Oekraïne: humanitaire ramp dreigt voor belegerde stad Izium
Voor inwoners van Izium in de Charkov-regio in het oosten van Oekraïne dreigt een humanitaire ramp nu Russische troepen de stad blijven bombarderen. Amnesty International sprak met gevluchte inwoners.
Izium ligt sinds 28 februari 2022 onder vuur en gevluchte burgers waarschuwen dat de voedsel- en watervoorraden opraken terwijl de achterblijvers zich in hun kelders moeten verschuilen.
Tussen 9 en 12 maart 2022 interviewde Amnesty International 26 inwoners van Izium direct nadat zij waren geëvacueerd naar Svyatohirsk, een stad in de Donetsk-regio. Die is grotendeels onder Oekraïense controle, maar ligt ook onophoudelijk onder Russisch vuur.
Wanhopige burgers zitten vast
‘Tientallen kleine steden en dorpen in Oekraïne worden meedogenloos aangevallen. Hun wanhopige inwoners komen vast te zitten in het kruisvuur of worden belegerd door Russische troepen’, zegt Marie Struthers van Amnesty International.
‘De getuigenissen die we uit Izium hebben verzameld, laten de terreur zien die de burgerbevolking ervaart, gevangen in hun kelders met bijna geen voedsel of water, en constant onder vuur liggend.’
‘Dringend humanitaire corridors nodig’
Lees ook: Petitie: Rusland, stop het geweld in Oekraïne ‘Izium en andere steden aan de frontlinie hebben nu dringend humanitaire corridors nodig om de veilige evacuatie van burgers te garanderen en om humanitaire hulpgoederen te leveren aan degenen die achterblijven.’
De Russische militaire aanvallen op Izium begonnen op 28 februari 2022 en de stad wordt sinds 3 maart voortdurend blootgesteld aan raketbeschietingen.
De meeste woonwijken van de stad zijn inmiddels afgesloten van elektriciteit, gas, verwarming en mobiele communicatie. Volgens de Oekraïense procureur-generaal kwamen op 3 maart acht burgers om, onder wie twee kinderen, door bombardementen die ook grote schade aanrichtten aan het centrale ziekenhuis van de stad. Sindsdien zijn er meer slachtoffers gemeld.
Civiele infrastructuur vernietigd
Geïnterviewden vertelden Amnesty dat Russische troepen aanvallen uitvoerden waarbij burgers omkwamen of gewond raakten. De civiele infrastructuur, waaronder woonhuizen, scholen, kleuterscholen, medische voorzieningen en winkels, is vernietigd of beschadigd. Sommige van de aanvallen lijken willekeurig en daarom onwettig te zijn geweest.
Satellietbeelden van 12 maart die door Amnesty werden bestudeerd, tonen duidelijk kraters en schade in de buurt van locaties waar volgens openbaar toegankelijk kaarten scholen en ziekenhuizen zouden staan.
‘De mensen en de stad gaan kapot’
Svitlana, een 72-jarige intern ontheemde, woonde in Izium sinds ze vertrok uit Donetsk, een provincie die sinds 2014 wordt gecontroleerd door gewapende separatisten die door Rusland worden gesteund. ‘Toen ze ons begonnen te bombarderen, op 3 of 4 [maart], konden we niet meer naar buiten’, vertelde Svitlana aan Amnesty. ‘Dag en nacht werden er raketten afgeschoten… Als dit nog een paar dagen doorgaat, zijn de mensen en de stad kapot.’
Doordat supermarkten zijn gesloten of vernietigd, is de bevolking van Izium inmiddels volledig afhankelijk van humanitaire hulp en persoonlijke voedselvoorraden. De toegang tot elektriciteit, gas, verwarming en elke vorm van communicatie is afgesneden. De mensen lijden ook door gebrek aan sanitaire voorzieningen en watertekorten.
‘Ik weet niet hoe ze zullen overleven’
Tetyana, die met haar 5 maanden oude baby in een opvangcentrum in de stad verbleef, zei: ‘Toen we vertrokken [evacueerden], waren er drie jerrycans [water] van vijf liter voor 55 mensen. Ik weet niet hoe ze zullen overleven.’
Er is tot nu toe sporadisch humanitaire hulp en brood aan de stad geleverd. Door de grote tekorten en het aanhoudende gebrek aan communicatie heeft die hulp slechts enkele burgers bereikt, vooral mensen die in grotere schuilkelders zitten onder scholen.
Droog brood, appels en eieren
Geïnterviewden vertelden Amnesty dat mensen die in woonwijken in gezinswoningen achterbleven, moeite hadden om toegang te krijgen tot voedsel. Hun buurten zijn flink beschadigd en de meeste huizen hebben geen kelder om veiligheid te zoeken.
Natalia, die in haar eigen woning schuilde, vertelde: ‘We hebben 6 dagen in de kelder doorgebracht. Het is erg klein, je moet erin staan, het is onmogelijk om te gaan liggen. Zodra er een pauze was [tussen de aanvallen], renden we snel naar buiten en pakten wat eieren van de kippen… Ons kind had honger, omdat we nauwelijks te eten hebben.’
‘We hadden alleen nog wat droog brood, appels uit de kelder, augurken in blik en jam… We konden nergens ander voedsel krijgen, want we konden ons huis niet uit. Alles lag onder vuur.’
In het kruisvuur
Twee geïnterviewden vertelden dat ze in een kruisvuur terechtkwamen tijdens aanvallen in de dichtbevolkte stedelijke omgeving van de stad. Een man zei dat verschillende Oekraïense strijders – die volgens oorlogsregels als wettige doelwitten van aanvallen zouden worden beschouwd – zich in een van de flats ophielden die werd aangevallen.
Andere inwoners van Izium vertelden Amnesty dat er geen militaire bases of andere militaire doelen in de buurt waren van hun woonwijken die werden gebombardeerd.
Volgens lokale bronnen konden de lokale autoriteiten door de voortdurende beschietingen op 9 maart slechts 250 mensen uit Izium evacueren in plaats van de geplande vijfduizend. Op 10 maart werden nog eens tweeduizend mensen geëvacueerd. Samen met de lokale autoriteiten gebruikten vrijwilligers en activisten privé-auto’s voor de evacuaties. Veel burgers, voornamelijk ouderen en mensen met een beperking, kozen ervoor om te blijven of konden niet vertrekken.
Amnesty’s oproep
Het internationaal humanitair recht verbiedt opzettelijke aanvallen op burgers en burgerobjecten, evenals willekeurige en onevenredige aanvallen. Russische troepen moeten alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om burgers en burgerdoelen te sparen.
Oekraïense strijdkrachten moeten ook alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om de burgerbevolking en burgerobjecten onder hun controle te beschermen tegen de gevolgen van aanvallen. In het bijzonder moeten ze voorkomen dat ze vanuit burgerwijken opereren waardoor het risico toeneemt dat burgers en burgerobjecten worden geraakt.
Amnesty International heeft eerder opgeroepen om burgers van wie de huizen zijn verwoest en anderen die voor hun leven vrezen als gevolg van Russische bombardementen, toegang te verlenen tot veilige humanitaire corridors. Amnesty beschouwt de Russische inval in Oekraïne als een daad van agressie.