Nederland: kabinet onderstreept belang demonstratierecht, maar heeft nog weg te gaan
De val van het kabinet heeft de politiek op scherp gezet. Nederland staat aan de vooravond van wat wel eens een onrustige periode kan worden. Vaak zien we dat maatschappelijke onrust leidt tot demonstraties, die juist de afgelopen tijd onder een vergrootglas liggen. Met gesprekken met burgemeesters en de landelijke overheid zet Amnesty International zich al geruime tijd in om het demonstratierecht te waarborgen. Nu het kabinet heeft gereageerd op ons rapport, kijken we vooruit.
Aanbevelingen
In het rapport Demonstratierecht onder druk van 14 november 2022 doet Amnesty International een aantal aanbevelingen over een betere waarborging van demonstratierecht. Hierover zijn lokale teams in gesprek met gemeenteraden en lokale bestuurders in zeventien steden. Inmiddels hebben twee gemeenten het manifest ondertekend en heeft het kabinet gereageerd op ons rapport. In de reactie van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid namens het kabinet van vrijdag 7 juli 2023 valt een aantal zaken op. Zo wordt een flink aantal van onze aanbevelingen onderschreven:
• Wie een demonstratie organiseert, moet niet te veel drempels ervaren;
• Gebrek aan kennis bij lokale bestuurders zet het demonstratierecht onder druk, een online kennisplatform is essentieel;
• Er is in het demonstratierecht geen ruimte voor generieke verboden (zoals demonstraties bij abortusklinieken of de woning van politici);
• Een demonstratie mag niet verboden of beëindigd worden enkel en alleen omdat de kennisgeving ontbreekt of omdat demonstranten handelen in strijd met voorschriften of aanwijzingen. Deze aanpassingen brengen de Wet openbare manifestaties (Wom) beter in lijn met de mensenrechten;
• Strafrechtelijk optreden tegen vreedzame demonstranten is onwenselijk. Het kan mensen afschrikken en besluiten niet te gaan demonstreren.
Het is positief dat deze punten nu ook expliciet worden onderschreven door de overheid. Amnesty Nederland denkt graag mee hoe dit concreet te maken in de praktijk, en wil het demissionair kabinet een aantal dingen meegeven.
Gemiste kans
Ondanks de overwegend positieve kabinetsreactie op het rapport, valt een aantal zaken op. De meest in het oog springende punten stippen we hier aan. Het is goed te zien dat het kabinet onderkent dat strafrechtelijk optreden tegen vreedzame demonstranten mensen af kan schrikken om de straat op te gaan. Maar de redenering ‘demonstranten hebben een strafbaar feit begaan, daar moet op gehandhaafd worden’ is te kort door de bocht. Niet elk strafbaar feit gedurende een vreedzame demonstratie moet als zodanig worden beoordeeld. Niet alles is strafbaar tijdens een demonstratie, waar dat in een andere context wel het geval zou zijn.
In de kabinetsreactie had het belang van de vreedzaamheid van demonstranten benadrukt kunnen worden. Want juist daarin ligt een belangrijk onderscheid tussen wat als een beschermwaardig protest moet worden gezien, en wat niet. Denk dan aan het protest van vreedzame demonstranten versus intimidatie voor de woning van een politicus. Dit is een gemiste kans. Amnesty International zou graag zien dat dit punt nog meegenomen wordt, want strafrecht zou niet ingezet moeten worden tegen vreedzame demonstranten.
Aanpassing wet
Daarnaast verbaast het Amnesty International dat de ministers bij de bovengenoemde aanscherping van de Wom twee belangrijke punten niet meenemen in hun reactie: het verkeer en onder meer de strafbaarheid van deelname aan een niet aangemeld protest. Zeker omdat deze aanbevelingen niet alleen door ons zijn gedaan, maar ook door de Nationale Ombudsman en gerenommeerde hoogleraren in een door het kabinet gevraagd evaluatieonderzoek. Bovendien zijn ze in strijd zijn met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Op dit moment kunnen demonstranten bestraft worden omdat ze een voorschrift niet volgen, of deelnemen aan een niet-aangemeld protest. Dat zijn lichte vergrijpen waarbij bestraffen niet past. De vreedzaamheid van demonstranten zou leidend moeten zijn. Daarnaast kan een burgemeester volgens de huidige wetgeving op basis van alleen het verkeersbelang een demonstratie inperken, terwijl dit in strijd is met de mensenrechten. Het komt inderdaad weinig voor, maar niet nooit, zo bleek ook uit de analyse van diezelfde hoogleraren uit 2021. Elke schending is er een te veel; de huidige wet laat de deur open staan voor onrechtmatige inperkingen en dat is niet wenselijk. Amnesty roept het kabinet op om de wet op deze punten alsnog aan te scherpen.
ID-controles
Het kabinet onderschrijft Amnesty’s standpunt dat ID-controles niet ontmoedigend mogen werken op vreedzame demonstranten. Deze onderschrijving is echter niet genoeg. Dit zorgt voor een grijs gebied, waarin ruimte is voor de politie om naar eigen inzicht te handelen. Amnesty heeft al eerder geconstateerd dat de huidige werkwijze onrechtmatig is. Zoals blijkt uit het onderzoek dat Amnesty International publiceerde op 1 juni 2023. Voor september staan er al demonstraties in de planning. Ook Amnesty erkent dat burgemeesters hierin voor een complexe taak staan. Zeker daar waar sommige demonstraties de grenzen van het recht opzoeken. Per situatie zullen burgemeesters moeten kijken of, en zo ja, hoe, ingrijpen noodzakelijk is.
Amnesty International hoopt dan ook dat het kabinet op korte termijn een reactie op ons rapport Ongecontroleerde macht van 1 juni 2023 geeft, zodat duidelijkheid wordt verschaft over de gegevensverzameling van demonstranten door onder meer de teams openbare orde en inlichtingen (TOOI) van de politie. Amnesty maakt zich zorgen over de ruime bevoegdheden van de politie en het feit dat toezicht op hun handelen volstrekt ontbreekt. Uit de recente onthullingen over de aanpak van TOOI blijkt dat er veel onrust en onduidelijkheid is, ook bij burgemeesters en politie. Zo heeft burgemeester Halsema van Amsterdam onlangs aangegeven behoefte te hebben aan een duidelijk kader en gaan ook binnen de politie deze geluiden op. Wij pleiten dan ook voor een spoedige opvolging van dit rapport. Want ook al is de conclusie dat het belang van demonstratierecht steeds meer wordt ingezien door zowel lokale als landelijke bestuurders, we zijn er nog niet.