Israël moet stoppen met marteling en afzondering Palestijnen uit Gaza
- Israël misbruikt wet om Palestijnen zonder aanklacht vast te houden voor onbepaalde tijd
- ‘Wet op onwettige strijders’ legaliseert incommunicado-detentie en maakt gedwongen verdwijning mogelijk
- Schokkende getuigenissen van marteling van 27 voormalige gevangenen, onder wie een 14-jarige jongen
De Israëlische autoriteiten moeten een einde maken aan het vasthouden voor onbepaalde tijd van Palestijnen uit de bezette Gazastrook, waarbij zij geen contact mogen hebben met de buitenwereld (incommunicado-detentie). Zij zitten zonder aanklacht of proces gevangen onder de Wet op onwettige strijders. Volgens Amnesty International is dit een overduidelijke schending van het internationaal recht.
Amnesty International interviewde 27 Palestijnse voormalige gevangenen, die vaak maandenlang werden vastgehouden zonder toegang tot hun advocaten of contact met hun families. Allemaal vertelden zij dat Israëlische militairen, inlichtingendiensten en politieagenten hen tijdens hun gevangenschap onderworpen aan marteling en andere vormen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling.
Misbruik Wet op onwettige strijders
De genoemde wet geeft het Israëlische leger verregaande bevoegdheden. Het leger mag iedereen uit Gaza die het verdenkt van betrokkenheid bij vijandelijkheden tegen Israël of die een bedreiging zou vormen voor de staatsveiligheid voor onbepaalde tijd vasthouden. Daarvoor hoeft het leger geen bewijs te leveren voor de verdenkingen.
‘Hoewel het internationaal humanitair recht detentie toestaat op grond van zwaarwegende veiligheidsredenen in bezettingssituaties, moeten er waarborgen zijn om willekeurige detentie, detentie voor onbepaalde tijd, foltering en andere vormen van mishandeling te voorkomen,’ zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. ‘Deze wet biedt deze waarborgen absoluut niet, maar maakt wijdverspreide marteling mogelijk en institutionaliseert in sommige omstandigheden gedwongen verdwijning. De Israëlische autoriteiten moeten deze wet onmiddellijk intrekken en iedereen vrijlaten die willekeurig wordt vastgehouden op grond van deze wet.’
Artsen, mensenrechtenactivisten en journalisten vastgehouden
De Israëlische gevangenisdienst (IPS) bevestigde tegenover de Israëlische ngo Hamoked dat op 1 juli 2024 1.402 Palestijnen werden vastgehouden op basis van de bovengenoemde wet. Mensen die korter dan 45 dagen gevangen zaten worden hierbij niet meegeteld. Israëlische militairen pakten de mensen verspreid over Gaza op bij scholen waar intern ontheemden wonen, bij invallen in huizen en ziekenhuizen en bij pas geïnstalleerde checkpoints. Ze werden vervolgens overgebracht naar Israël en daar gedurende 2 weken tot 140 dagen gevangengezet in militaire of door de IPS beheerde detentiefaciliteiten.
Onder de gevangenen bevonden zich artsen die in ziekenhuizen werden vastgehouden omdat ze weigerden hun patiënten in de steek te laten, moeders die van hun baby’s werden gescheiden toen ze probeerden de zogenaamde “veilige corridor” van Noord-Gaza naar het zuiden over te steken, mensenrechtenactivisten, VN-medewerkers, journalisten en andere burgers.
Iedereen werd gemarteld
Gedetineerden krijgen niet alleen geen toegang tot juridische bijstand, maar worden ook van hun families afgesneden. Familieleden van gedetineerden beschreven aan Amnesty International de kwelling om van hun geliefden gescheiden te worden en constant bang zijn om te ontdekken dat ze in de gevangenis zijn overleden.
De lange periodes van incommunicado-detentie maken het makkelijker om te martelen, doordat er geen toezicht is op de fysieke toestand van de gedetineerden en er geen communicatie met hen mogelijk is.
De 27 vrijgelaten gevangenen die door Amnesty International werden geïnterviewd beschreven allemaal dat ze minstens één keer werden gemarteld in de tijd dat ze vastzaten. De organisatie nam bij ten minste acht gedetineerden sporen en kneuzingen waar die wijzen op marteling, en zag medische rapporten van twee gedetineerden in die hun getuigenissen over marteling bevestigen.
Het Crisis Evidence Lab van Amnesty International verifieerde ten minste vijf video’s van massa-arrestaties en stelde vast waar ze zijn gemaakt. Daaronder zijn beelden van gevangenen die tot op hun ondergoed uitgekleed waren na hun arrestatie in het noorden van Gaza en in Khan Younis. Gedwongen naaktheid in het openbaar gedurende langere tijd is in strijd met het verbod op marteling en andere vormen van mishandeling en komt neer op seksueel geweld.
Geblinddoekt en geboeid
Degenen die werden vastgehouden in het beruchte militaire detentiekamp Sde Teiman, zeiden dat ze gedurende hun hele verblijf daar geblinddoekt en geboeid waren. Ze beschreven dat ze gedwongen werden om urenlang in stresshoudingen te blijven zitten en dat ze niet met elkaar mochten praten of hun hoofd omhoog mochten doen. Deze getuigenissen komen overeen met de bevindingen van andere mensenrechtenorganisaties en VN-organen en met tal van rapporten die zijn gebaseerd op getuigenissen van klokkenluiders en vrijgelaten gevangenen.
Een gevangene die in juni werd vrijgelaten, na 27 dagen te hebben vastgezeten in een barak met minstens 120 anderen, vertelde Amnesty dat het leger gevangenen sloeg of honden op hen afstuurde, alleen maar omdat ze met een andere gevangene praatten, hun hoofd ophieven of van houding veranderden.
De 57-jarige kinderarts Said Maarouf werd in december 2023 door het Israëlische leger 45 dagen vastgehouden in het militaire kamp Sde Teiman. Hij vertelde Amnesty International dat bewakers hem de gehele duur van zijn detentie geblinddoekt en geboeid hielden, en beschreef dat hij werd uitgehongerd, herhaaldelijk werd geslagen en werd gedwongen om lange tijd op zijn knieën te zitten.
Zelfs 14-jarige jongen mishandeld
Op 1 januari 2024 arresteerde het Israëlische leger een 14-jarig jongen in zijn huis in Jabalia. Hij werd 24 dagen vastgehouden in het militaire detentiecentrum Sde Teiman en zat met minstens 100 volwassen gevangenen in één barak. Hij vertelde Amnesty International dat militaire ondervragers hem martelden, onder andere door hem te schoppen en in zijn nek en op zijn hoofd te slaan. Hij zei dat hij herhaaldelijk was verbrand met sigarettenpeuken. De Amnesty-onderzoekers die hem spraken zagen tekenen van brandwonden van sigaretten en kneuzingen op zijn lichaam, toen ze hem op 3 februari 2024 interviewden in de school waar hij met andere ontheemde families onderdak had gevonden. Tijdens zijn detentie mocht hij zijn familie niet bellen of een advocaat spreken en was hij geblinddoekt en geboeid.
Israël komt beloftes niet na
Op 5 juni kondigden de Israëlische autoriteiten plannen aan om de detentieomstandigheden in het militaire kamp Sde Teiman te verbeteren en het aantal gevangenen te beperken. Dit in reactie op een petitie van Israëlische mensenrechtenorganisaties, die de sluiting van het kamp eisten. Meer dan een maand later lijkt er echter weinig veranderd te zijn.
Advocaat Khaled Mahajna kreeg op 19 juni bij hoge uitzondering toegang tot Sde Teiman. Hij vertelde Amnesty International dat zijn cliënt, de journalist Mohammed Arab, hem vertelde dat hij met minstens 100 mensen in dezelfde barak werd vastgehouden. De omstandigheden waren er onmenselijk. Arab zei ook dat hij al meer dan 100 dagen werd vastgehouden in Sde Teiman, zonder zelfs maar te weten waarom.
Het Israëlische leger bevestigde op 3 juni aan de krant Haaretz dat het een onderzoek instelt naar de dood van veertig gedetineerden tijdens hun gevangenschap in Israël, onder wie 36 mensen die stierven of werden gedood in de militaire detentiefaciliteit in Sde Teiman. Er zijn nog geen aanklachten ingediend. Dit aantal omvat niet de gedetineerden die stierven of werden gedood terwijl ze in hechtenis waren van de Israëlische gevangenisdienst.
Vrouwelijke gedetineerden
Onder de gevangenen die door Amnesty International werden geïnterviewd waren vijf vrouwen die allemaal meer dan 50 dagen afgesloten van de buitenwereld hadden gezeten, zowel in een militair detentiecentrum in een illegale Israëlische nederzetting op de bezette Westelijke Jordaanoever als in een gevangenis in Noord-Israël. Geen van de vijf werd op de hoogte gesteld van de wettelijke gronden voor hun arrestatie of voorgeleid aan een rechter. Ze beschreven allemaal dat ze geslagen werden toen ze naar de gevangenis werden vervoerd.
Eén van hen zei dat ze gescheiden werd van haar twee kinderen van respectievelijk 4 jaar en 9 maanden oud, en aanvankelijk samen met honderden mannen werd vastgehouden. Ze werd ervan beschuldigd lid te zijn van Hamas. Ze werd geslagen, gedwongen haar hoofddoek af te doen en zo op de foto te gaan. Ze beschreef ook de kwelling van de schijnexecutie van haar man:
‘Op de derde dag van onze gevangenschap stopten ze ons in een greppel en begonnen met zand te gooien. Een soldaat loste twee schoten in de lucht en zei dat ze mijn man hadden geëxecuteerd. Ik stortte in en smeekte hem om mij ook te doden, om me van deze nachtmerrie te verlossen.’
Een andere vrijgelaten vrouwelijke gevangene vertelde Amnesty dat haar herhaalde verzoeken om informatie over haar kinderen werden genegeerd door gevangenisbewakers, die ze hoorde lachen en haar bespotten. Ook deden bewakers alsof ze haar zouden vrijlaten en fouilleerden haar in plaats daarvan op een gewelddadige manier.
Ze gebruikten daarbij een groot mes om haar kleren af te rukken. Vervolgens zat ze nog eens 18 dagen gevangen. Gevangenisbewakers zeiden: ‘We zullen met jou doen wat Hamas met ons heeft gedaan; we zullen je ontvoeren en verkrachten’.
Oproep Amnesty International
‘Marteling en andere vormen van mishandeling, waaronder seksueel geweld, zijn oorlogsmisdaden,’ zegt Agnès Callamard. ‘Deze beschuldigingen moeten onafhankelijk worden onderzocht door de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof. Dit is van cruciaal belang, omdat de Israëlische rechterlijke macht beschuldigingen van marteling niet op een geloofwaardige manier onderzoekt. De Israëlische autoriteiten moeten aan onafhankelijke waarnemers ook onmiddellijk en onbeperkt toegang verlenen tot alle detentiecentra. Die toegang is sinds 7 oktober geweigerd.’
Alle gedetineerden die worden vastgehouden onder de Wet tegen onwettige strijders, inclusief vermeende leden van gewapende groeperingen, moeten humaan worden behandeld. Zij moeten toegang krijgen tot advocaten en internationale toezichthoudende instanties zoals het Rode Kruis. Degenen die verdacht worden van het plegen van misdaden volgens het internationaal recht moeten berecht worden in overeenstemming met internationale normen voor een eerlijk proces. Alle burgers die willekeurig worden vastgehouden zonder aanklacht of proces moeten onmiddellijk worden vrijgelaten.
Rapport over Wet op onwettige strijders
Amnesty International heeft in 2012 in een rapport Starved of Justice – Palestinians detained without trial by Israel haar ernstige bezorgdheid geuit over het gebruik van de Wet op onwettige strijders door Israël, en over de schendingen van de internationale mensenrechtenwetgeving.