Myanmar: geen respect voor rechten van oudere vluchtelingen in kampen
Onder de vele slachtoffers van de terreur van het leger van Myanmar zijn tienduizenden ouderen van etnische minderheidsgroepen. Zij moesten hun huizen ontvluchten en krijgen te weinig humanitaire hulp.
Vandaag verschijnt “Fleeing my whole life”: Older people’s experience of conflict and displacement in Myanmar, het eerste onderzoek dat Amnesty International verrichtte naar de wijze waarop de rechten en waardigheid van ouderen worden genegeerd in gewapende conflictsituaties en bij humanitaire hulpverlening.
Een leven vol conflict
Nding Htu Bu, een 65-jarige Kachin-vrouw die in een kamp woont.Ik ben al zo vaak gevlucht. Sinds ik 9 jaar was. Ik moet altijd alert zijn. Het maakt niet uit wat ik doe – op de boerderij, in de boomgaard – ik heb nooit rust in mijn hoofd
Etnische minderheden in Myanmar zijn al tientallen jaren slachtoffer van misbruik door het leger. Veel ouderen zijn tijdens hun leven meerdere keren op de vlucht geslagen voor de terreur van het leger van Myanmar. En velen zagen hoe een of meer van hun kinderen werden gedood of verkracht door soldaten. Er is weinig psychische hulp voor deze nabestaanden.
In Myanmar zijn meer dan een miljoen mensen gevlucht en wonen in kampen. Onder hen zijn tienduizenden oudere mannen en vrouwen. Hulporganisaties hebben veel levens gered. Maar de hulpverlening aan ouderen schiet te kort, omdat aan hun specifieke hulpbehoeften niet wordt voldaan. Het is dan ook van belang dat de humanitaire hulpverlening zich meer op ouderen richt.
Voor dit rapport spraken Amnesty-onderzoekers met 146 ouderen van de etnische Kachin-, Lisu-, Rakhine-, Rohingya-, Shan- en Ta’ang. Tussen december 2018 en april 2019 waren er drie onderzoeksmissies in de staten Rakhine, Kachin en Shan in Myanmar en in vluchtelingenkampen in Bangladesh. De mensen die werden geïnterviewd waren tussen de 54 en 90 jaar oud.
Oudere mensen extra kwetsbaar in conflictsituaties
Bij militaire operaties zijn oudere mensen extra kwetsbaar. Als bewoners op de vlucht slaan, blijven ouderen soms in dorpen achter. Voor veel oudere mensen is de tocht door het bergachtige grensgebied van Myanmar erg zwaar. Ook hebben ze een sterke binding met hun huis of land. Doordat ze achterblijven, lopen zij het risico door de soldaten vastgehouden, gemarteld of zelfs gedood te worden.
Toen het leger van Myanmar in 2017 de Rohingya-bevolking aanviel en hele dorpen platbrandde, kwamen veel ouderen om het leven. Mariam Khatun, een Rohingya-vrouw van rond de 50 jaar, vluchtte met haar drie kinderen naar een bos in de buurt toen het leger haar dorp in Maungdaw Township binnenviel.
Mijn ouders moest ik thuis achterlaten. Ik had kleine kinderen, hoe kon ik hen ook nog meenemen? Mijn ouders waren lichamelijk niet in staat te vertrekken.
Terwijl Mariam Khatun met haar kinderen de rivier vlakbij haar dorp bereikte, keek ze achterom. Ze zag de huizen brandden, wetende dat haar ouders nog steeds in hun huis waren.
‘Ik ben een koe of geit geworden’
De VN en andere hulporganisaties hebben een zware taak: meer dan 900.000 Rohingya uit Myanmar leven in kampen in Bangladesh. Er is niet genoeg geld en de Myanmarese overheid geeft hulporganisaties geen toegang tot veel gebieden.
In de vluchtelingenkampen in Bangladesh zijn veel oudere Rohingya niet in staat gebruik te maken van basisvoorzieningen zoals het toilet, gezondheidszorg, water en voedsel. De kampen zijn overbevolkt en bevinden zich in een heuvelachtig terrein dat voor veel ouderen slecht begaanbaar is.
Mawlawi Harun, een Rohingya-man van in de negentig. Hij woont in een tent in Camp #15 in Bangladesh.Ik gebruik hier mijn pot voor mijn behoeftes, ik eet hier, ik slaap hier. Ik ben een koe of geit geworden. Wat kan ik nog meer zeggen? Koeien poepen en plassen op dezelfde plek als waar ze eten. Ik slaap nu in een toilet
Slechte toegang tot gezondheidszorg
Vanwege de afstand en het slecht begaanbare terrein, hebben veel ouderen ook slechte toegang tot gezondheidszorg. Daarnaast zijn veel medicijnen niet beschikbaar. De ongeveer 80-jarige Gul Bahar vertelt hoe ze pillen voor hoge bloeddruk nodig heeft, maar slechts paracetamol krijgt.
We moeten een deel van ons voedselrantsoen verkopen om medicijnen te kopen. We hebben ook onze dekens verkocht.
Amnesty’s oproep
Amnesty International heeft contact opgenomen met de VN-Vluchtelingenorganisatie en de International Organization for Migration in Bangladesh en de uitkomsten van het onderzoek voorgelegd. Beide organisaties gaven aan dat ze voor een zware taak stonden, vooral in de hulpvoorziening aan het begin van een crisis. Er zijn initiatieven gestart om de hulpvoorziening ook meer te richten op ouderen. Deze verbeteringen zijn in de kampen zichtbaar, maar gaan voor veel ouderen te langzaam en zijn nog niet voldoende. De rechten van ouderen moeten vanaf het begin van een crisis worden gewaarborgd.