Mahmoud Hussein: gevangen om een T-shirt
De nu 19-jarige Egyptenaar Mahmoud Hussein zit al anderhalf jaar gevangen, omdat hij een T-shirt droeg met een anti-martel-boodschap. Zijn broer Tarek schreef hem deze brief.
Door: Tarek Tito, broer van Mahmoud Hussein
Maandag 8 juni 2015
Lieve Mahmoud,
Je zit al bijna vijfhonderd dagen in de gevangenis en mijn hart kan niet droeviger zijn over het onrecht dat jou en vele anderen heeft getroffen.
Vandaag is het ook een jaar geleden dat president Abdel Fattah al-Sisi aan de macht kwam. Veel van zijn beloftes moeten nog worden ingelost. Hij sprak lovende woorden over de jeugd in dit land, maar toch kwijnen veel jongeren weg in de gevangenis.
Toen de president in februari het land toesprak, zei hij: ‘Alle onschuldige jongeren die vastzitten zullen worden vrijgelaten.’ Vandaag vraag ik: ‘Hoe zit het dan met mijn broer, die werd gearresteerd toen hij pas 18 jaar oud was? Hij zit in de gevangenis omdat hij een T-shirt droeg met de oproep voor een “land zonder marteling”, en een sjaal die de revolutie van 25 januari vierde. Hij is niet officieel aangeklaagd voor een misdaad en ook niet voor de rechtbank verschenen. Dus waarom wordt hij niet vrijgelaten?’
Om voor ons onduidelijke redenen word jij niet meer naar de rechtbank gebracht voor de zittingen waarin de rechter bepaalt of jouw detentie wordt verlengd of niet. Twee weken geleden was ik in de rechtbank met jouw advocaten. Maar jij was er niet.
Ik durf niet eens aan de omstandigheden in je gevangenis te denken. Je zit vast in de gevangenis achter het Veiligheidsdirectoraat in Cairo – dezelfde plek waar collega-activist Alaa Abdel Fattah eens vastzat. Het staat bekend als een van de ergste gevangenissen. Het is bedoeld als een tijdelijke faciliteit. Terdoodveroordeelden wachten hun executie daar af.
Je zit met 44 andere gevangenen in een cel die bedoeld is voor half zoveel mensen. De cel zit vol insecten. Een glimpje daglicht opvangen is een bonus. Mijn enige troost is dat je hoop kan blijven houden door te tekenen, en door te schrijven met andere gevangen activisten. Ik ben gek op de tekening die je maakte voor mensenrechtenadvocaat Mahienour El-Massry, die andere gekooide held. Je tekende een stralende, glimlachende Donald Duck, een vrolijk karakter, net als Mahienour, van wie we allemaal houden.
Het doet me ook aan jouw karakter denken: voetballen en lol hebben met je vrienden. De harten van onze ouders zijn gebroken omdat, in plaats van dat je je toekomst opbouwt, examens maakt en je opleiding afrondt, je leven nu in een donkere cel op pauze staat. In de zeventien maanden sinds je arrestatie, heb je je 19e verjaardag in gevangenschap doorgebracht en de bruiloft van onze broer gemist. We misten je zo erg.
Ik herinner me hoe het je nauwelijks lukte te demonstreren in het centrum van Cairo voordat de protesten werden opgebroken op 25 januari 2014. Jaar na jaar, tijdens iedere herdenking, worden we meer onderdrukt en vallen er meer doden. Op 25 januari dit jaar kregen we het verschrikkelijke nieuws dat de dichteres en linkse activiste Shaimaa al-Sabbagh was gedood door een politieagent in Cairo. Ze was bij een mars om de doden van de revolutie van vier jaar geleden te herdenken, toen deze met geweld door de veiligheidstroepen werd opgebroken.
Op de dag van jouw arrestatie, 25 januari 2014, ging ik naar een geplande demonstratie in Maadi, Cairo. We hoopten daar te demonstreren tegen voormalig president Mohamed Morsi en zijn aanhangers, en tegen de huidige president. Maar de politie greep in voordat we begonnen.
Ik werd die dag opgepakt en naar de gevangenis van het politiebureau in Maadi gebracht. Ik werd daar 74 dagen vastgehouden en aangeklaagd voor het deelnemen aan een illegaal protest en voor lidmaatschap van de verboden Moslimbroederschap, waartoe Morsi behoort. Ironisch, hè? In beroep ben ik vrijgesproken.
Op de dag van mijn arrestatie kwam ik erachter dat jij ook was vastgezet. Weten dat je jongere broer is gearresteerd en gemarteld, is een van de ergste gevoelens ter wereld.
Jij werd gearresteerd bij het Marg-politiecheckpoint, terwijl je in een minibus onderweg was naar huis. Dezelfde dag nog werd je voorgeleid bij de Nationale Veiligheidsdienst in het politiebureau voor ondervraging.
Je werd geblinddoekt en je handen werden achter je rug geboeid. De dienstdoende agent wilde de ‘bekentenis’ aan je dicteren en het filmen. Jij weigerde natuurlijk en zei dat je geen misdaden ging bekennen die je niet had begaan. Dus sloegen ze je en gaven ze je elektrische schokken, op je gezicht, rug, handen en testikels.
Na vier uur van deze behandeling vertelde je de agent van de Nationale Veiligheidsdienst dat je alles zou ‘bekennen’ wat ze wilden, als ze maar zouden stoppen met de martelingen.
De agent filmde jouw ‘bekentenis’ dat je explosieven in je bezit had, lid was van een ‘terroristische’ groepering, geld kreeg om te demonstreren, en had deelgenomen aan een illegale demonstratie. Onze familie zag de tekenen van marteling toen ze je op de dag van de ondervraging bezochten.
Lieve broer, morgen moet je voor de rechtbank verschijnen, voor een rechter die al dan niet je detentie zal verlengen. Ik hoop dat hij ons hoort en al die anderen die geven om de mensenrechten in Egypte, en dat hij je uit de gevangenis vrijlaat.
Liefs,
Je broer,
Tarek Tito