Nederlands nieuwe Chinastrategie is valse start voor de mensenrechten
Op 15 mei verscheen de beleidsnota ‘Nederland-China: een nieuwe balans’, nadat er meer dan een jaar op is gewacht. Het woord mensenrechten staat er niet minder dan vijftig keer in. Daaruit zou je kunnen concluderen dat de Nederlandse regering de mensenrechten in China serieus neemt.
Die indruk is ook de afgelopen tijd gewekt. Bij de vierjaarlijkse beoordeling waaraan de Verenigde Naties alle landen onderwerpen, deed Nederland een dringend beroep op China om de mensenrechten in de provincie Xinjiang te beschermen. Ook in het verband van de Europese Unie oefende Nederland soortgelijke druk uit op China. In het afgelegen Xinjiang, waar vooral etnische Oeigoeren wonen, zouden volgens de VN wel een miljoen mensen in heropvoedingskampen zijn opgesloten. In deze kampen worden Oeigoeren en andere etnische minderheden gedwongen om hun geloof en culturele identiteit te verwerpen.
Crisis in Xinjiang
Van alle mensenrechtenkwesties die in China spelen, en dat zijn er veel, is de crisis in Xinjiang de meest dramatische. Des te opvallender dat er in de nota van ruim honderd pagina’s nauwelijks over Xinjiang en de Oeigoeren wordt gesproken. Drie keer komt het onderwerp aan de orde, in het voorbijgaan. Het wordt ook nergens concreet. Nergens vallen woorden als ‘kamp’ of ‘heropvoeding’. De werkelijkheid is dat kampgevangenen in Xinjiang niet alleen worden mishandeld, maar ook worden blootgesteld aan een bombardement van propaganda en patriottische liedjes die ze uit het hoofd moeten leren.
Wat er niet in staat
Evenmin wordt in de nota over andere mensenrechtenzaken iets gezegd dat de lezer zou kunnen bijblijven. China heeft ‘s werelds grootste apparaat voor internetcensuur, maar het woord censuur valt in de nota maar één keer. China is de kampioen van de doodstraf, verantwoordelijk voor misschien wel driekwart van alle executies wereldwijd: geen vermelding. Op Chinese politiebureaus zijn veel gevangenen mishandeld en gemarteld: het staat er niet in. Vooral mensenrechtenverdedigers (één keer genoemd) en advocaten voor burgerrechten (nul keer) wordt leven en werken moeilijk gemaakt. Er zijn Tibetanen veroordeeld omdat hun inzet voor de eigen taal geldt als ‘ondermijning van de Chinese staat’, maar de nota laat Tibet ongenoemd.
Chinees discours
De nota heeft vooral de bilaterale betrekkingen, de internationale veiligheid en de handelsbelangen in het vizier, en is voornamelijk een blauwdruk van een beleid dat tijdens de komende jaren concreet zal ingevuld worden. Dat mag enigszins verklaren dat de mensenrechten in de tekst niet in detail aan de orde komen. Maar de nota gaat een stap verder: Nederland gaat mee in het Chinese discours, en vergoelijkt daarmee onbedoeld de schendingen van rechten die de Chinese leiders als onbelangrijk betitelen, zoals de vrijheid van meningsuiting. Mensenrechten worden in de nota namelijk consequent aangeduid als ‘waarden’.
Opvattingen versus regels
Dit is een veelzeggende nuance. Want waarden zijn opvattingen over fatsoen en ethiek, mensenrechten zijn juridische regels. Waarden zijn lokaal, mensenrechten universeel. Waarden staan niet in internationale verdragen, mensenrechten wel. De internationale mensenrechtenverdragen, waarvan China er een hele reeks heeft ondertekend, bevatten verplichtingen voor staten. Maar China probeert deze verplichtingen uit te hollen door zich te beroepen op andere ‘waarden’, en wil zo de gemaakte afspraken ontwrichten. Als er van deze nota straks een Chinese vertaling is, zal in Beijing het narratief van de waarden met instemmend knikken worden gelezen.
Holle frase
Elders in de nota staat dat de Nederlandse overheid inzet op het behoud van universele standaarden en internationale afspraken, nu China deze ter discussie stelt. Dit klinkt als een holle frase in een document dat Chinese mensenrechtenschendingen slechts sporadisch benoemt, en de mensenrechten consequent verward met ‘waarden’. Erger nog, de beleidsnota draagt bij aan een ontwikkeling die het zegt te willen bestrijden: het ondermijnen van het universele en verplichtende karakter van de mensenrechten.