Gewonde Rohingya-man
© Amnesty International/Conor Fortune

Myanmar: Platbranden 80 dorpen brandstof voor etnische zuivering van Rohingya

Uit nieuw bewijsmateriaal blijkt dat het leger van Myanmar met hulp van groepen burgers hele Rohingya-dorpen platbrandt. Dorpelingen die op de vlucht slaan worden beschoten. Amnesty heeft tachtig grootschalige branden in kaart gebracht die duiden op een gepland en systematisch patroon van aanvallen op de Rohingya-bevolking.

Amnesty-onderzoekers hebben verschillende data geanalyseerd, zoals gegevens over actuele branden, satellietbeelden en foto- en videomateriaal. Daarnaast spraken ze met tientallen ooggetuigen in Myanmar en Bangladesh. Alles wijst erop dat het leger van Myanmar de afgelopen drie weken een goed uitgedacht plan uitvoerde door het systematische platbranden van Rohingya-dorpen in de staat Rakhine.

Satellietbeelden van Maungdaw, Rakhine staat, Myanmar, september 2017
© Amnesty International/Conor Fortune

Amnesty’s hoofd van het crisisonderzoeksteam, Tirana Hassan, is in het grensgebied van Myanmar en Bangladesh. ‘Het bewijs is overduidelijk’, zegt zij. ‘Het leger van Myanmar zet het noorden van Rakhine in lichterlaaie in een campagne die erop is gericht de Rohingya uit Myanmar te verdrijven. Er is geen twijfel mogelijk: dit is etnische zuivering.’

De troepen handelen volgens een duidelijk vooropgezet plan: ze omsingelen een dorp, schieten op mensen die in paniek wegvluchten en branden dan huizen plat. Wettelijk gezien zijn dit misdaden tegen de menselijkheid – systematische aanvallen en gedwongen deportaties van burgers.

Grootschalige branden

Sinds 25 augustus, toen het leger van Myanmar begon met de militaire operatie tegen de Rohingya na aanslagen op politie-controleposten door de gewapende Rohingya-groepering ARSA, heeft Amnesty minstens tachtig grootschalige branden ontdekt. Al deze branden woedden in bewoonde gebieden. Op satellietbeelden van hetzelfde gebied van de afgelopen vier jaar waren geen branden van deze grootte te zien. De branden woeden in gebieden waar voornamelijk Rohingya wonen. Omdat grote delen van de staat Rakhine zijn afgesloten voor onderzoekers en journalisten, kan de precieze schade niet worden vastgesteld. Maar waarschijnlijk zijn hele dorpen platgebrand en zijn tienduizenden mensen op de vlucht geslagen. Ooggetuigenverslagen en foto’s van huizen die in brand staan bevestigen de satellietbeelden.

Satellietbeelden van Inn Din in de staat Rakhine, Myanmar
© Amnesty International/Conor Fortune

Op satellietbeelden van het dorp Inn Din is duidelijk te zien dat alleen de Rohingya-huizen zijn verbrand, terwijl er ook andere etnische groepen wonen. De wijken van niet-Rohingya’s zijn niet platgebrand. Een 27-jarige man uit Inn Din vertelde Amnesty hoe op 25 augustus het leger, samen met een burgerwacht, het dorp omsingelde. Ze schoten in de lucht en vervolgens in het wilde weg op Rohingya-bewoners die op de vlucht sloegen. De man verstopte zich in het bos en keek toe hoe militairen drie dagen in het dorp bleven en spullen stalen en huizen in brand staken. Hetzelfde patroon is in steden te zien. In de stad Maungdaw zijn de Rohingya-wijken platgebrand en de andere wijken niet.

Systematische en gecoördineerde aanvallen

Rohingya-ooggetuigen in Rakhine en vluchtelingen in buurland Bangladesh beschreven hoe militairen samen met woedende menigten soms eerst het dorp omsingelen en in de lucht schieten voordat ze binnenvallen. Maar vaak stormen ze onverwacht een dorp in en beginnen in het wilde weg te schieten. Op sommige plekken zouden de lokale autoriteiten de dorpsbewoners hebben gewaarschuwd, wat erop duidt dat de aanvallen gepland zijn.

Een 47-jarige man uit Kyein Chaung, Maungdaw, vertelde hoe het dorpshoofd de mensen bij elkaar riep en hen informeerde dat het leger hun huizen in brand kon komen steken. Hij moedigde de mensen aan te schuilen bij de rivier buiten het dorp. De volgende dag kwamen van twee kanten vijftig soldaten aan en begonnen op de Rohingya te schieten. De mensen konden geen kant op en sommigen konden niet zwemmen. De soldaten schoten gericht op mannen en vielen degenen die niet konden vluchten aan met messen.

De autoriteiten van Myanmar ontkennen dat het leger verantwoordelijk is voor de branden. Ze beweren zelfs dat de Rohingya zelf hun huizen in brand steken. Maar uit Amnesty’s onderzoek blijkt duidelijk dat het leger, met hulp van groepen burgers de huizen van Rohingya in brand steken. Er zijn ook geloofwaardige aanwijzingen dat Rohingya-militanten de huizen van etnische Rakhine en andere minderheden in brand steken. Tot nu toe heeft Amnesty dit nog niet kunnen verifiëren.

Bijna een half miljoen Rohingya op de vlucht

Volgens de VN zijn meer dan 370.000 mensen uit Rakhine naar Bangladesh gevlucht sinds 25 augustus. In de deelstaat zelf zijn daarnaast nog eens tienduizenden anderen op de vlucht geslagen. Eind 2016 en begin 2017 sloegen al 87.000 mensen op de vlucht voor een grootschalige militaire operatie in Rakhine.

Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh
© Amnesty International/Conor Fortune

De getallen spreken voor zich: bijna een half miljoen Rohingya zijn in een jaar tijd gevlucht. Het leger maakt zich schuldig aan schendingen en deze moeten worden onderzocht en de daders moeten ter verantwoording worden geroepen. Daarnaast moet Myanmar ook een einde maken aan de systematische discriminatie van de Rohingya, de eigenlijke oorzaak van deze crisis.

‘Het wordt tijd dat de internationale gemeenschap wakker wordt en de nachtmerrie ziet waarin de Rohingya zitten. Er moet veel meer druk worden uitgeoefend op Aung San Suu Kyi en de militaire leiders van Myanmar’, zegt Tirana Hassan.

VN-mensenrechtenraad

Over een paar dagen is Myanmar onderwerp van gesprek bij de VN-mensenrechtenraad. Dit is de kans voor de wereld om een sterke resolutie aan te nemen die een einde maakt aan deze crisis. Daarnaast moet de raad het mandaat van de internationale onderzoeksmissie verlengen en de autoriteiten van Myanmar moeten hun medewerking verlenen aan deze missie.

Lees het volledige Engelse persbericht.

Kom in actie om het geweld in Myanmar te stoppen.