Mensenrechten als zuurstof

Amnesty-directeur Eduard Nazarski sprak deze woorden vandaag bij de herdenking van de Kristallnacht in Breda.

Deze herdenking van de Kristallnacht vindt plaats in een periode dat Nederland verscheurd lijkt door ongemeen heftige meningen over vluchtelingen. Het debat is ook zo fel omdat centrale waarden in onze samenleving niet meer vanzelfsprekend en dus ook niet meer  gemeenschappelijk lijken.

Het lijkt zo goed als onmogelijk iemand te vinden die zegt in het geheel geen waarden te hebben. Ik ben in elk geval nooit zo iemand tegengekomen. Mensen hechten onder meer grote waarde aan vrede, veiligheid, familie, vrijheid, traditie, eerlijkheid, solidariteit, soms veel meer aan het ene dan aan het andere, soms aan allemaal ongeveer evenveel.

Duidelijk is wel dat mensen een hele grote variatie tonen in wat ze belangrijk vinden; ze leggen eigen accenten, beklemtonen bepaalde waarden, vinden niet alles even belangrijk.

En daarom, ik zeg het maar even heel kort door de bocht, is het heel goed dat er mensenrechten zijn.

In tijden dat het (je) goed gaat merk je waarschijnlijk niet veel van die mensenrechten. Je gaat stemmen, steunt een paar goede doelen, schrijft een ingezonden brief of geeft eens ongezouten je mening op een familiefeestje. In het algemeen hou je daarbij de verhoudingen goed.

Maar hoe anders is dat in tijden van controverse. Dan is er plots een veel grotere kans dat je mening en ideeën worden bejegend met heftige tegenargumenten, met verontwaardiging of zelfs agressie. Dat is precies wat we nu zien in de debatten over vluchtelingen, in de manier waarop daar over gesproken, gediscussieerd en geruzied wordt.

Waarom zijn die reacties zo heftig? Het lijkt mij van belang te proberen dit heftige debat te benaderen als een debat over waarden. Gehechtheid aan de eigen omgeving tegenover openheid jegens de grotere wereld. Bescherming van waar je recht op hebt tegenover zorg om degenen die die rechten niet of nog niet hebben. Veiligheid tegenover risico. Vertrouwde orde tegenover onzekerheid. En het gaat er in het maatschappelijk debat dan om, hier een balans in te vinden.

Het mooie van de mensenrechten is dat ze niet voorschrijven aan welke waarden je het meest gehecht zou moeten zijn. Wat ze wel voorschrijven is dat je de waarden van anderen respecteert, ook als het niet jouw waarden zijn. Niet klakkeloos trouwens, tolerantie staat niet gelijk aan de notie dat je alles maar zou moeten beamen of langs je heen moet laten gaan. Het internationaal recht verbiedt hate speech, haatzaai. Meningen die bedoeld discrimineren of die tot geweld oproepen, zijn dus verboden. Maar voor al het andere geldt: respect is de regel.

Hoe belangrijk dat respect is, weet iedereen die aan haar of zijn eigen waarden groot belang hecht.

Mensenrechten zijn eigenlijk zó logisch, dat ze meteen uitgevonden zouden moeten worden als ze al niet bestonden. Het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geeft de kern aan: Mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren.

Mensenrechten kunnen bijdragen aan het vinden van een uitweg uit de crisis aangaande de vluchtelingen. Die overigens geen crisis van het moment is, want de vluchtelingen die we nu zien waren er voor het overgrote deel al jaren, maar dan elders. Die ook geen crisis van het totaal vreemde is, want het over-óvergrote deel van de vluchtelingen heeft waarden die niet verschillen van wat Nederlanders aan waarden hebben. Zoals vrede, veiligheid, familie, vrijheid.

Mensenrechten schrijven een respect voor andermans waarden voor, een respect dat niet gegeven wordt bij bombardementen, uithongering of terreur. En ook niet onder de dreiging van brandstichting, verkrachting, vernieling of geweld. Als we mensenrechten hoog houden, bieden we mensen die niet veilig zijn, die vervolgd worden, bescherming en respect. En zeker gaan we niet zelf over tot het schenden van dat respect.

De internationale gemeenschap kan of wil geen oplossing bieden voor bruut geweld, onderdrukking, vervolging, oorlog. En wij, de individuele leden van die internationale gemeenschap, worden tot machteloosheid gebracht. Voor veel mensen is het al veel te veel, datgene waarmee we bezig zijn. Onze bereidheid tot opvang leidt tot allerlei sociale onrust. Onze waarden worden dan misschien niet meteen bedreigd, maar wel op de proef gesteld. En welke hulp we ook bieden, het is maar al te vaak een druppel op een gloeiende plaat.

Dus wat zullen we doen in tijden van nood? De ander dan maar niet redden? Anderen aan hun lot over laten? Alle onmacht die we voelen zou ons gemakkelijk op die gedachte kunnen brengen. Als de Verenigde Naties er niet in slagen een oorlog te beëindigen, als buitenlandse bemoeienis de zaken alleen maar erger maakt zoals de zogenaamde ‘hulp’ van Rusland aan de Syrische regering nu doet, als er vooralsnog geen einde lijkt te komen aan de stroom vluchtelingen – dan mag je je met recht afvragen wat er nog gedaan kan worden. Of zou je hooguit willen aanvaarden dat een moreel standpunt, een gedeelde menselijkheid, ons hoe dan ook de verplichting tot zorg oplegt.

Wat we in elk geval kunnen constateren is dat berusting, niets doen, een ontkenning is van de betekenis van de mensenrechten. Mensenrechten zijn namelijk niet alleen maar de rechtsregels uit verdragen die verder zo gemakkelijk geschonden lijken te kunnen worden. Ze zijn niet alleen standaard voor een geordende wereld. Ze zijn niet alleen maar een moreel appèl. Ze zijn ook wat ik wil noemen: de zuurstof van de menselijkheid.

Mensenrechten kunnen helaas lang niet altijd verhinderen dat verschrikkelijke dingen gebeuren. Maar steeds opnieuw houden ze de inzet voor rechtvaardigheid en waardigheid in leven.

Zo zijn er in Syrië mensen die, vaak onder erg gevaarlijke omstandigheden, berichten over oorlogsmisdrijven en marteling en terreur via internet naar de buitenwereld overbrengen. Buiten het land zijn er Syriërs en anderen die de berichten verzamelen, satellietbeelden monitoren, de kranten en internet naspellen, en die aldus van dag tot dag de ontwikkelingen in kaart brengen. In de opvangkampen in Libanon en Jordanië en andere landen in de buurt zijn er medewerkers van de VN, Rode Kruis, hulporganisaties. Dan zijn er de mensenrechtenorganisaties, zoals Amnesty International en Human Rights Watch die rapporteren en internationaal alarm slaan. Er ook heel veel mensen in en rond de plekken waar vluchtelingen verzameld zijn, mensen uit de omgeving die heel praktische hulp bieden. En bovenal zijn er, iets wat vaak uit het oog wordt verloren, de vluchtelingen zelf die van alles ondernemen en organiseren om hun situatie zo leefbaar mogelijk te houden.

De zuurstof van de mensenrechten is onder veel betrokken burgers te vinden. Die zuurstof lijkt onvoldoende aanwezig in Syrië of Eritrea. Maar die zuurstof is zeker ook nodig rondom de Europese plaatsen die door de migratiestroom voor het eerst wijde bekendheid kregen. U kent ze uit het nieuws en als ik er een paar opnoem realiseert u zich waarschijnlijk dat u tot voor kort van de meeste nooit had gehoord, of er in elk geval niet aan had gedacht:

Lampedusa

Lesbos

Debrecen

Traiskirchen

Passau

Calais

Maar ook in Nederland zijn er dergelijke namen:

Ter Apel

Heumensoord

Oranje

Steenbergen

Woerden

Tijdens de Kristallnacht in Duitsland, van 9 op 10 november 1938 zijn vierhonderd joden vermoord of tot zelfmoord gedreven.

Het is hier vooral de voorgeschiedenis waarop ik wil wijzen. Hitler kwam in januari 1933 aan de macht. Hij won nooit een verkiezing, het maximum dat hij haalde was 35 procent van de stemmen. In februari kwam de Schutzhaft. In maart werd het eerste concentratiekamp ingericht, Dachau. In juli 1933 waren de vakbonden opgeheven en alle media, toentertijd krant en radio, onder staatscontrole gebracht.

Denkt u niet dat er geen verzet was: 77.000 Duitse burgers zijn onder het naziregime voor enige vorm van verzet vermoord. Er was in de jaren dertig onder meer een belangrijk netwerk van verzet op het Ministerie van Buitenlandse Zaken en ook in de kerken. Vooral in de katholieke kerk bestond breed verzet en dat verzet groeide sterk als reactie op de Kristallnacht. De Kristallnacht was een keerpunt in Duitsland, de eerste stap naar de holocaust, Maar het was ook een keerpunt in de internationale reactie, de Verenigde Staten en Europese landen trokken ambassadeurs terug, de vooraanstaande kranten in die landen schreven met grote afschuw over de gebeurtenissen.

Er zijn vele lessen te trekken uit de Kristallnacht. Mij lijkt een belangrijke les dat dit een moment was dat het gebrek aan maatschappelijke zuurstof, die van menselijkheid en rechten, zo ernstig was geworden dat de Duitse samenleving dit jarenlang niet te boven kwam.

Als ik probeer deze les toe te passen op onze huidige situatie dan lijkt het duidelijk dat wij moeten beseffen dat mensenrechten de zuurstof vormen voor het  debat.

Iedereen wordt vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Als we mensenrechten hoog houden, kunnen we onze crisis aangaande vluchtelingen misschien beter bespreekbaar en minder heftig maken. Het kader van menselijke waardigheid en mensenrechten kan een belangrijke bijdrage leveren aan normalisering van het gesprek over etnische verschillen en over vluchtelingen, en dus ook aan het bereiken van oplossingen voor de nood van vluchtelingen.

Ik wil eindigen met een citaat. Het is afkomstig van een politicus die de belichaming is geweest van de verantwoordelijkheid die het geweten, het besef van waarden én het internationaal recht met zich meebrengen. Begin dit jaar is hij overleden. Ik citeer van de voormalige president van Duitsland, Richard von Weizsäcker, de woorden die hij ooit uitsprak bij een herdenking van de Kristallnacht:

‘Er zijn veel manieren waarop we ons geweten niet belasten, onze verantwoordelijkheid ontduiken, wegkijken en ons stil houden. Wanneer de verschrikkelijke werkelijkheid eenmaal bekend wordt, zijn er te veel van ons die zeggen dat ze er niet van wisten of er alleen maar een vage notie van hadden.’

Aan de woorden van Von Weizsäcker voeg ik toe dat het vandaag de dag, met de talloze media, onbestaanbaar is dat mensen niet weten welke de verschrikkingen van het moment zijn en waarom zoveel mensen die verschrikkingen ontvluchten. En dus is het aan niemand van ons om weg te kijken. Van alle waarden die we hebben, moet onze verantwoordelijkheid voor de menselijkheid de belangrijkste zijn.

Daar, en zeker ook hier.