Jemen: Willekeurige arrestaties, verdwijningen en marteling door Huthi-strijdkrachten
Gewapende Huthi-strijders hebben in gebieden waar zij de dienst uitmaken met behulp van veiligheidstroepen van de overheid op grote schaal tegenstanders en critici gearresteerd en sommigen van hen laten verdwijnen. Dit om op hun grondgebied kritiek in de kiem te smoren.
Het vandaag verschenen Amnesty-rapport Where is my father? Detention and disappearance in Huthi-controlled Yemen laat een patroon zien van honderden willekeurige arrestaties en gedwongen verdwijningen in Sana’a, Ta’iz en Hodeidah tussen december 2014 en maart 2016. De meeste mensen die werden opgepakt zijn politieke activisten, mensenrechtenverdedigers, journalisten en anderen die banden hebben met al-Islah: een sunnietisch islamitische partij die het niet eens is met de machtsovername van de Huthi’s en die de door Saudi-Arabië geleide coalitie steunt.
In afzondering en zonder aanklacht vast
Veel van de gevangenen werden lange tijd in afzondering vastgehouden, werden gemarteld en kregen geen toegang tot een advocaat of hun familie. In de meeste gevallen kregen ze geen reden te horen voor hun arrestatie. Sommigen zijn bijna anderhalf jaar vastgehouden zonder voor een rechter te zijn gebracht. Geen van de gevangenen uit Amnesty’s rapport werd ooit officieel aangeklaagd. Huthi-vertegenwoordigers vertelden Amnesty in mei 2016 dat de gevangenen vastzaten ‘omdat ze GPS-coördinaten hadden doorgegeven aan de door Saudi-Arabië geleide coalitie.’
Amnesty heeft de hand weten te leggen op documenten waaruit blijkt dat de autoriteiten in de Jemenitische hoofdstad Sana’a de gevangenschap van tientallen politieke activisten, journalisten en anderen als onwettig beschouwt. In de documenten roepen de autoriteiten op tot vrijlating van de gevangenen. Zonder effect blijkbaar.
Voor de ogen van familieleden gemarteld
Veel gevangenen worden op geheime plekken vastgehouden en regelmatig vaak overgebracht naar andere locaties. In Amnesty’s rapport staan gruwelijke verhalen van voormalige gevangenen en hun familieleden. De 21-jarige student Abdul-ilah Saylan werd in augustus 2015 in Sana’a opgepakt. Zijn familie vertelde hoe hij voor hun ogen werd gemarteld tijdens een bezoek in de gevangenis.
‘De bewaker begon hem te slaan. Drie anderen deden ook mee en wij keken toe… terwijl de vier bewakers hem hard sloegen. Kan je je voorstellen hoe het voelde om te zien hoe het bloed uit zijn neus en mond kwam en hij uiteindelijk flauwviel van de klappen, terwijl wij niets konden doen om hem te helpen?
Ondanks aandringen van zijn familie om hem voor de rechter te brengen, is Abdul-ilah Saylan nog steeds niet aangeklaagd en weet hij niet waarom hij werd gearresteerd. In september 2015 werden op de Jemenitische televisie beelden getoond, waarin hij ‘bekende’ dat hij vocht voor een anti-Huthi-groep. Het was duidelijk dat deze film onder dwang tot stand is gekomen.
Prioriteit voor de rechten van gevangenen en hun familie
Op dit moment worden er in Koeweit vredesbesprekingen gehouden over Jemen. Er is een speciaal comité opgezet voor gevangenen en gedetineerden. Amnesty roept de deelnemende partijen aan deze onderhandelingen, en de internationale partijen die erbij betrokken zijn, op om prioriteit te geven aan de rechten van willekeurige gevangenen en hun families in Huthi-gebieden.