Nigeria: ouderen zijn een vaak onzichtbaar slachtoffer van het conflict met Boko Haram
Ouderen zijn op hun eigen manier het slachtoffer van het conflict in Noordoost-Nigeria dat al bijna 10 jaar duurt, zegt Amnesty International in een nieuw rapport dat vandaag verschijnt. Velen van hen zijn vermoord of uitgehongerd in hun huizen of omgekomen in smerige, onwettige militaire gevangenschap.
Het rapport “My heart is in pain”: Older people’s experience of conflict, displacement, and detention in Northeast Nigeria laat zien dat zowel Boko Haram als het Nigeriaanse leger wreedheden hebben begaan tegen oudere mannen en vrouwen, waarvoor niemand ter verantwoording is geroepen. Het toont ook aan dat verdreven ouderen voortdurend over het hoofd worden gezien bij humanitaire hulpverlening.
‘Als Boko Haram steden en dorpen binnenviel, waren ouderen vaak de laatsten die konden vluchten. Daardoor stonden zij meer dan andere bevolkingsgroepen bloot aan wreedheid en onderdrukking, inclusief marteling, plundering en het moeten toekijken hoe hun kinderen werden vermoord of ontvoerd. Mogelijk is hier sprake van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid’, zegt Joanna Mariner, directeur Crisis Response van Amnesty International.
‘Nigeriaanse militairen schoten op hun beurt ouderen herhaaldelijk in hun huizen dood in hun jacht op Boko Haram. Duizenden ouderen zijn door hen gevangengehouden in zeer slechte omstandigheden, waarbij honderden overleden. Ook hier is mogelijk sprake van oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid.’
Leven onder de onderdrukking van Boko Haram
In veel dorpen in door Boko Haram gecontroleerd gebied wonen relatief veel ouderen omdat zij niet in staat zijn te vluchten of ervoor kiezen te blijven om hun land te bewerken.
Deze ouderen worden van alle kanten bedreigd. Boko Haram rooft hun eigendommen en beperkt vaak de bewegingsvrijheid van oudere vrouwen, zodat zij moeilijker wordt geld voor hun families te verdienen en zichzelf te voeden. Daarnaast ontvoert Boko Haram hun kinderen en kleinkinderen en martelt of vermoordt soms de ouderen zelf.
’Boko Haram… vroeg waarom ik nog aanwezig was, terwijl de anderen gevlucht waren… Ik vertelde dat het mijn huis was en ik niet bang ben om te sterven. Enkelen van hen zeiden dat in plaats van mij te doden, ze mij continu pijn zouden laten lijden. Ze staken mij met hun mes in mijn voet en lieten een gapende wond achter, zegt een 80-jarige vrouw uit Michika.
Sterven van de honger
Boko Haram plundert landbouwproducten en vee en het Nigeriaanse leger zorgt ervoor dat er nauwelijks hulp binnenkomt. Dit leidt tot extreme voedselonzekerheid voor ouderen.
Amnesty heeft informatie over veel mensen die van de honger zijn omgekomen. In september 2020 noemde de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Noordoost-Nigeria als een van de gebieden waar hongersnood dreigt met ‘een alarmerend niveau van voedselonzekerheid en honger’.
Aanvallen op burgers door het leger
Tijdens zijn operaties tegen Boko Haram maakt het Nigeriaanse leger vaak geen onderscheid tussen Boko Haram-strijders en burgers. Soms zijn burgers zelfs moedwillig het doelwit. Dat is een oorlogsmisdrijf.
Amnesty ontdekte dat veel ouderen met beperkte mobiliteit niet konden vluchten en ernstig gewond raakten of vermoord werden bij aanvallen van het leger op huizen. Anderen werden levend verbrand in hun huizen toen militairen hun dorpen in brand staken omdat ze dachten dat de bevolking Boko Haram steunde.
Een man van tegen de 60 uit het dorp Bama beschreef een aanval van het leger op zijn dorp: ‘Ze kwamen ’s nachts… Mijn vader was ouder dan 75 jaar. Ik vertelde hem dat we moesten vluchten, de bush in. Hij zei dat hij dat niet kon, hij was te oud… We kwamen terug rond 2 uur ’s middags. Hij had kogels in zijn hele lichaam. We namen zijn lichaam mee naar de boerderij, waar we hem begroeven.’
Overlijden in gevangenschap
Ouderen worden niet gespaard als het leger mensen gevangenneemt die Boko Haram-gebied ontvluchten, ook al is er geen bewijs van betrokkenheid bij de gewapende groep of bij geweld. Amnesty interviewde zeventien oudere mannen en negen oudere vrouwen die vier maanden tot vijf jaar lang onwettig gevangen zaten. Zij verbleven onder onvoorstelbaar onmenselijke omstandigheden in de beruchte Giwa-barakken in Maiduguri en op andere plaatsen.
In de Giwa-barakken is sprake van grote overbevolking, tekort aan water en voedsel, overlast van parasieten en insecten en gebrek aan sanitair en gezondheidszorg. Alhoewel de omstandigheden de laatste jaren zijn verbeterd, blijven die onmenselijk.
Amnesty schat dat sinds 2011 ten minste 10.000 mensen in gevangenschap zijn overleden. Velen van hen stierven in de Giwa-barakken. Amnesty-onderzoekers bestudeerden meer dan 120 foto’s van lichamen die vanuit de Giwa-barakken naar het plaatselijke mortuarium gebracht waren en sprak met getuigen die zeggen dat 15 tot 20 procent van de daar overledenen, ouderen zijn. Dat is disproportioneel veel als je bedenkt dat ouderen ongeveer 4 procent uitmaken van de bevolking van Noordoost-Nigeria.
Humanitaire hulp aan ontheemden
Het rapport analyseert ook de humanitaire reactie op het conflict en roept op om ouderen niet te vergeten bij het opzetten en uitvoeren van humanitaire programma’s die gericht zijn op ontheemden. Humanitaire organisaties zeggen dat 15.000 van de 1,2 miljoen ontheemden in Noordoost-Nigeria ouderen zijn.
Amnesty sprak met ouderen uit zeventien verschillende opvangkampen voor ontheemden. Geen van hen had hulp ontvangen die specifiek gericht was op ouderen. Zij voelden zich onzichtbaar, alsof ze als ‘last’ worden ervaren. Sommigen moesten smeken om genoeg voedsel en medicijnen om te overleven.
Zie ook het rapport van Amnesty uit mei 2020 over de Giwa-barakken.