Israël negeert genocide-uitspraak Internationaal Gerechtshof
Het is nu een maand geleden dat het Internationaal Gerechtshof oordeelde dat Israël “onmiddellijke en effectieve maatregelen” moest treffen om de Palestijnen in de Gazastrook te beschermen tegen het risico van genocide, door te zorgen voor voldoende humanitaire hulp en basisvoorzieningen. Maar Israël heeft niet eens het minimale gedaan om hieraan te voldoen, zegt Amnesty International.
De Israëlische autoriteiten hebben nagelaten ervoor te zorgen dat er voldoende levensreddende goederen en diensten zijn voor de bevolking van Gaza. Die loopt gevaar op genocide en staat op de rand van een hongersnood, door de onophoudelijke Israëlische bombardementen en de verscherping van de al 16 jaar durende illegale blokkade. De Israëlische autoriteiten hebben ook nagelaten de beperkingen op de binnenkomst van levensreddende goederen op te heffen, extra toegangspunten voor hulp en grensovergangen te openen, en een effectief systeem op te zetten om hulpverleners te beschermen tegen aanvallen.
‘Als bezettingsmacht heeft Israël volgens het internationaal recht een duidelijke verplichting om ervoor te zorgen dat in de basisbehoeften van de bevolking van Gaza wordt voorzien,’ zegt Heba Morayef van Amnesty International. ‘Door de omvang en de ernst van de humanitaire ramp die wordt veroorzaakt door Israëls onophoudelijke bombardementen lopen meer dan twee miljoen Palestijnen in Gaza het risico op onherstelbare schade.’
Minder hulpgoederen
In de drie weken na de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) nam het aantal trucks dat Gaza binnenkwam met ongeveer een derde af, van gemiddeld 146 tot circa 105 per dag. Vóór 7 oktober kwamen er gemiddeld ongeveer 500 vrachtwagens per dag Gaza binnen met spullen en hulpgoederen, waaronder voedsel, water, veevoer, medische voorraden en brandstof. Zelfs die hoeveelheid voldeed bij lange na niet aan de behoeften van de mensen.
Ook kwamen er in de drie weken na de uitspraak van het ICJ kleinere hoeveelheden brandstof Gaza binnen; Israël controleert dat streng. De enige grensovergangen die Israël openstelde, waren ook op minder dagen open. Dit laat nog eens zien dat Israël de voorlopige maatregelen aan zijn laars lapt. Hulpverleners zagen zich voor allerlei uitdagingen gesteld, maar zeiden dat Israël weigerde om duidelijke stappen te nemen om de situatie te verbeteren.
In de zaak die het voorlegde aan het ICJ betoogde Zuid-Afrika dat het opzettelijk ontzeggen van humanitaire hulp aan Palestijnen door Israël een van de verboden handelingen onder het Genocideverdrag zou kunnen zijn. Dit vanwege “het opzettelijk creëren van levensomstandigheden die erop gericht zijn om geheel of gedeeltelijk fysieke vernietiging van de groep te veroorzaken”.
Humanitaire catastrofe
In de hele Gazastrook krijgt de humanitaire catastrofe elke dag grotere proporties. Op 19 februari meldden hulporganisaties dat acute ondervoeding er sterk toenam en het leven van kinderen bedreigde. In Noord-Gaza is 15,6 procent van de kinderen onder de twee jaar acuut ondervoed; in Rafah in het zuiden is dat 5 procent. Het tempo van de verslechtering van de voedselsituatie van de bevolking binnen slechts drie maanden is “wereldwijd ongekend”. De dreiging van een grootschalige grondaanval op Rafah, waar momenteel meer dan 1,2 miljoen burgers een goed heenkomen hebben gezocht, zou nog meer verwoestende gevolgen hebben voor de humanitaire situatie.
De kleine hoeveelheid goederen die Gaza binnendruppelt, komt binnen via twee grensovergangen, beide in het zuiden van Gaza. Een Israëlische grondoperatie in dat gebied dreigt de hulpstroom volledig af te snijden en de laatste overblijfselen van het hulpsysteem te vernietigen.
Resolutie VN-Veiligheidsraad
Amnesty International sprak midden en eind februari met tien medewerkers van vijf humanitaire organisaties, die de gruwelijke omstandigheden in Gaza beschreven. Ze zeiden allemaal dat mogelijkheden om hulp in en rond Gaza te krijgen, gelijk waren gebleven of waren verslechterd sinds de ICJ-uitspraak.
Hulpverleners benadrukten hoe Israël verzuimde om voor de hand liggende stappen te nemen, zoals het openen van alle beschikbare toegangspunten en grensovergangen om hulp sneller en op grotere schaal te kunnen overbrengen naar gebied in nood, of ervoor te zorgen dat humanitaire operaties niet onder vuur van het leger komen te liggen.
Een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, die in december 2023 werd aangenomen, eiste dat partijen “het gebruik van alle beschikbare routes naar en door de hele Gazastrook, inclusief grensovergangen, mogelijk maken en faciliteren” om ervoor te zorgen dat vitale hulp burgers “via de meest directe routes” kan bereiken. Ondanks deze juridisch bindende resolutie heeft Israël geweigerd om meer grensovergangen te openen om humanitaire hulp mogelijk te maken.
Illegale blokkade
Israëlische demonstranten die eisten dat de regering geen hulp meer zou toelaten in Gaza totdat de Israëlische gijzelaars bevrijd zouden zijn, hebben herhaaldelijk de toegang tot de grensovergang Karem Abu Salem geblokkeerd. Daardoor moest deze soms meerdere dagen worden gesloten Dergelijke verstoringen ontslaan de Israëlische autoriteiten niet van hun verplichting om de nodige maatregelen te nemen om hulp mogelijk te maken.
Er zijn nog meer toegangspunten en grensovergangen. Sommige werden na 7 oktober door Israël gesloten, andere waren al jaren dicht. Israël controleert streng wat Gaza binnenkomt en uitgaat, zowel mensen en goederen, als onderdeel van zijn illegale blokkade, die de afgelopen maanden nog veel strikter is geworden.
Honger
De situatie is vooral rampzalig in het noorden van Gaza, dat door Israël feitelijk is afgesneden van de rest van het gebied. Het OCHA (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) meldde dat Israël tussen 1 januari en 12 februari meer dan de helft van de verzoeken van humanitaire hulpverleners om het noorden binnen te gaan had afgewezen. Op 6 februari rapporteerde het OCHA dat Israël geen van de 22 verzoeken van de VN om controleposten eerder te openen had ingewilligd, ook niet voor toegang tot gebied ten noorden van Wadi Gaza.
Op 21 februari zei een van de geïnterviewde hulpverleners: ‘Er is in principe geen toegang [tot het noorden]. In november was er een staakt-het-vuren en toen hebben we veel vrachtwagens naar het noorden gestuurd. Daarna is het niet meer gelukt om een substantieel aantal vrachtwagens het noorden binnen te krijgen. In 2024 is dat nog minder. Sommige mensen lijden nu al honger.’
Hulpverlening belemmerd
Israël blijft de invoer van essentiële goederen naar Gaza strikt beperken. Alle invoer naar Gaza moet vooraf worden goedgekeurd. Ook in februari maakten hulpverleners melding van frequente, onvoorspelbare en “willekeurige” afwijzingen en beperkingen. Israëlische overheidsfunctionarissen geven humanitaire organisaties herhaaldelijk de schuld van gebreken in de hulpverlening, door te beweren dat hulporganisaties niet in staat zijn om meer hulp te sturen en te distribueren, of dat er in Gaza wordt geplunderd.
Maar hulpverleners beschreven een aantal methoden waarop Israëlische autoriteiten hun werk belemmeren. Ze gaven een lijst van basisstappen die Israël heeft nagelaten te nemen om de hulpverlening te vergemakkelijken: het toelaten van voldoende en essentiële hulpgoederen wordt regelmatig geweigerd, het eerder openen van controleposten eveneens. Daarnaast garanderen de Israëlische autoriteiten de veiligheid van hulpkonvooien, hulpverleners en steunpunten voor hulp niet. In plaats daarvan liggen die steeds opnieuw onder vuur.
Geen stroom, nauwelijks brandstof
Naast hulpgoederen heeft Gaza dringend brandstof nodig om mensen in staat te stellen om water te zuiveren, voedsel te bereiden en medische apparatuur, zoals couveuses, te laten werken. Sinds 11 oktober is er in Gaza geen stroom doordat Israël de elektriciteitsvoorziening heeft afgesneden. Israël blokkeerde ook de invoer van brandstof van begin oktober tot 18 november 2023. Hoewel het nu enige brandstof heeft toegelaten tot Gaza, blijven de hoeveelheden absoluut ontoereikend. Vanaf eind februari bleven de Israëlische autoriteiten ook regelmatig humanitaire verzoeken afwijzen om andere energiebronnen binnen te laten, zoals zonnepanelen, generatoren en batterijen.
Onmiddellijk staakt-het-vuren
‘Geen mens zou gedwongen mogen worden om te leven in de onmenselijke omstandigheden waarin de Gazanen nu leven,’ zegt Heba Morayef. ‘In plaats van hun hardvochtige blokkade op te heffen, zijn de Israëlische autoriteiten van plan om de aanvallen op te voeren met een dodelijke militaire operatie in Rafah. Dit zal gruwelijke gevolgen hebben voor burgers en brengt het risico met zich mee dat de enige levensader voor hulp wordt afgesneden. Alleen een onmiddellijk en langdurig staakt-het-vuren kan levens redden en ervoor zorgen dat de voorlopige maatregelen van het ICJ, inclusief de levering van levensreddende hulp, worden uitgevoerd,’ zegt Heba Morayef.
‘In plaats daarvan hebben de VS voor de derde keer een veto uitgesproken over een VN-Veiligheidsraad-resolutie van de waarin een onmiddellijk staakt-het-vuren werd geëist. Landen die invloed hebben op de Israëlische regering, waaronder de VS, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en andere bondgenoten, mogen niet werkeloos toezien hoe Palestijnse burgers een vermijdbare dood sterven door bombardementen, gebrek aan voedsel en water, de verspreiding van ziekten en gebrek aan gezondheidszorg. In het licht van de humanitaire catastrofe in Gaza is de steun van deze staten voor de acties van Israël, inclusief het negeren van de uitspraak van het ICJ, onverdedigbaar en kan het een schending zijn van hun verplichting om genocide te voorkomen.’
UNWRA
Amnesty International doet ook een beroep op staten om ervoor te zorgen dat UNRWA [de hulporganisatie van de VN] financiële middelen krijgt om haar activiteiten voort te zetten. Een aantal staten heeft de financiering van de organisatie opgeschort vanwege beschuldigingen dat sommige van UNWRA’s medewerkers hebben deelgenomen aan de aanval van 7 oktober. UNRWA is al lange tijd de enige levensader voor Palestijnse vluchtelingen in Gaza en elders in het Midden-Oosten en biedt onmisbare humanitaire hulp, onderdak en onderwijs.
Alle staten moeten hun verplichting nakomen om genocide te voorkomen, door dringend stappen te zetten die ervoor zorgen dat Israël de voorlopige maatregelen van het ICJ naleeft. Dat moeten ze doen door druk uit te oefenen op Israël om de toegang tot Gaza snel open te stellen en voor eens en altijd een einde te maken aan de meedogenloze blokkade. Alle staten moeten ook onmiddellijk een einde maken aan de levering van wapens aan Israël, zoals onlangs werd gevraagd door 24 VN-deskundigen.
Lees hier het uitgebreidere Engelse persbericht.