Nicaragua: dodelijk geweld tegen demonstranten
In Nicaragua zijn de afgelopen maand minstens 76 mensen om het leven gekomen als gevolg van de georkestreerde, gewelddadige onderdrukking van maatschappelijke protesten. Dat zegt Amnesty International in een rapport dat vandaag verschijnt.
De demonstraties, die op 18 april begonnen, zijn het gevolg van bezuinigingen bij de overheid, waardoor de premies voor sociale verzekeringen stijgen en de uitkeringen dalen. Sinds 28 mei zijn tenminste 81 mensen gedood, 868 gewond en 438 gearresteerd.
Uit Shoot to kill: Nicaragua’s strategy to suppress protest komt onder meer naar voren dat de politie dodelijke wapens inzet, dat de mensen die vermoord zijn schotwonden hebben in hoofd, nek en borst, en dat er pogingen in het werk worden gesteld om de moorden te verdoezelen. Op basis hiervan concludeert Amnesty dat het zeer waarschijnlijk is dat de politie en pro-regeringsmilities zich schuldig hebben gemaakt aan ettelijke buitengerechtelijke executies.
Schieten om te doden
In een interview met Amnesty zei Dr. Vilma Núñez, directeur van het Nicaraguaanse Centrum voor Mensenrechten: ‘De politie begon met rubberkogels, maar de volgende dag escaleerde het geweld. Op 19 april vielen er verschillende doden. Daniel [president Ortega, red.] had die dag de repressie kunnen stoppen, maar deed dat niet. De volgende dag schoot de politie met scherp. Ze hadden opdracht gekregen om te doden.’
Zo werden op 20 april Juan Carlos López en Nelson Tellez beiden in de borst geschoten. Carlos overleed dezelfde dag in het ziekenhuis, Nelson stierf op 2 mei. Voor hij stierf vertelde Tellez aan zijn vrouw dat hij de schutter had herkend als een politieagent, die op dat moment burgerkleding aanhad.
Bewust beleid
De strategie van onderdrukking lijkt goedgekeurd te worden door de hoogste regeringskringen. President Daniel Ortega en zijn vrouw en vicepresident Rosario Murillo hebben de demonstranten herhaaldelijk gedemoniseerd en hebben ontkend dat er mensen zijn vermoord. Overheidsfunctionarissen op hun beurt ontzegden slachtoffers medische zorg, rommelden met bewijsmateriaal en weigerden autopsies en ander forensisch onderzoek.
De inzet van pro-regeringsmilities, ook bekend als de “Sandinista-bendes”, speelden een sleutelrol bij het onderdrukken van de demonstraties. De overheid moedigde hen aan om de demonstranten aan te vallen en een klimaat van angst te creëren.
Oproep Amnesty
‘De Nicaraguaanse overheid moet onmiddellijk stoppen met het neerslaan van de protesten en erkennen dat mensen het recht hebben om kritiek uit te oefenen op overheidsbeleid,’ zegt Erika Guevara-Rosas, directeur Amerika’s bij Amnesty International. ‘In plaats van het criminaliseren van de slachtoffers, moeten de autoriteiten zo snel mogelijk een onafhankelijk onderzoek starten. Waar mogelijk moet iedereen aangeklaagd worden die verdacht wordt van het plegen van of opdracht geven tot buitengerechtelijke executies, of het gebruik van buitensporig geweld en andere ernstige mensenrechtenschendingen en misdrijven.’