Kameroen: Engelssprekende regio’s in greep van dodelijk geweld
In Kameroen maken separatisten en leden van de veiligheidstroepen zich schuldig aan mensenrechtenschendingen. Gewapende separatisten hebben in de Engelssprekende regio’s van Kameroen militairen gedood, scholen in brand gestoken en leerkrachten aangevallen. Leden van de veiligheidstroepen martelden mensen, beschoten menigten en vernietigden dorpen. De geweldspiraal wordt steeds dodelijker. Dat staat te lezen in Amnesty-rapport ‘A turn for the worse: Violence and human rights violations in Anglophone Cameroon’.
In de Engelssprekende regio’s in het westen van Kameroen woont ongeveer 20 procent van de bevolking. Toen begin jaren zestig de regio’s bij de overwegend Fransprekende republiek werden gevoegd, ontstond meteen wrijving. Eind 2016 escaleerde het geweld toen docenten, scholieren en advocaten demonstreerden tegen discriminatie van de Engelssprekende Kameroeners. Tijdens massale protesten riepen de Engelsprekende regio’s symbolisch de onafhankelijkheid uit van de nieuwe staat Ambazonia.
Geweld door veiligheidstroepen
De veiligheidstroepen reageerden op de protesten met willekeurige arrestaties, marteling, buitengerechtelijke executies en vernielingen. Daardoor sloegen duizenden burgers op de vlucht. Satellietbeelden laten zien dat het dorp Kwakwa in december 2017 volledig is platgebrand. Leden van de veiligheidstroepen deden dit na de dood van twee agenten, waarvan separatisten werden verdacht.
‘De harde aanpak van de veiligheidstroepen zal er niet toe bijdragen dat de rust weerkeert. Het zal eerder de Engelssprekende gemeenschappen verder vervreemden van de andere regio’s en de onrust verder aanwakkeren’, zegt Samira Daoud, Amnesty’s directeur West- en Centraal-Afrika.
Marteling om ‘bekentenis’ af te dwingen
In sommige gevallen martelden leden van de veiligheidstroepen arrestanten en hen ‘bekentenissen’ af te dwingen. Zo werden op 13 december 2017 zeker 23 mensen, onder wie minderjarigen, in het dorp Dadi opgepakt, geïsoleerd gevangengehouden en gemarteld om hen te laten ‘bekennen’ dat zij de separatisten steunen. ‘Ze bonden onze handen achter onze rug vast, en gemuilkorfden ons met handdoeken. Daarna moesten we in het water liggen, met het gezicht naar beneden, 45 minuten lang… Drie dagen lang werden we geslagen met scheppen, hamers, planken en kabels. Ze schopten ons en gooiden heet waren over ons heen. Toen ik probeerde me te bewegen en het uitschreeuwde, drukte een van hen zijn brandende sigaret op me uit’, zegt een man die in Dadi was gearresteerd.
Aanvallen door separatisten
Ook de gewapende separatisten maakten zich schuldig aan mensenrechtenschendingen. Zij doodden zeker 44 leden van de veiligheidstroepen en voerden aanvallen uit om de bevolking angst aan te jagen. Daarbij werden ook scholen aangevallen die gezien worden als symbool voor het achterstellen van de Engelse taal en cultuur door de autoriteiten. Leerkrachten en scholieren die weigerden de boycot van scholen te steunen werden ook aangevallen. Tussen februari 2017 en mei 2018 vielen separatisten zeker 42 scholen aan.
‘De gewapende separatisten vallen herhaaldelijk gewone burgers aan. Daarmee demonstreren ze hun minachting voor mensenlevens’, zegt Samira Daoud. ‘De autoriteiten moeten ervoor zorgen dat leden van de veiligheidstroepen en separatisten die misdrijven hebben begaan, ter verantwoording worden geroepen. Ze moeten onmiddellijk een einde maken aan het onwettige, onnodige en buitensporige geweld en moeten de burgers beschermen.’
Voor het rapport interviewden Amnesty-medewerkers meer dan 150 slachtoffers en getuigen.
Lees het hele rapport ‘A turn for the worse: Violence and human rights violations in Anglophone Cameroon‘.