Oeigoeren zijn nergens veilig, zelfs niet in Nederland
Uit nieuwe gelekte Chinese staatsdocumenten blijkt hoe ver de onderdrukking van Oeigoeren en andere etnische minderheden gaat. Niet alleen in China, maar ook in het buitenland zijn zij niet veilig, volgens een Lees ook: Nowhere feels save - Uyghurs tell of China-led intimidation campaign abroad De organisatie interviewde vierhonderd mensen uit etnische minderheidsgroepen uit Xinjiang, voornamelijk Oeigoeren, die in 22 landen en op vijf verschillende continenten wonen. Hieruit blijkt dat China op zeer indringende en systematische wijze Oeigoeren in het buitenland intimideert en bespioneert, ook in Nederland.
Zo’n 1 tot 1,6 miljoen Oeigoeren leven in het buitenland. Zij zijn meestal terughoudend in het spreken over hun geliefden in Xinjiang uit angst voor repercussies van de Chinese overheid. Zo dreigen de Chinese autoriteiten familieleden op te sluiten als Oeigoeren niet naar Xinjiang terugkeren of als ze weigeren informatie door te spelen over mensen uit hun gemeenschap. De meeste Oeigoeren in het buitenland hebben daarom de contacten met het thuisfront verbroken en leven in constante angst. Ongeveer tweederde van de geïnterviewden wilde daarom anoniem blijven.
Chinese politiemannen dwongen mijn broer in Xinjiang mij te bellen. Toen ik opnam namen ze de telefoon over en zeiden dat ik informatie over ander Oeigoeren in Nederland aan hen moest doorspelen. Anders zouden ze mijn broer oppakken.
Op verschillende wijzen wordt de Oeigoerse diaspora geïntimideerd en bespioneerd:
-
Sociale media
Geïnterviewden vertelden Amnesty dat de enige manier waarop ze met hun geliefden in Xinjiang kunnen communiceren via de Chinese berichtenapp WeChat is. Berichten in deze app zijn niet versleuteld en de Chinese overheid leest mee. Sommigen gebruiken de app daarom helemaal niet of zeer beperkt. Enkelen gaven ook aan dat de Chinese autoriteiten sociale media-apps gebruiken om hen te volgen en te intimideren.
-
Dreigtelefoontjes
Geinterviewden vertelden dat zij telefoontjes kregen van de Chinese ambassade in het land waar ze wonen. In die gesprekken probeerde de ambassademedewerker de persoonlijke gegevens te achterhalen omdat ze die nodig zouden hebben voor ‘een belangrijk document’. Enkele van hen werd gevraagd naar ambassade te komen om een document op te halen. Zij gingen daar niet op in, uit angst in de val te worden gelokt om naar Xinjiang terug te worden gestuurd.
Openlijke kritiek wordt aangepakt
- Verschillende Oeigoeren met wie Amnesty sprak gaven aan dat ze met de dood worden bedreigd, dat hun familieleden in Xinjiang worden opgesloten of dat ze worden zwartgemaakt in de Chinese media (zoals the Global Times) omdat ze zich publiekelijk hebben uitgesproken tegen de onderdrukking in Xinjiang.
Abdurehim Gheni, een Nederlands-Oeigoerse activist die wekelijks op de Dam protesteert, vertelde Amnesty dat hij geregeld gevolgd en geintimideerd wordt door onbekenden, van wie hij gelooft dat ze Chinees zijn. Een keer werd hij zelfs bedreigd door drie Chinese mannen en een vrouw die riepen dat hij ‘valse informatie verspreidde’ en ‘het verdiende te sterven’. Hij ontving ook telefonische doodsbedreigingen.
-
Informanten
Chinese veiligheidsagenten proberen Oeigoeren te ronselen om andere Oeigoeren uit de gemeenschap te bespioneren. Hierdoor weten Oeigoeren van elkaar niet of iemand een spion is van de Chinese regering, wat het gevoel van wantrouwen en angst versterkt.
Terugsturen
Verschillende landen zijn door China onder druk gezet om Oeigoeren terug te sturen naar China. Zo stuurde Thailand in 2015 honderd Oeigoeren terug en Egypte in 2017 zestien Oeigoerse studenten. De angst is groot dat Oeigoeren bij terugkeer worden opgesloten in een heropvoedingskamp.
Oproep Amnesty
De Chinese overheid moet stoppen met het onderdrukken van Oeigoeren en andere etnische minderheden binnen en buiten China. Ook moeten ze de heropvoedingskampen onmiddellijk sluiten.
Andere landen moeten Oeigoeren en andere etnische minderheden niet terugsturen naar China, maar ze bescherming bieden. Ook moeten ze specifieke maatregelen treffen om hen te beschermen tegen intimidatie van de Chinese autoriteiten.