Myanmar: nieuwe aanvallen tegen Rohingya na het massageweld van 2017
Op zondag 25 augustus 2024 is het 7 jaar geleden dat het leger van Myanmar een grootschalige geweldscampagne begon tegen de Rohingya-bevolking. Recente dodelijke aanvallen tegen de Rohingya in de staat Rakhine in Myanmar doen erg denken aan de wreedheden van 2017.
‘Het is bijna 7 jaar geleden dat de Rohingya-crisis begon’, zegt onderzoeker Joe Freeman van Amnesty International. ‘En de gruwelijke situatie in de staat Rakhine voelt verontrustend bekend. Rohingya-mannen, -vrouwen en -kinderen worden gedood, dorpen lopen leeg, en plekken van historisch belang voor de Rohingya worden weggevaagd. Veel Rohingya zoeken weer hun toevlucht tot opvang in vluchtelingenkampen over de grens in Bangladesh, waar de economische omstandigheden, de veiligheidssituatie en de levensomstandigheden zijn verslechterd.’
‘Na de wrede en systematische geweldscampagne van augustus 2017 die volgde op tientallen jaren van vervolging door de overheid, bevinden Rohingya-burgers in de staat Rakhine zich nu middenin een oplopend conflict tussen het Arakan-leger (Arakan Army, AA) en het leger van Myanmar. Deze laatste dwingt Rohingya tot dienstplicht om aan haar kant mee te vechten.’
Het leger van Myanmar reageert op verliezen tijdens gevechten met verwoestende luchtaanvallen. Daarbij kwamen zowel Rohingya als etnische Rakhine-burgers om het leven. Het leger heeft burgergebieden tot doelwit gemaakt en huizen, markten en andere burgerlijke infrastructuur vernietigd.
Oproep Amnesty International
Het leger van Myanmar moet onmiddellijk een einde maken aan haar nieuwe campagne van geweld en stoppen met onwettige aanvallen op burgers. Zij zijn voornamelijk slachtoffer van het conflict – niet alleen in de staat Rakhine, maar in het hele land, waar miljoenen mensen ontheemd zijn.’
Bij gevechten in de staat Rakhine neemt het Arakan-leger steeds meer land in. Het wordt ook beschuldigd van steeds meer schendingen van de mensenrechten. De internationale gemeenschap moet meer druk uitoefenen op het Arakan-leger om zich aan het internationale humanitaire recht te houden. Alle beweringen van oorlogsmisdrijven begaan door het leger van Myanmar of door gewapende groeperingen in het land, moeten op een effectieve manier worden onderzocht.
Nieuwe aanvallen
De aanvallen van het Arakan-leger op de noordelijke stad Buthidaung in de staat Arakan leidden op 17 mei 2024 tot brandstichtingen op grote schaal. Hierbij sloegen duizenden Rohingya op de vlucht. Op 5 augustus vond een aanval plaats die overlevenden toeschreven aan het Arakan-leger. Een onbekend aantal Rohingya ontvluchtte de stad Maungdaw bij de grens met Bangladesh. Het Arakan-leger ontkent de Rohingya te hebben aangevallen.
Het snel escalerende conflict in Myanmar is reden te meer voor de VN-Veiligheidsraad om de situatie in Myanmar door te verwijzen naar het Internationale Strafhof (ICC). Er kan geen vooruitgang plaatsvinden zonder gerechtigheid. ‘De toekomst van Myanmar is afhankelijk van het beschermen, promoten en waarborgen van de rechten van alle mensen in het land’, zegt Freeman.
‘Hieronder valt ook het schrappen van de discriminerende wetten en het beleid dat gebruikt wordt om het apartheidssysteem in stand te houden tegen honderdduizenden Rohingya-mannen, -vrouwen en -kinderen in Rakhine. En het herstellen van hun recht op gezondheid, onderwijs en bewegingsvrijheid.’
Opvang in Bangladesh
Ondertussen vangt buurland Bangladesh voor het zevende jaar op rij bijna een miljoen Rohingya-vluchtelingen op onder armzalige omstandigheden in vluchtelingenkampen. Vorig jaar raakten ten minste 12.000 vluchtelingen in de kampen dakloos door verwoestende branden en de impact van cycloon Mocha. Acute financieringstekorten bedreigden de voedselvoorraad in de kampen. Ook is er een gebrek aan gezondheidszorg en onderwijs.
Freeman: ‘De nieuwe interim-regering van Bangladesh moet de bescherming van de mensenrechten en veiligheid van Rohingya-vluchtelingen in de kampen tot prioriteit maken. Daarnaast mogen de Rohingya niet worden teruggestuurd naar Myanmar (refoulement-principe) en moeten de autoriteiten beleid voor de Rohingya ontwikkelen dat uitgaat van mensenrechten.’
Achtergrond
Op 25 augustus 2017 lanceerde het leger van Myanmar een grote en systematische aanval op Rohingya-dorpen als vergelding voor de dodelijke aanvallen die de Arakan Rohingya Salvation Army had uitgevoerd op politieposten. Arakan is een andere naam voor de staat Rakhine.
Deze militaire reactie op de aanvallen bestond uit buitengerechtelijke executies, vernietiging van eigendommen en seksueel misbruik. Als resultaat van deze zogenaamde ‘schoonmaakoperaties’ door de militairen, ontvluchtten meer dan 740.000 Rohingya de staat Rakhine naar buurland Bangladesh. Na eerdere golven van geweld tegen de Rohingya leven nu bijna een miljoen Rohingya als vluchteling in Bangladesh.
Amnesty International noemde de aanvallen uit 2017 tegen de Rohingya eerder misdrijven tegen de mensheid en riep op tot onderzoek naar tientallen legerofficieren voor hun rol bij het geweld. Onder hen was Senior General Min Aung Hlaing, het hoofd van het leger van Myanmar.
International Strafhof
Het Internationale Strafhof (International Criminal Court, ICC) doet onderzoek naar mogelijke misdrijven tegen de Rohingya-bevolking in 2016 en 2017, maar slechts naar schendingen die deels zijn begaan in Bangladesh of andere staten, omdat Myanmar het statuut van het ICC niet heeft bekrachtigd. Amnesty International roept de VN-Veiligheidsraad al lang op om de hele situatie in Myanmar door te verwijzen naar het ICC, zodat onderzoek kan worden gestart naar alle misdrijven die in Myanmar zijn begaan.
Min Aung Hlaing is nooit ter verantwoording geroepen en op 1 februari 2021 greep het leger de macht tijdens een staatsgreep. Min Aung Hlaing werd hoofd van de nieuwe State Administration Council (SAC). Sindsdien hebben door de SAC-gesteunde soldaten, politie en milities meer dan 5.000 burgers in Myanmar gedood.
Amnesty International deed onderzoek naar marteling, willkeurige detentie en onwettige luchtaanvallen door het leger van Myanmar na de staatsgreep. In november 2022 riep de organisatie op tot een stop op de import van luchtvaartbrandstof. Het leger van Myanmar gebruikt deze brandstof om burgers te bombarderen. Terwijl al veel bedrijven zich uit de toeleveringsketen hebben teruggetrokken nadat ze over de risico’s hoorden, blijven brandstofleveringen per schip plaatsvinden.