Mali: nog steeds geen gerechtigheid voor slachtoffers bij demonstraties en coup
De Malinese regering moet de waarheid vertellen over het dodelijk geweld in 2020 en de daders vervolgen. Dit zegt Amnesty International in een rapport dat vandaag verschijnt. Het Malinese leger en veiligheidstroepen schoten bij anti-overheidsprotesten minstens 18 mensen dood. Tientallen anderen raakten gewond.
Volgens het rapport Bekijk ook: Killed, wounded, and forgotten? Accountability for the killings during demonstrations and the coup in Mali vielen vier van de doden op 18 augustus, de dag waarop een staatgreep plaatsvond die volgens het leger zonder bloedvergieten is verlopen. Andere slachtoffers vielen tijdens de in mei begonnen demonstraties in Kayes, Sikasso en de hoofdstad Bamako.
‘De strijd tegen straffeloosheid staat hoog op de agenda van de Malinese overgangsregering,’ zegt Samira Daoud van Amnesty International. ‘Ze moet ervoor zorgen dat de slachtoffers en hun familie recht gedaan wordt, aan de hand van een onafhankelijk en onpartijdig onderzoek naar alle incidenten van dodelijk en buitenproportioneel geweld tijdens de protesten.’
Schoten in de borst
Veel slachtoffers vertoonden schotwonden in de borst, enkele anderen in de rug. Velen van hen waren omstanders of waren op hun werk of thuis, wat aangeeft dat de veiligheidstroepen niet uit zelfverdediging vuurden.
Op 11 mei werd in Kayes de 17 jaar oude Seyba Tamboura doodgeschoten door een politieman buiten diensttijd. De jongen was gearresteerd vanwege stuntrijden met zijn neef en had geprobeerd te vluchten. Volgens zijn neef werd hij daarbij in de rug geschoten.
De autoriteiten veroordeelden al snel wat er gebeurd was en de politieman werd geschorst en gearresteerd. Dit kon niet verhinderen dat er rellen uitbraken, waarbij demonstranten politiestations en overheidsgebouwen belaagden. De politie antwoordde met geweld en schoot met scherp op de menigte, waardoor een man van 30 en een jongen van 12 om het leven kwamen. Een andere man raakte ernstig gewond.
Groene baretten
Tijdens de coup in augustus werd ook op mensen geschoten, naar verluidt door veiligheidstroepen. “Adama”, een 39-jarige vader van vijf kinderen, werd in zijn huis in Hamdallaye door een kogel geraakt en stierf in het ziekenhuis. Zijn broer vertelde aan Amnesty dat “Adama” op de dag van de staatsgreep vroeg naar bed was gegaan.
‘De soldaten reden rond op motoren en schoten in de lucht. Een kogel [die het huis binnenvloog] raakte vijf van mijn broers vitale organen. Ik ontken ten stelligste dat er geen bloedvergieten plaatvond [tijdens de coup]. De schietende mannen waren soldaten met groene baretten. De coupplegers zijn verantwoordelijk.’