Nu geen half werk bij het schoonmaken van de Nigerdelta
De Nigeriaanse president Buhari verwacht zichtbare verbeteringen in de toestand van het milieu in Ogoniland, een deel van de Nigerdelta. Gisteren lanceerde de regering de start van een programma gericht op het uitvoeren van de aanbevelingen die het milieuprogramma van de VN (UNEP) al in 2011 deed.
UNEP onderzocht de ernst van de olievervuiling in Ogoniland en de gevolgen hiervan voor onder meer de gezondheid van de lokale bevolking. Zo bleek in het dorp Nisisioken Ogale een hoeveelheid benzeen in het drinkwater te zitten die de richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie maar liefst 900 keer overtrof. De verwachting was dat het VN-rapport een keerpunt zou worden en tot spoedige actie door de Nigeriaanse overheid en oliemaatschappijen als Shell zou leiden. Niets was minder waar. Al die jaren gebeurde er maar bar weinig.
In 2014 publiceerde Amnesty samen met een coalitie van milieu- en mensenrechtenorganisaties een evaluatie van UNEP-implementatie onder de veelzeggende titel: ‘No progress’. Met het aantreden van de nieuwe Nigeriaanse President en regering in 2015 begon het tij enigszins te keren. De ministeriele verantwoordelijkheid voor de schoonmaak van Ogoniland ging van ‘olie’ naar ‘milieu’. De nieuwe minister van Milieu, Amina Mohammed, neemt deze opdracht serieus en wordt gesteund door president Buhari, die tevens de huidige minister van Olie is. Het komt nu aan op een serieuze uitvoering.
Amnesty dringt er samen met coalitiepartners allereerst aan prioriteit: schoon drinkwater. Verder moet het toezicht op de olie-industrie verbeteren. Het daadwerkelijk schoonmaken zou gedaan moeten worden door onafhankelijke experts. Dit laten we liever niet over aan de oliemaatschappijen. Eind vorig jaar constateerde Amnesty (wederom) dat locaties die Shell als schoon had aangemerkt, nog ernstig vervuild waren. Uiteindelijk zou de schoonmaak zich niet moeten beperken tot Ogoniland. De vervuiling treft de hele Nigerdelta.
Cruciaal voor een succesvolle aanpak is nauwe betrokkenheid van lokale gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld. Ook in de structuren die worden opgetuigd om alles in goede banen te leiden, zoals de ‘HYPREP Governing Council’. Het is noodzaak dat alle partijen, zeker ook de internationale oliemaatschappijen, zich committeren aan het volledig financieren van de schoonmaakkosten.
Mensen in Ogoniland leven al meer dan vijftig jaar in deze ‘chronische vervuiling’. Voor velen is dat hun hele leven. Er mag geen sprake zijn van half werk.
Hier lees je de volledig verklaring van Amnesty en andere NGO’s over het schoonmaken van Ogoniland