Nieuw Amnesty-rapport: toenemend aantal oorlogsmisdrijven in Sudan met veel burgerslachtoffers
- Duizenden doden en gewonden sinds het uitbreken van gevechten tussen de Rapid Support Forces en de Sudanese strijdkrachten SAF
- Vrouwen en meisjes vanaf 12 jaar slachtoffer van seksueel geweld
- Veel gruweldaden in heel Sudan
In Sudan worden op grote schaal oorlogsmisdrijven gepleegd tijdens het conflict tussen de Rapid Support Forces (RSF) en de Sudanese strijdkrachten (SAF). Dat concludeert Amnesty International in het rapport ‘Death Came To Our Home’: War Crimes Civilian Suffering In Sudan.
Het rapport documenteert veel burgerslachtoffers bij zowel opzettelijke als willekeurige aanvallen door de strijdende partijen. Het rapport gaat ook in op seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, gerichte aanvallen op burgerobjecten zoals ziekenhuizen en kerken, en wijdverbreide plunderingen.
Oorlogsmisdrijven
Sommige van de gedocumenteerde schendingen, zoals aanvallen op burgers, aanvallen op humanitaire infrastructuur, verkrachting en ander seksueel geweld, en plundering, komen neer op oorlogsmisdrijven. Het rapport richt zich vooral op Khartoem en West-Darfur.
Sinds 15 april 2023 strijden de SAF (onder leiding van generaal Abdel Fattah al-Burhan, hoofd van de Soevereine Raad van Sudan) en de paramilitaire RSF (onder leiding van generaal Mohamed Hamdan Dagalo, beter bekend als Hemedti) om de controle over Sudan.
Gezien de schaal waarop wordt gestreden en de organisatie van beide partijen, wordt de situatie als een niet-internationaal gewapend conflict gezien op basis van de Geneefse Conventies. Als zodanig vallen de gevechten tussen de partijen onder het internationaal humanitair recht, dat tot doel heeft burgers en anderen die niet aan de strijd deelnemen in gewapende conflicten te beschermen, en internationale mensenrechtenwetgeving. Bepaalde ernstige schendingen van deze regels vormen oorlogsmisdrijven, waarvoor individuele soldaten en commandanten strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Mensen opzettelijk gedood
‘Burgers in heel Sudan ondergaan elke dag onvoorstelbare gruwelijkheden terwijl de Rapid Support Forces en de Sudanese strijdkrachten strijden om de controle over het grondgebied’, zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.
Mensen worden in hun huis vermoord, of terwijl ze wanhopig op zoek zijn naar voedsel, water en medicijnen. Ze komen terecht in kruisvuur terwijl ze vluchten en worden opzettelijk neergeschoten bij gerichte aanvallen. Tientallen vrouwen en meisjes, sommigen nog geen 12 jaar oud, zijn verkracht en slachtoffer van andere vormen van seksueel geweld gepleegd door leden van de strijdende partijen.
‘Het toenemende geweld in de regio Darfur, waar de RSF en geallieerde milities dood en verderf zaaien, roept het schrikbeeld op van de campagne van de verschroeide aarde van voorgaande decennia, waarbij enkele van dezelfde actoren betrokken waren’, zegt Callamard.
De RSF en de SAF, evenals de gewapende groepen die aan hen zijn gelieerd, moeten hun aanvallen op burgers beëindigen en een veilige doorgang garanderen voor degenen die veiligheid zoeken. Er moeten dringend maatregelen worden genomen om gerechtigheid en herstelbetalingen voor slachtoffers en overlevenden te verzekeren.
Burgers gedood bij beschietingen
Mannen, vrouwen en kinderen kwamen in een kruisvuur terecht, aangezien beide partijen, vaak gebruikmakend van wapens met een grote reikwijdte, regelmatig aanvallen uitvoerden in dichtbevolkte burgerwijken.
Op 20 april 2023 begonnen de gevechten in de wijk Kalakla in het zuiden van Khartoum. Kodi Abbas, een 55-jarige leraar, vertelde Amnesty International dat twee van zijn zonen, Hassan (6) en Ibrahim (8) en zijn neef Koko (7) werden gedood toen ze probeerden te ontsnappen aan geweervuur. Hij vertelde: ‘Mijn vrouw en mijn kinderen zijn van huis weggelopen toen er gevechten uitbraken in onze buurt… maar mijn twee jongste jongens… waren klein en konden niet snel genoeg wegrennen… Ik weet niet wie ze neerschoot. De oorlog heeft hen gedood.’ Amnesty International heeft niet kunnen achterhalen van welke kant de schoten werden gelost die de drie jongens doodden.
Ala’ Fawzi al-Mardi, een 26-jarige arts, werd op 15 april 2023 vermoord in haar huis in Omdurman op de dag dat er voor het eerst gevechten uitbraken. Haar vader Fawzi al-Mardi vertelde Amnesty International dat zijn vrouw ook ernstig gewond was geraakt. Hij zei: ‘Die ochtend werden we wakker in de hel. Overal was er het geluid van beschietingen en bombardementen, meedogenloos… Ik maakte me zorgen over mijn dochter Ala’ die in het ziekenhuis was gaan werken. Een paar minuten nadat ze was thuisgekomen, kwam er een kogel door het raam van de woonkamer en die raakte mijn vrouw in het gezicht. Die ging door de rechterkant van haar gezicht en nek, en raakte toen Ala’ in de borst, waardoor ze op slag dood was. Die ene kogel vernietigde ons gezin in een paar seconden… Zodra [Ala’] thuiskwam, waar ze veilig had moeten zijn, kwam de dood ons huis binnen.’
Veel burgers vertelden Amnesty International dat ze gewond waren geraakt en dat hun familieleden waren vermoord toen ze veiligheid zochten. Op 6 juni werden bij herhaalde aanvallen met vanaf de grond gelanceerde projectielen in West-Darfur tientallen burgers gedood of raakten gewond in en rond de slaapzalen van de El Geneina-universiteit, waar veel mensen schuilden nadat ze de gevechten in hun buurt waren ontvlucht.
Opzettelijke aanvallen op burgers
Er zijn opzettelijk burgers gedood of gewond geraakt bij gerichte aanvallen. Mensen die de aanvallen overleefden en andere getuigen identificeerden over het algemeen RSF-leden als de daders. Op 13 mei hebben RSF-leden ingebroken in het koptische kerkcomplex Mar Girgis in Khartoem. Verschillende getuigen zeiden dat ze vijf geestelijken neerschoten en geld en een gouden kruis hadden gestolen.
Op 14 mei werd Adam Zakaria Is’haq, een 38-jarige arts en mensenrechtenverdediger, samen met dertien patiënten vermoord in het Markaz Inqadh al-Tibbi, een gezondheidskliniek in El Geneina. Twee collega’s van de arts vertelden Amnesty International dat gewapende Arabische militieleden de veertien mensen neerschoten. ‘Dr. Adam… behandelde zieke mensen in een kleine kliniek toen hij werd vermoord. Het hoofdziekenhuis in El Geneina werd eind april verwoest door dezelfde gewapende militie en de RSF. Hij werd in de borst geschoten. Hij liet zijn vrouw en twee jonge zoons van 4 en 6 jaar achter.’
Etnisch gemotiveerde aanslagen in West-Darfur
De escalatie van het conflict in Sudan verergert de situatie waarin burgers in Darfur verkeren. Toen de spanningen in West-Darfur toenamen, vluchtten veel etnische Masalit naar Oost-Tsjaad. Mensen die El Geneina, de hoofdstad van West-Darfur, ontvluchtten, vertelden Amnesty International dat de stad was aangevallen door zwaarbewapende Arabische milities, gesteund door RSF-strijders. Op 28 mei kwamen tientallen burgers om het leven in Misterei, een stad ten zuidwesten van El Geneina, toen er botsingen uitbraken tussen de RSF en geallieerde milities en gewapende Masalit-groepen. Bewoners vertelden Amnesty dat ze die dag 58 burgers hadden begraven.
In één gezin werden vijf broers in hun huis doodgeschoten, onder wie Al-Haj Mohamed Abu Bakr, de echtgenoot van Zeinab Ibrahim Abdelkarim. De moeder (27) van twee kinderen vertelde: ‘Zes RSF-leden drongen om 8 uur ’s ochtends ons huis binnen en gingen naar de kamer waar mijn man en zijn vier broers waren en schoten ze allemaal dood… De RSF kwam toen naar de kamer waar ik logeerde met mijn kinderen en twaalf andere vrouwen en kinderen… Ze sloegen ons met stokken en zwepen en vroegen “Waar zijn de wapens?”, en stalen toen onze telefoons.’
Het internationaal humanitair recht verbiedt het opzettelijk aanvallen van burgers, evenals aanvallen waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en soldaten, en tussen civiele doelen en militaire doelen.
Seksueel geweld
Tientallen vrouwen en meisjes, van wie sommigen nog geen 12 jaar oud waren, zijn het slachtoffer geworden van seksueel geweld, waaronder verkrachting, door leden van de strijdende partijen. Sommigen werden dagenlang vastgehouden in omstandigheden van seksuele slavernij. In de meeste door Amnesty International gedocumenteerde gevallen zeiden de slachtoffers dat de daders leden waren of van de RSF of geallieerde Arabische milities. Verkrachting, seksuele slavernij en andere vormen van seksueel geweld gepleegd in de context van een gewapend conflict zijn oorlogsmisdrijven.
Een 25-jarige vrouw uit El Geneina vertelde Amnesty International dat drie gewapende Arabische mannen in burgerkleding haar op 22 juni dwongen het gebouw van de Burgerlijke Stand in El Geneina binnen te gaan, waar ze haar verkrachtten. Ze zei: ‘Nergens in El Geneina ben je veilig. Ik verliet mijn huis omdat er overal werd geschoten… en deze criminelen hebben me verkracht. Nu ben ik bang dat ik misschien zwanger ben.’
Een groep van 24 vrouwen en meisjes werd ontvoerd door RSF-leden en naar een hotel gebracht waar ze enkele dagen werden vastgehouden in omstandigheden die neerkwamen op seksuele slavernij. Veel slachtoffers hebben geen toegang gehad tot medische en psychosociale hulp.
In het hele land zijn veel gezondheids- en humanitaire voorzieningen vernietigd of beschadigd, waardoor burgers geen voedsel en medicijnen meer kunnen krijgen en hun toch al nijpende situatie nog verder verslechtert. Bij de meeste gedocumenteerde gevallen van plunderingen waren RSF-leden betrokken. Opzettelijke aanvallen op humanitair personeel, burgerdoelen of op gezondheidsfaciliteiten of medische eenheden, zijn oorlogsmisdrijven.
Aanbevelingen
Amnesty International roept de VN-Veiligheidsraad op om het wapenembargo dat momenteel van toepassing is op Darfur snel uit te breiden naar heel Sudan en ervoor te zorgen dat het wordt gehandhaafd. ‘De internationale gemeenschap moet de humanitaire hulp aan Sudan aanzienlijk verhogen, en buurlanden moeten ervoor zorgen dat hun grenzen openstaan voor burgers die veiligheid zoeken’, zegt Agnès Callamard. ‘Landen met een aanzienlijke invloed op de strijdende partijen moeten hun invloed aanwenden om de schendingen te beëindigen. De Mensenrechtenraad moet gehoor geven aan de oproepen van de Intergovernmental Authority on Development en een onafhankelijke onderzoeks- en verantwoordingsprocedure opzetten om bewijs van mensenrechtenschendingen in Sudan te verzamelen en te bewaren.’ De Intergovernmental Authority on Development (IGAD) is een intergouvernementele organisatie van Oost-Afrikaanse landen.
Methodologie
Amnesty International interviewde 181 mensen voor het rapport, voornamelijk in het oosten van Tsjaad in juni 2023 en op afstand via beveiligde middelen. Amnesty beoordeelde ook een grote hoeveelheid audiovisueel materiaal van mogelijke schendingen en onderzocht satellietbeelden om andere incidenten te bevestigen. Op 21 juni 2023 deelde Amnesty International haar bevindingen met de SAF en de RSF en vroeg om informatie met betrekking tot specifieke beschuldigingen die in het rapport zijn gedocumenteerd.
De SAF en de RSF reageerden respectievelijk op 12 en 14 juli 2023 en beweerden beide dat ze zich aan het internationaal recht hielden en beschuldigden de andere partij van schendingen. De SAF zei dat het een eenheid had opgericht om de schade aan burgers tot een minimum te beperken. De RSF ontkende beschuldigingen van seksueel geweld en zei dat het commissies vormde om alle beschuldigingen van wangedrag te onderzoeken. De RSF ontkende ook betrokkenheid bij ‘wat er gebeurde’ in West-Darfur, inclusief Misterei, en zei dat ‘de meerderheid’ van de Arabische milities verbonden was met de SAF. Consistente getuigenverklaringen en ander bewijs identificeerden RSF-leden bij ernstige schendingen in West-Darfur, soms samen met Arabische milities.
Lees meer over het conflict in Sudan.