Kenia stuurt massaal vluchtelingen terug naar Somalië
Duizenden Somalische vluchtelingen die in het Dadaab-opvangkamp in Kenia wonen keren onder druk terug naar Somalië. Dat land wordt geplaagd door enorme droogte, hongersnood en geweld. Dit blijkt uit een nieuw rapport van Amnesty.
Amnesty interviewde Somalische vluchtelingen die vanuit het Dadaab-kamp terug waren gekeerd naar hun thuisland. Daar constateerden ze dat ze weer in dezelfde hopeloze situatie zijn beland die ze ooit ontvluchtten. In Somalië is een groot tekort aan water, voedsel en huisvesting. Meer dan de helft van de Somalische bevolking heeft dringend humanitaire hulp nodig. Ook heeft de rebellengroep Al Shabaab een aanzienlijk deel van het land in handen en voert geregeld aanvallen uit. Hierbij vielen alleen al in het afgelopen jaar honderden burgerslachtoffers.
Onvrijwillige terugkeer
In mei 2016 kondigde de Keniaanse overheid aan het Dadaab-kamp te gaan sluiten. Hoewel de rechtbank de sluiting in 2017 illegaal verklaarde, nam het aantal vluchtelingen dat terugkeerde naar Somalië toe. Velen van hen gaven in gesprekken met Amnesty aan terug te zijn gegaan omdat ze vreesden dat de Keniaanse overheid hen anders met geweld zou dwingen. Ook zijn de omstandigheden in het kamp sterk achteruit gegaan door geldgebrek bij de Verenigde Naties (VN). Zo moest het Wereldvoedselprogramma zijn voedselrantsoenen voor het kamp inperken.
Amnesty’s oproep
Volgens het internationale recht mogen vluchtelingen alleen worden teruggestuurd als hun veiligheid en waardigheid gegarandeerd zijn. Dat is hier geenszins het geval. Zolang de situatie in Somalië nog zo onleefbaar is, moeten de Keniaanse autoriteiten de Somalische vluchtelingen beschermen en opvangen.
Verder roept Amnesty de internationale gemeenschap op om Kenia technische en financiële ondersteuning te bieden om vluchtelingen op te vangen. Landen moeten ook voldoen aan hun financiële verplichting aan de VN voor het bieden van noodhulp.