Maleisië laat alle aanklachten tegen Zunar vallen
Cartoonist Zunar uit Maleisië wordt niet langer beschuldigd van opruiing. Ook de aanklachten tegen parlementariër R. Sivarasa en burgerrechtenadvocaat N. Surendran zijn vervallen.
Amnesty’s Maleisië-onderzoeker Rachel Chhoa-Howard zegt dat Maleisië nu moet doorpakken en de draconische Opruiingswet uit 1948 naar de mestvaalt van de geschiedenis moet verwijzen. ‘Zunar, Sivarasa en Surendran zijn heel moedig geweest, omdat ze onrecht als corruptie en machtsmisbruik aan de kaak hebben gesteld. Dat de aanklachten tegen hen zijn ingetrokken is een positieve ontwikkeling, maar de Maleisische autoriteiten moeten meer doen om mensen te beschermen die hun stem laten horen.’
Opruiingswet moet afgeschaft
Chhoa-Howard vindt dat de nieuwe regering van Maleisië de gelegenheid moet aangrijpen om een nieuw tijdperk voor de mensenrechten in te luiden, door weer volledige vrijheid van meningsuiting te garanderen en de Opruiingswet uit 1948 af te schaffen. ‘Het is een archaïsche wet, die keer op keer gebruikt is om kritische geluiden te smoren. De overheid moet ook alle aanklachten op grond van deze wet laten vallen en, in de periode tot de afschaffing ervan, ervoor zorgen dat er niemand gearresteerd, aangeklaagd of gevangengezet wordt vanwege het overtreden van de wet.’
Anwar Ibrahim
Amnesty heeft de laatste drie jaar campagne gevoerd voor het intrekken van de aanklachten tegen Zunar. De cartoonist werd op 3 april 2015 aangeklaagd wegens negen gevallen van opruiing. Hij zou de rechterlijke macht hebben beledigd in tweets met betrekking tot de toenmalige oppositieleider en voormalig Amnesty International gewetensgevangene Anwar Ibrahim, die een gevangenisstraf uitzat wegens ‘sodomie’.
Daarnaast riep Amnesty ook op om de aanklachten tegen N. Surendran en R. Sivarasa in te trekken. Ook zij waren beschuldigd van opruiing in verband met de zaak Anwar.