Een man bij een stemlokaal voor de parlementsverkiezingen in Rusland op 17 september 2021
© Gavriil Grigorov/TASS

Nieuwgekozen Russisch parlement moet repressieve wetten intrekken om mensenrechten te beschermen

Nieuw gekozen leden van de Doema, het Russische parlement, moeten hun plicht nakomen om de verslechterende mensenrechtensituatie in Rusland aan te pakken. Zij moeten repressieve wetgeving aanpassen en de uitvoerende macht weer kritisch gaan controleren.

Amnesty International stelde een lijst op met de tien belangrijkste prioriteiten op het gebied van de mensenrechten voor de leden van de Doema die tijdens de verkiezingen van 17-19 september 2021 zijn gekozen. Daarbij gaat het onder meer over het recht op vrijheid van meningsuiting, van vreedzame vergadering en van vereniging. Die rechten worden momenteel zwaar onderdrukt. Leden van de oppositie, onafhankelijke media en mensenrechtenorganisaties werden daarvan het slachtoffer.

‘Dringend actie vereist’

‘Deze wrede aanvallen op de mensenrechten in Rusland vragen om dringende actie. Er moeten uitgebreide wetshervormingen komen zodat Rusland kan voldoen aan zijn verplichtingen om de mensenrechten te respecteren, te beschermen en te bevorderen’, zegt Natalia Zviagina van het Amnesty-kantoor in Moskou.

‘Als eerste stap moet de Doema wetten aanpassen met betrekking tot het recht op vrijheid van meningsuiting, vreedzame vergadering en vereniging. Daarvoor moeten ook het Wetboek van Administratieve overtredingen en het Wetboek van Strafrecht grondig worden herzien. De Doema moet bereid zijn verdere pogingen om de mensenrechten in te perken, afwijzen. Pas herkozen afgevaardigden die eerder voor repressieve wetsvoorstellen stemden, moeten deze kans aangrijpen om het respect voor de mensenrechten in Rusland te herstellen’, zegt Zviagina.

Onderdrukking neemt verder toe

In de aanloop naar de verkiezingen escaleerde het harde optreden tegen critici van de regering. Verschillende oppositieleden mochten op grond van nieuwe, repressieve wetten geen openbare functies uitoefenen. Anderen werden gedwongen Rusland te verlaten om aan vervolging te ontkomen. Sommigen werden gevangengezet. De autoriteiten probeerden veel kritische stemmen het zwijgen op te leggen, zoals gewetensgevangene Aleksei Navalny. Zijn Anti-Corruptie Stichting en zijn kantoren werden als ‘extremistisch’ bestempeld en verboden.

Ook onafhankelijke media en mensenrechtenactivisten kwamen onder druk te staan. Ten minste achttien media-organisaties, waaronder Dozhd TV, een van de laatst overgebleven onafhankelijke televisiezenders in Rusland, en de nieuwswebsite Vazhnye Istorii, zijn aangemerkt als ‘buitenlandse agenten’. Zogenaamde ‘ongewenste organisaties’ zijn onder meer het onafhankelijke bureau voor onderzoeksjournalistiek Proekt.Media. Er zijn ook invallen geweest in de huizen van journalisten.

Recht op vrije meningsuiting en demonstratie

Amnesty International roept de Doema op om de verstrekkende beperkingen van het recht op vrijheid van meningsuiting ongedaan te maken. Dat kan door de bevoegdheden af te schaffen waarmee online inhoud kan worden geblokkeerd zonder rechterlijke toetsing. Smaad moet niet langer gebruikt worden als voorwendsel om critici monddood te maken en wetten die het ‘beledigen van religieuze gevoelens’ en ‘nepnieuws’ strafbaar stellen, moeten worden herroepen.

De Doema moet ook onmiddellijk wetten afschaffen voor ‘buitenlandse agenten’ en ‘ongewenste organisaties’ die worden gebruikt om politiek activisme te stoppen en mensenrechtenverdedigers te vervolgen. Dat heeft vergaande gevolgen voor het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media. De ‘anti-extremisme’-wetgeving die als wapen tegen de oppositie wordt gebruikt, moet zo worden aangepast dat die voldoet aan de verplichtingen van Rusland op grond van de internationale mensenrechtenwetgeving en de grondwet. Daarmee moet worden voorkomen dat deze wet ooit nog voor politieke doeleinden wordt misbruikt.

Een andere prioriteit voor Russische wetgevers moet een ingrijpende hervorming zijn van de nationale wetgeving wat betreft openbare bijeenkomsten. Die wet wordt gebruikt tegen vreedzame demonstranten en leidt tot willekeurige beperkingen van het demonstratierecht, verboden en hoge straffen.

Amnesty roept ook op tot intrekking van artikel 212,1 (het zogenaamde ‘Artikel van Dadin’) uit het Wetboek van Strafrecht. Daarin staat dat het strafbaar is als iemand de wet op vergaderingen herhaaldelijk ‘schendt’.

Bescherm vrouwen en lhbti’ers

Iedereen moet dezelfde wettelijke rechten kunnen genieten, ongeacht hun seksuele geaardheid of gender-identiteit, en mensen moeten op geen enkele grond te maken krijgen met geweld of discriminatie. Amnesty roept daarom op om de homofobe wet die ‘propaganda van niet-traditionele seksuele relaties tussen minderjarigen’ verbiedt, in te trekken. Die wet leidt tot haatmisdrijven tegen lhbti’ers.

De nieuwe Doema moet ook een langverwachte wet over huiselijk geweld aannemen en het decriminaliseren van huiselijk geweld terugdraaien.

‘Tijdens hun verkiezingscampagnes beloofden de nieuwe afgevaardigden van de Doema de Russen een beter leven en een betere toekomst. Dit is het moment om hun beloften waar te maken. De lijst met prioriteiten op het gebied van mensenrechten die Amnesty International heeft opgesteld, is niet allesomvattend, maar het is een belangrijk begin’, zegt Natalia Zviagina.

Meer over dit onderwerp