Mensen dragen een lijk dat uit het puin is gehaald na een Israëlische luchtaanval op de Grieks-orthodoxe Sint-Porfyruskerk in Gaza Stad op 20 oktober 2023. Minstens acht mensen zijn gedood bij de aanval op de kerk, die onderdak bood aan honderden Palestijnen.
© Anadolu via Getty Images

Nergens veilig in Gaza: Onwettige Israëlische aanvallen illustreren wrede minachting voor Palestijnse levens

De onophoudelijke bombardementen op de bezette Gazastrook eisen een rampzalige tol onder de burgerbevolking. De Israëlische strijdkrachten toonden hierover opnieuw een ijzingwekkend onverschillige houding.

Twee gruwelijke aanvallen op burgers

Amnesty International documenteerde twee voorbeelden waarin Israëlische aanvallen 46 burgers doodden, waaronder 20 kinderen. Het oudste slachtoffer was een 80-jarige vrouw en het jongste een drie maanden oude baby. Deze aanvallen moeten worden onderzocht als oorlogsmisdrijven. De voorbeelden zijn onderdeel van het lopende onderzoek naar schendingen van het oorlogsrecht.

De aanvallen, die plaatsvonden op 19 en 20 oktober, troffen een kerkgebouw in Gaza Stad waar honderden ontheemde burgers onderdak vonden en een huis in vluchtelingenkamp al-Nuseirat in centraal Gaza. Op basis van diepgaand onderzoek naar deze gebeurtenissen stelde Amnesty International vast dat het om willekeurige aanvallen of directe aanvallen op burgers of burgerobjecten gaat. Deze aanvallen moeten dus als oorlogsmisdrijven worden onderzocht.

Nergens meer veilig

‘Deze dodelijke, onwettige aanvallen tonen het patroon van minachting voor Palestijnse burgers. Door de ongekende aanval van het Israëlische leger is het nergens in Gaza meer veilig, ook niet waar burgers wonen of schuilen’ zegt Erika Guevara-Rosas van Amnesty International. ‘De aanklager van het Internationaal Strafhof moet onmiddellijk concrete actie ondernemen om het onderzoek naar oorlogsmisdrijven en andere misdaden onder internationaal recht, dat in 2021 is geopend, te versnellen. Aangrijpende verslagen van overlevenden en familieleden van slachtoffers van deze bombardementen van het Israëlische leger benadrukken de dringende noodzaak van een onmiddellijk staakt-het-vuren.’

Diepgaand onderzoek naar schendingen oorlogsrecht

Amnesty International bezocht de locaties van de aanvallen, nam foto’s van de nasleep van elke aanval en interviewde in totaal veertien personen, waaronder negen overlevenden, twee andere getuigen, een familielid van slachtoffers en twee kerkleiders. Het Crisis Evidence Lab van Amnesty International analyseerde satellietbeelden en open-source audiovisueel materiaal om de aanvallen te lokaliseren en te verifiëren.

De mensenrechtenorganisatie bekeek ook relevante verklaringen van het Israëlische leger en stuurde op 30 oktober vragen over de aanval op de kerk en het kamp al-Nuseirat naar de woordvoerder van het Israëlische leger. Op het moment van publicatie van dit bericht is hierop nog geen reactie gekomen.

Geen rechtvaardiging voor aanvallen

De Israëlische autoriteiten publiceerden geen enkel geloofwaardig bewijs dat deze aanvallen rechtvaardigt, ook niet over vermeende aanwezige militaire doelen. Integendeel, in het geval van het bombardement op het kerkgebouw publiceerde het Israëlische leger tegenstrijdige informatie, waaronder een later ingetrokken video en een niet onderbouwde verklaring.

Het onderzoek van Amnesty International vond geen enkele aanwijzing dat we de getroffen gebouwen als militaire doelen konden beschouwen of dat strijders ze gebruikten.

Deze bevindingen bouwen voort op eerdere documentatie van Amnesty International over onwettige Israëlische aanvallen tijdens de huidige escalatie, en op documentatie over een vergelijkbaar patroon van onwettige aanvallen tijdens eerdere rondes van Israëlische operaties in Gaza. Het huidige bombardement is ongeëvenaard voor Gaza in zijn intensiteit, in het aantal burgerslachtoffers en in de mate van vernietiging van huizen, scholen, ziekenhuizen en andere civiele infrastructuur.

Erika Guevara-Rosas : ‘Meer dan 11.000 gedode Palestijnen, waaronder meer dan 4.600 kinderen binnen slechts zes weken. Dit gruwelijke dodental in Gaza is op zichzelf al een teken van hoe weinig Palestijnse levens waard zijn in de ogen van de Israëlische strijdkrachten.’

‘Mijn hart stierf met mijn kinderen’

Op 19 oktober verwoestte een Israëlische luchtaanval een gebouw op het terrein van de Grieks-orthodoxe kerk Saint Porphyrius in het hart van de oude stad van Gaza. Hier vonden op dat moment naar schatting 450 ontheemde leden van de kleine christelijke gemeenschap van Gaza onderdak. De aanval doodde achttien burgers en verwondde minstens twaalf anderen.

‘Mijn hart stierf die avond samen met mijn kinderen. Al mijn kinderen werden gedood: Majid, 11 jaar, Julie, 12 jaar, en Suhail, 14 jaar. Ik heb niets meer over. Ik had samen met mijn kinderen moeten sterven’ vertelt Ramez al-Sury aan Amnesty International. ‘Ik had ze maar twee minuten eerder verlaten. Mijn zus riep me om naar de kelder te gaan om mijn vader te helpen die bedlegerig is sinds zijn beroerte… mijn kinderen bleven in de kamer met mijn neven en hun vrouwen en kinderen. Op dat moment vond de inslag plaats en werd iedereen gedood.’

‘We verlieten onze huizen en kwamen naar de kerk omdat we dachten dat we hier beschermd zouden zijn, we kunnen nergens anders heen… De kerk zat vol met vreedzame mensen, alleen vreedzame mensen… Tijdens deze oorlog is het nergens veilig in Gaza. Overal bombardementen, dag en nacht. Elke dag worden er meer en meer burgers gedood. We bidden voor vrede, maar onze harten zijn gebroken’ vervolgt al-Sury.

Sami Tarazi vertelde Amnesty International dat zijn ouders, Marwan en Nahed, gedood werden, samen met zijn nichtje van zes maanden, Joelle, en zijn 80-jarige familielid, Elaine.

Eén van de kerkleiders vertelde Amnesty International: ‘We weten niet waarom onze kerk werd gebombardeerd; niemand heeft een verklaring gegeven voor het veroorzaken van deze tragedie. Dit is een kerk, een plaats van vrede, liefde en gebed… Op dit moment is het nergens veilig in Gaza.’

Israëlische militaire video gewist

Op 20 oktober plaatste het Israëlische leger een door Amnesty International beoordeelde en gearchiveerde video van dronebeelden op sociale media. In deze video is het moment van de luchtaanval op een gebouw op het kerkterrein te zien. De Israëlische strijdkrachten verklaarden dat IDF-gevechtsvliegtuigen het commando- en controlecentrum van een Hamas-terrorist hadden getroffen. Deze Hamas-terrorist was betrokken bij de lancering van raketten en mortieren op Israël. Ze erkenden dat een muur van een kerk als gevolg van de aanval beschadigd was en verzekerden dat het incident opnieuw wordt bekeken. Verscheidene media citeerden deze verklaring.

De Israëlische militaire video waarop de aanval te zien was, is inmiddels echter gewist. Het Israëlische leger of de Israëlische autoriteiten hebben geen informatie verstrekt om de bewering dat het vernielde kerkgebouw een “commando- en controlecentrum” van Hamas was te bevestigen. Ook is er niets meer gezegd over de vermeende herziening van de aanval.

Bewijs van roekeloze aanvallen

Het Crisis Evidence Lab van Amnesty International onderzocht, verifieerde en lokaliseerde video’s en beelden van de onmiddellijke nasleep van de aanval die op sociale media waren geplaatst. Ook analyseerde het team satellietbeelden van de locatie voor en na de aanval, die allemaal de vernietiging van een gebouw en de gedeeltelijke vernietiging van een ander gebouw op het terrein van de kerk bevestigden. De wapendeskundige van Amnesty International onderzocht ook de video en andere beelden van het leger en concludeerde dat grote luchtmunitie rechtstreeks insloeg in het gebouw waar de mensen die werden gedood of gewond raakten schuilden.

Nog voorafgaand aan de aanval verklaarden kerkfunctionarissen publiekelijk dat honderden burgers in de kerk schuilden. Het Israëlische leger was dus op de hoogte van de aanwezigheid van burgers in de kerkgebouwen. De beslissing van het Israëlische leger om door te gaan met een aanval op een bekend kerkgebouw en een plek voor ontheemde burgers was roekeloos. Het komt daarom neer op een oorlogsmisdrijf, zelfs als men dacht dat er een militair doel in de buurt was.

Bomaanslag op vluchtelingenkamp

Op 20 oktober, rond 14:00 uur plaatselijke tijd, werden 28 burgers, waaronder twaalf kinderen, gedood door een Israëlische aanval die het huis van de familie al-Aydi verwoestte. Ook werden twee naburige huizen ernstig beschadigd in het vluchtelingenkamp al-Nuseirat. Het Israëlische leger had de bewoners van Noord-Gaza eerder bevolen om naar dit gebied in de centrale Gazastrook te verhuizen.

De bommen doodden Rami al-Aydi, zijn vrouw Ranin en hun drie kinderen, Ghina (10), Maya (8) en Iyad (6). Hetzelfde lot trof Zeina Abu Shehada en haar twee kinderen, Amir al-Aydi (4), en Rakan al-Aydi (3) en Zeina’s twee zussen en moeder.

Hani al-Aydi, die de aanval overleefde, vertelde aan Amnesty International: ‘We zaten thuis, het huis zat vol met mensen, kinderen, familieleden. Plotseling, zonder enige waarschuwing, stortte alles in. Al mijn broers stierven, mijn neven, mijn nichten… Mijn moeder stierf, mijn zussen stierven, ons huis is weg… Nu hebben we niets meer en zijn we ontheemd. Ik weet niet hoeveel erger het zal worden. Kan het nog erger worden?’

‘Ik zal de rest van mijn leven met dat schuldgevoel leven’

De vrouw en drie dochters van Hazem Abu Shehada behoorden ook tot de slachtoffers. Ze waren vanuit het nabijgelegen vluchtelingenkamp al-Maghazi op zoek naar veiligheid. Hazem vertelde Amnesty International: ‘Ik zal de rest van mijn leven met die schuld leven. Ik was degene die voorstelde dat ze tijdelijk daarheen zouden verhuizen. Ik wou dat ik dat niet had gedaan, ik wou dat ik de klok kon terugdraaien. Ik heb liever dat we allemaal samen sterven dan dat ik mijn familie verlies.’

De aanval veroorzaakte ook ernstige schade en de bijna volledige vernietiging van de naburige huizen van de families al-Ashram en Abu Zarqa. Zes mensen werden gedood in het huis van Abu Zarqa, waaronder vier kinderen: zussen Sondos (12) en Areej (11), en hun neven Yara (10), en Khamis Abu Tahoun (12).

Uit het onderzoek van Amnesty International bleek dat alle aanwezigen in het huis van de familie al-Aydi en in de twee nabijgelegen huizen burgers waren. Twee leden van de familie al-Aydi hadden een vergunning om in Israël te werken. Het verkrijgen van zo’n vergunning vereist strenge veiligheidscontroles door de Israëlische autoriteiten, voor degenen die de vergunning krijgt en hun familieleden.

Lees meer in het Engelstalige bericht.

Roep op tot het staakt-het-vuren in Gaza om meer burgerslachtoffers te voorkomen, teken de petitie.

Meer over dit onderwerp