordaanoever een eerlijke rechtszaak krijgen. Drie van hen zijn al bijna 2 maanden in hongerstaking. Ook moet er een onpartijdig onderzoek komen naar de beweringen van de mannen dat ze zijn gemarteld.
De mannen werden zonder arrestatiebevel opgepakt door de veiligheidstroepen en zijn aangeklaagd voor criminele misdrijven gerelateerd aan een explosie bij een timmerwerkplaats. Tijdens hun ondervraging in het Jericho-detentiecentrum zijn de mannen gemarteld. Later gebeurde dit ook ook in de Beitounia-gevangenis. Dat gaven hun advocaat en familieleden aan die hen in detentie bezochten. Beide detentiecentra worden gerund door de Palestijnse Autoriteit.
‘Marteling is nooit gerechtvaardigd, en de autoriteiten moeten onmiddellijk een onafhankelijk en onpartijdig onderzoek starten naar de beweringen van de gevangenen dat ze zijn gemarteld en mishandeld. Degenen die hier verantwoordelijk voor zijn, moeten gedurende het onderzoek uit hun posities worden ontheven, zodat ze geen verdere schendingen kunnen begaan. Ook moeten de mannen in overeenkomst met internationale standaarden een eerlijke rechtszaak krijgen’, zegt Heba Morayef van Amnesty International.
Sinds de mannen begin september werden aangeklaagd, zijn de zittingen in hun rechtszaak telkens uitgesteld omdat getuigen van de Palestijnse veiligheidstroepen niet kwamen opdagen. De eerstvolgende zitting staat gepland voor 3 november 2022.
Ahmad Hreish (28), Munther Rheib (54), Jihad Wahdan (44), en Ahmad Khasib (27) werden vastgezet op 6 juni 2022. Khaled Nawabit (44) werd opgepakt op 23 juni en Qassam Hamayel (23) op 26 juni. Ahmad Khasib en Khaled Nawabit – die een hartoperatie nodig heeft – werden beiden op borgtocht vrijgelaten in oktober. Volgens hun advocaat en familieleden die hen in de gevangenis mochten bezoeken, zijn beide mannen gemarteld en mishandeld.
Hongerstaking
Ahmad Hreish, Jihad Wahdan en Qassam Hamayel zijn sinds 25 september in hongerstaking uit protest tegen hun behandeling. Ze worden geboeid aan hun ziekenhuisbed vastgehouden in het Palestine Medical Complex-ziekenhuis, waar ze heen werden gebracht toen hun gezondheid verslechterde. Ondanks hun slechte gezondheid krijgen de mannen niet voldoende medische hulp volgens hun advocaat en familie.
De mannen zijn ook vastgehouden in eenzame opsluiting, mochten geen familiebezoek ontvangen en geen telefoongesprekken voeren, en ze werden onder constante surveillance gehouden als straf voor hun besluit om in hongerstaking te gaan.
Marteling
De familie en advocaat van Ahmad Hreish, die vader werd van zijn eerste kind op het moment dat hij zijn hongerstaking begon, vertelden Amnesty International hoe de veiligheidstroepen hem met knuppels en wapenstokken sloegen, onder meer op zijn voeten. Zijn armen werden lange tijd achter zijn rug gebonden – een veelgebruikte martelmethode in Palestijnse detentiecentra.
Op 13 juni vertelde Ahmad Hreish over zijn martelingen voor een jury in het Jericho Magistrate Court. Amnesty International heeft documenten uit de rechtszaak bekeken waarin hij vertelde: ‘Ik ben al een week in deze kerker in Jericho waar mijn polsen met touw zijn vastgebonden en mijn gezicht bedekt was en ik niets kon zien. Ik was aan een raam opgehangen en ik werd geslagen met stokken en zwepen. Ik werd op mijn voetzolen geslagen, en na dat alles zeiden ze dat ik ‘moest opstaan en gaan dansen…’ en ze bonden mijn handen achterop mijn rug.’
Amnesty International is niet op de hoogte van enig onderzoek naar deze aanklachten van marteling van Ahmad Hreish. Volgens de documenten van de rechtbank verwees een rechter hem door voor een medisch onderzoek. Hoewel hij op de hoogte was van de klachten over marteling stuurde hij hem terug naar de plek waar deze zouden hebben plaatsgevonden. Volgens de zus van Ahmad Hreish werd hij opnieuw gemarteld omdat hij zich in de rechtbank had uitgesproken. Bij latere zittingen sprak hij er niet meer over.
Alle aangeklaagden hebben tijd doorgebracht in zowel Israëlische als Palestijnse gevangenissen. Volgens hun advocaat werden ze ondervraagd door de Palestijnse veiligheidstroepen over hun politieke opvattingen, betrekkingen en tijd in Israëlische gevangenissen.
Ondanks dat Palestina het Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke en Onterende Behandeling of Bestraffing heeft bekrachtigd, is marteling veelvoorkomend in Palestijnse detentiecentra.