Ook Nederland moet aan het werk als het gaat om mensenrechten
Vandaag beginnen in heel Nederland de eindexamens voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Een spannend moment voor duizenden jongeren. Maar er vindt vandaag nog een ander belangrijk examen plaats. Nederland wordt namelijk onderworpen aan het mensenrechtenexamen van de VN-Mensenrechtenraad, de zogenaamde Universal Periodic Review.
In Genève kunnen andere VN-lidstaten Nederland kritische vragen stellen over onze naleving van mensenrechten, en aanbevelingen doen. Het is een lot dat elke VN-lidstaat ten minste eens in vijf jaar wacht.
Het voelt misschien vreemd dat landen als Rusland, Turkije en Saudi-Arabië kritiek mogen leveren op het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Hier worden mensen immers niet vervolgd vanwege hun seksuele voorkeur, worden journalisten niet massaal achter de tralies gezet, en wordt vrouwen niet verboden om auto te rijden.
In Nederland zijn onze rechten en vrijheden over het algemeen gelukkig goed beschermd. En zijn de problemen die we wel kennen inderdaad van een andere orde.
Toch is het belangrijk dat Nederland vandaag langs de mensenrechtenmeetlat wordt gelegd. Want ook in ons land is echt nog wel werk aan de winkel. In de afgelopen jaren is er zelfs juist een negatieve trend zichtbaar op het gebied van de mensenrechten.
Politici gebruiken angst om verdeeldheid in onze samenleving te zaaien. Veiligheid wordt steeds vaker boven vrijheid gesteld. Daarnaast worden de rechten van de meerderheid soms belangrijker gevonden dan de rechten van minderheden. Je ziet het in heel Europa en daarbuiten.
Zorgwekkende ontwikkelingen
Dit voedt risicovolle, zorgwekkende ontwikkelingen.
Zie bijvoorbeeld de maatregelen die zijn genomen in reactie op de dreiging van terrorisme. Zo kan de minister van Veiligheid en Justitie sinds kort beslissen of iemand mogelijk staatsgevaarlijk is en uit voorzorg zijn paspoort intrekken, zonder tussenkomst van een rechter. En inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben de bevoegdheid om zonder concrete dreiging de communicatie van grote groepen burgers te onderscheppen.
Misbruik en willekeur liggen hier op de loer. Of dit soort maatregelen daadwerkelijk effectief zijn is bovendien twijfelachtig.
We zien ook dat kwetsbare mensen vaak als eerste de dupe zijn wanneer rechten worden ingeperkt. Denk aan mensen zonder verblijfsrecht, die zonder schuldig te zijn aan een strafbaar feit nog te vaak, te lang en in onnodig strenge omstandigheden gedetineerd worden. Of aan etnische minderheden, die veel vaker door de politie gecontroleerd worden dan witte Nederlanders, zonder objectieve reden.
Zulke praktijken versterken de negatieve beeldvorming ten aanzien van bepaalde groepen in de samenleving en schaden de legitimiteit van de overheid. Daarmee dragen ze bij aan het probleem in plaats van de oplossing.
Mensenrechten zijn geen gegeven
Mensenrechten gelden voor iedereen, altijd en overal. In Nederland wordt dat vaak als een gegeven beschouwd, waarschijnlijk omdat we al zolang in vrijheid leven. Maar het zijn onzekere tijden, ook hier. Juist nu moeten we niet toestaan dat er wordt getornd aan afspraken die de basis vormen van onze rechtvaardige en stabiele samenleving.
Tijdens het mensenrechtenexamen zal Nederland vandaag mogelijk op de vingers worden getikt op onderwerpen als contraterrorisme, vreemdelingendetentie en etnisch profileren. Wellicht ook door Rusland, Turkije en Saudi-Arabië.
Ongeloofwaardig, zult u wellicht denken. Maar als we andere landen willen aanspreken op grove mensenrechtenschendingen, dan moeten we wel zorgen dat ons eigen huis op orde is. Een geloofwaardig mensenrechtenbeleid in het buitenland gaat immers hand in hand met een geloofwaardig mensenrechtenbeleid in het binnenland.
Daarom wensen wij Nederland in Genève vandaag een open vizier en veel sterkte en wijsheid toe. En alle eindexamenscholieren trouwens ook.
Deze blog is vandaag ook in het dagblad Trouw gepubliceerd.