Palestijnse activist vrij
‘Ik dank jullie allemaal voor jullie steun.’ Dat zei de Palestijnse journalist en mensenrechtenactivist Hasan Safadi tegen Amnesty-medewerkers nadat hij op 7 december is vrijgelaten uit de Ketziot-gevangenis in Zuid-Israël. Hij zat bijna anderhalf jaar in administratieve detentie zonder dat er een aanklacht tegen hem was ingediend en zonder proces. Safadi werkt als mediacoördinator voor Addameer, een organisatie die opkomt voor de rechten van Palestijnse gevangenen.
Veertig dagen ondervraagd
De Israëlische autoriteiten arresteerden Safadi op 1 mei 2016 bij de grensovergang Al-Karameh tussen Jordanië en de Bezette Palestijnse Gebieden. Hij kwam toen terug uit Libanon, waar hij een conferentie had bijgewoond over de rechten van gevangenen. Gedurende veertig dagen werd hij ondervraagd en hij werd onder meer blootgesteld aan slaapgebrek. Ook werd hem de eerste tien dagen na zijn arrestatie de toegang tot een advocaat ontzegd.
Bezoek aan ‘vijandelijk’ land
Op 10 juni 2016 beschuldigde het Hof van Justitie in Jeruzalem Safadi van het bezoeken van een ‘vijandelijk’ land (Libanon). Nog diezelfde dag beval de rechtbank zijn vrijlating, nadat zijn ouders de borgtocht van 2.500 NIS (ongeveer 550 euro) hadden betaald. Terwijl zijn ouders wachtten op zijn vrijlating, kregen ze te horen dat Safadi onder een zes maanden durende administratieve detentie was geplaatst. Uiteindelijk hielden ze hem bijna anderhalf jaar lang gevangen.
‘Dank voor alle steun’
Safadi (26) is inmiddels terug bij zijn familie in Beit Hanina, in het bezette Oost-Jeruzalem. Na zijn vrijlating zei hij tegen Amnesty: ‘Ik dank jullie allemaal voor jullie steun en voor het geloof in het werk van Palestijnse mensenrechtenverdedigers. Zij zijn een constant doelwit en hen wordt het zwijgen opgelegd voor het blootleggen van mensenrechtenschendingen. Onze kracht ligt in onze solidariteit en in het opkomen voor elkaars rechten.’ Ook zei hij: ‘De bezetters probeerden me het zwijgen op te leggen en mijn wil te verbreken door mij in administratieve detentie te plaatsen, maar ze zullen mij niet breken en ik zal mijn werk voortzetten totdat de bezetting eindigt.’