Moord, corruptie en censuur bedreigen mediavrijheid in Somalië
Een golf van gewelddadige aanvallen, bedreigingen en intimidatie van mensen die in de media werken maakt Somalië tot een van de gevaarlijkste plekken ter wereld om als journalist te werken.
In het rapport ‘We live in perpetual fear’ documenteert Amnesty International in Somalië een dramatische verslechtering in de naleving van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op mediavrijheid sinds president Mohamed Abdullahi ‘Farmajo’ in februari 2017 aantrad. Journalisten hebben te maken met gerichte aanvallen van zowel de gewapende groepering Al- Shabaab als van overheidstroepen. Ook is er meer censuur en worden mediawerkers willekeurig gearresteerd. Acht van hen zijn het land ontvlucht.
‘Journalisten liggen in Somalië onder vuur. Ze worden aangevallen met bomauto’s, worden beschoten, in elkaar geslagen en willekeurig gearresteerd,’ zegt Deprose Muchena van Amnesty International. ‘Dit harde optreden tegen mensen die alleen maar gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting gebeurt straffeloos. De aanvallen op journalisten worden nagenoeg niet onderzocht en daders worden zelden berecht.’
Gedood door politiekogels en door Al-Shabaab
Ten minste acht journalisten zijn in Somalië vermoord sinds president Farmajo aantrad. Vijf stierven tijdens willekeurige aanvallen van Al-Shabaab. Twee journalisten werden gedood door onbekende aanvallers en één werd doodgeschoten door een agent van de federale politie.
Ismail Sheikh Khalifa, activist en journalist bij Kalsan TV, overleefde op wonderbaarlijke wijze toen zijn auto werd opgeblazen op het moment dat hij op 4 december 2018 zijn kantoor uitreed.
Land ontvlucht
Zakariye Mohamud Timaade, die voor Universal TV werkte, vluchtte in juni 2019 het land uit nadat hij werd bedreigd door zowel Al-Shabaab als overheidstroepen. Hij had zich de woede van Al-Shabaab op de hals gehaald door in maart 2019 verslag te doen van de gevangenname van drie Al-Shabaab-leden door de nationale veiligheidstroepen. Hij kreeg een brief met 20 dollar om kleding voor zijn begrafenis te kopen en de mededeling dat hij ‘zou worden gedood voordat de drie Al-Shabaab-mannen werden geëxecuteerd’.
Een ander verslag dat Timaade, in mei 2019, maakte, schoot veiligheidsfunctionarissen in het verkeerde keelgat, omdat het aantoonde dat Al-Shabaab actief was in Mogadishu. De journalist werd verhoord en vervolgens weggestuurd met de waarschuwing dat hij zich verre moest houden van ‘beveiligingskwesties’. Omdat Timaade daarna nog verschillende bedreigingen ontving, voelde hij zich gedwongen om te vluchten. ‘Mijn grootste angst waren de veiligheidsdiensten,’ zegt Timaade. ‘Ik wist dat ze me wilden vermoorden. In Mogadishu kun je je verbergen voor Al-Shabaab, maar je kunt je niet verbergen voor de veiligheidsdiensten. Ze konden me gemakkelijk uit mijn kantoor halen. Ik besloot te vertrekken.’
Omkoping door overheid
Amnesty documenteerde ook beschuldigingen van omkoping van media door de Somalische overheid. Ambtenaren zouden maandelijks steekpenningen hebben betaald aan sommige media-eigenaren om te voorkomen dat zij ‘ongunstige’ verhalen zouden publiceren.
Een voormalige mediadirecteur: ‘Ik kreeg regelmatig een telefoontje van de ambtenaar van het kantoor van de president en moest hem dan in een hotel ontmoeten om het geld op te halen. Hij wilde het geld nooit op mijn bankrekening storten.’
Journalisten die door Amnesty zijn geïnterviewd, zeiden dat ze van hun uitgever opdracht kregen om geen kritische artikelen te schrijven over de president en de premier, of over onveiligheid, corruptie en mensenrechtenschendingen. Amnesty documenteerde ook vier gevallen van journalisten die door hun werkgevers waren ontslagen omdat ze zich niet aan de censuurregels hielden.
‘De zoektocht naar een positief imago heeft de Somalische autoriteiten ertoe gebracht om onderdrukking te omarmen. Dat is in strijd zijn met internationale mensenrechtennormen. De autoriteiten hebben de plicht om de rechten op vrijheid van meningsuiting, op informatie en op mediavrijheid te handhaven,’ zegt Deprose Muchena.
Sociale media onder vuur
De ongebreidelde censuur heeft veel journalisten doen uitwijken naar sociale media, maar de autoriteiten hebben speciale teams opgezet om kritische berichten te controleren. Journalisten zeiden dat overheidsfunctionarissen hen vaak belden en hen bedreigden als ze weigerden de kritische berichten van hun persoonlijke sociale media-accounts te verwijderen.
Een journalist werd gedwongen zijn baan op te zeggen omdat hij een politicus van de oppositie steunde op zijn Facebook-pagina. Amnesty telde zestien Facebook-accounts die tussen 2018 en 2019 permanent waren geblokkeerd. Dertien daarvan waren van journalisten. Ze zouden ‘Community Standards’ van Facebook hebben overtreden.
Amnesty’s oproep
President Farmajo moet onmiddellijk stappen ondernemen om te zorgen voor een snel, grondig en onafhankelijk onderzoek naar de talloze aantijgingen van schendingen van mensenrechten en van de mediavrijheid. Degenen die ervan worden verdacht verantwoordelijk te zijn, moeten tijdens een eerlijk proces worden berecht. En Facebook moet ervoor zorgen dat het niet wordt gemanipuleerd door de Somalische autoriteiten om het recht op vrije meningsuiting te ondermijnen, zeker niet voorafgaand aan de verkiezingen later dit jaar. Facebook moet met gepaste zorgvuldigheid – due diligence – het vermeende misbruik van ‘Community Standards’ onderzoeken.