Mensenrechten geschonden bij noodtoestand Frankrijk
De noodtoestand in Frankrijk, die van kracht is sinds de aanslagen in Parijs in november, leidt tot de schending van mensenrechten. Dat is de belangrijkste conclusie uit een nieuw rapport van Amnesty International.
Sinds de aanslagen heeft de Franse politie meer dan 3.000 huiszoekingen gedaan en meer dan 400 mensen huisarrest opgelegd. Velen van hen mogen ’s avonds hun huis niet uit en moeten zich een paar keer per dag melden bij de politie.
Uit Amnesty’s rapport Upturned lives: The disproportionate impact of France’s state of emergency blijkt dat er bij de huiszoekingen, vaak ’s avonds laat of ’s nachts, buitensporig geweld werd gebruikt. Ook werd er onnodige schade toegebracht, werden bewoners van het huis onder vuur gehouden of geboeid gedurende de duur van de huiszoeking. De betrokkenen kregen slechts een vage uitleg voor de reden van de huiszoeking. Bovendien leidden de invallen zelden tot verder strafrechtelijk onderzoek, wat vragen oproept over de motivering.
Toch hebben ze een grote impact op de betrokkenen. Amnesty interviewde voor haar onderzoek zo’n zestig mensen. De betrokkenen stelden hevig geschrokken te zijn, soms zelfs getraumatiseerd. Veel van de geïnterviewden zeggen dat de noodmaatregelen vooral gebruikt worden tegen moslims, op basis van hun geloof, en niet omdat er concrete verdenkingen zijn.
Amnesty wil dat de Franse overheid duidelijk aantoont dat het noodzakelijk is dat de noodtoestand gehandhaafd blijft. Daarnaast moeten er waarborgen komen zodat de noodmaatregelen niet misbruikt worden, of disproportioneel of discriminatoir toegepast worden.