Oproep Amnesty International aan onderwijsinstellingen: geef demonstratierecht de ruimte
Nu in heel Nederland het studiejaar van start gaat, hebben de eerste studenten al demonstraties aangekondigd. De kans is groot dat er opnieuw Palestijnse solidariteitsdemonstraties plaatsvinden bij veel onderwijsinstellingen. Amnesty International hoopt dat demonstrerende studenten vooral gezien worden als bezorgd en betrokken. Studenten en onderwijsinstellingen bevinden zich in het midden van het maatschappelijk debat. Juist in tijden van maatschappelijke onrust hoort demonstratierecht de ruimte te krijgen.
Amnesty International zag het afgelopen jaar onder meer in Amsterdam dat met name deze solidariteitsdemonstraties veel stof deden opwaaien. Media meldden tegelijkertijd dat het gevoel van onveiligheid binnen de universiteiten bij Joodse studenten is toegenomen. Dit vereist van universiteiten en hogescholen een gedegen aanpak.
Belang demonstratierecht
Studenten eisen een plek op in het maatschappelijk debat. Dat hoort bij een kritische kijk op de wereld. In veel studentensteden verliepen de protesten bovendien vreedzaam: studenten spraken hun zorgen uit, in verschillende steden, zoals Maastricht, richtten zij kampementen in op het terrein van hun onderwijsinstelling om hun boodschap kracht bij te zetten. Bij een groot aantal demonstraties stonden beide partijen in goed contact met elkaar. In een aantal gevallen leidden de demonstraties zoals in Amsterdam dit jaar tot incidenten, waarbij een enkele keer (grote) vernielingen werden aangericht. De onderwijsinstellingen stelden daarop een gezamenlijke richtlijn voor demonstreren op hun terrein op, waarin ze trachtten een aantal regels vast te stellen. Amnesty International plaatst een aantal kanttekeningen bij die richtlijn, en is daarin niet de enige. Ook PILP en de vakbonden lieten zich eerder al kritisch uit over de richtlijn.
Fundamenteel recht
Het demonstratierecht is een fundamenteel recht in een gezonde samenleving. Het demonstratierecht beschermt allerlei soorten protestacties. Zolang ze vreedzaam zijn, kunnen niet alleen protestmarsen, maar ook blokkades, sit-ins, bezettingen en flashmobs onder het demonstratierecht vallen.
Onderwijsinstellingen zijn publiek toegankelijk. Bovendien geeft het demonstratierecht demonstranten een grote mate van vrijheid om zelf de tijd en plaats kiezen, ook als hun protest zich tegen de universiteit of hogeschool richt, en daar mag dus ook gedemonstreerd worden. Natuurlijk zijn er ook grenzen aan het demonstratierecht. Geweld hoort niet bij een vreedzaam protest. Er moet echter wel onderscheid worden gemaakt tussen vreedzame demonstranten en de (vaak kleine) groep die geweld gebruikt. Zowel voor de onderwijsinstelling als de politie en de gemeente moet dit onderscheid helder zijn: hun optreden moet gericht zijn op de groep die geweld gebruikt, en zoveel mogelijk de overige demonstranten ongemoeid laten. Hierdoor kan ook mogelijke escalatie vermeden worden.
Ruimte voor demonstratierecht
Het is essentieel dat de ruimte voor het recht om te demonstreren als onderdeel wordt gezien van het academische debat. Vooral in tijden van maatschappelijke onrust en politieke onzekerheid is het recht om te demonstreren van groot belang. Onderwijsinstellingen zijn ook zelf onderdeel van die discussie.
Amnesty International hoopt dan ook dat de universiteits- en hogeschool bestuurders studenten primair zien als betrokken en bezorgd met goede intenties. En dat eventuele restricties die aan geplande demonstraties verbonden worden, voldoen aan de strikte toets die daarvoor geldt:
Ingrijpen en beperken moet noodzakelijk en proportioneel zijn. Als er hard wordt ingegrepen dan wel beperkt, moeten alle andere, minder ingrijpende manieren al zijn verkend en geprobeerd.
Oproep Amnesty International
Amnesty roept bestuurders van universiteiten en hogescholen op studenten en medewerkers die zich uitspreken door demonstraties zoveel mogelijk ruimte te geven.
Demonstraties moeten alleen worden beëindigd wanneer dit echt niet anders kan. Zolang protest vreedzaam is, is het onderdeel van het academische debat. Ook de gemeenten hebben hier een rol te vervullen. Bestuurders moeten uitgaan van de vreedzame bedoelingen die studenten hebben, en hen zoveel mogelijk de ruimte geven om hun geluid te laten horen. Zij moeten studenten serieus nemen en met hen in gesprek gaan. Daarnaast is het van belang dat er in de benadering onderscheid wordt gemaakt tussen de overgrote meerderheid die vreedzaam demonstreert en de enkeling die wellicht geweld gebruikt.
Bestuurders moeten alert zijn op antisemitisme en adequaat optreden tegen antisemitische uitingen, en tegelijkertijd waakzaam zijn dat kritiek op de staat Israël niet verward wordt met antisemitisme.
Alleen wanneer dat noodzakelijk is in het belang van de nationale of openbare veiligheid, ter voorkoming van wanordelijkheden of strafbare feiten, of ter bescherming van de gezondheid of de rechten en vrijheden van anderen, mag een burgemeester een demonstratie inperken. En dan nog alleen op de minst ingrijpende wijze.