Israël/Bezette Palestijnse Gebieden: mogelijke oorlogsmisdaden moeten onderzocht worden
Het Internationaal Strafhof (ICC) moet onwettige aanvallen tijdens de Israëlische militaire actie in de Gazastrook in augustus 2022 onderzoeken als oorlogsmisdaden, zowel van Israëlische als Palestijnse zijde. Dit zegt Amnesty International in een vandaag gepubliceerd onderzoek.
Aan de hand van foto’s van wapenscherven, analyse van satellietbeelden en getuigenissen uit tientallen interviews, reconstrueerde de organisatie de omstandigheden rond drie specifieke aanvallen, waarvan er twee werden uitgevoerd door Israëlische strijdkrachten en één hoogstwaarschijnlijk door Palestijnse gewapende groepen. Het rapport ‘They were just kids’: Evidence of war crimes during Israel’s August 2022 Gaza offensive’, zet uiteen waarom deze aanvallen mogelijk neerkomen op oorlogsmisdaden.
‘Precieze’ aanvallen
Amnesty International stelde vast dat de twee Israëlische aanvallen samen zes Palestijnse burgers hebben gedood. Tijdens het offensief in augustus schepten de Israëlische autoriteiten op over de precisie van hun operatie. Amnesty International stelde echter vast dat zich onder de slachtoffers van deze ‘precieze’ aanvallen een vierjarig jongetje, een tiener die het graf van zijn moeder bezocht en een 22-jarige studente bevonden. De derde door Amnesty International onderzochte aanval, waarbij zeven Palestijnse burgers om het leven kwamen, lijkt te zijn veroorzaakt door een ongeleide raket die door Palestijnse gewapende groepen werd gelanceerd.
Apartheidspolitiek
“De door ons gedocumenteerde schendingen werden gepleegd in het kader van Israëls aanhoudende illegale blokkade van Gaza, een belangrijk instrument van de Israëlische apartheidspolitiek,” zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. “De Palestijnen in Gaza worden gedomineerd, onderdrukt en gesegregeerd, en zitten gevangen in een 15 jaar durende nachtmerrie. Het ICC moet niet alleen onderzoek doen naar oorlogsmisdaden die in Gaza zijn gepleegd, maar ook naar apartheid als misdaad tegen de menselijkheid.”
Bewijsmateriaal
Amnesty International interviewde 42 personen voor haar onderzoek, onder wie overlevenden van aanvallen, familieleden van doden of gewonden, ooggetuigen en medici. De Israëlische autoriteiten hebben Amnesty International sinds 2012 de toegang tot de Gazastrook ontzegd, dus zette de organisatie een veldwerker in, die 17 aanvalslocaties bezocht en bewijsmateriaal verzamelde, zoals foto’s van wapenresten. Amnesty Internationals wapendeskundige en Evidence Lab analyseerden het ter plekke verzamelde bewijsmateriaal, evenals satellietbeelden en ander open-source-materiaal.
Tientallen burgers gedood
Op 5 augustus 2022 lanceerde Israël wat het omschreef als een “preventief” militair offensief op de Gazastrook, gericht tegen de Palestijnse Islamitische Jihad en diens gewapende vleugel de Al-Quds Brigades. De Israëlische autoriteiten zeiden dat het offensief een reactie was op dreigende aanvallen.
Volgens de VN zijn bij de gevechten 49 Palestijnen gedood. Volgens Amnesty International zijn 33 Palestijnen, waaronder 17 burgers, gedood door Israëlische troepen. Van de overige 16 gedode Palestijnen waren er volgens Amnesty International 14 burgers.
Doden door Palestijnse raket
Amnesty heeft voldoende bewijs verzameld om te concluderen dat 7 van de slachtoffers zijn gedood door een raket die door Palestijnse gewapende groepen is afgevuurd, maar kon niet vaststellen welke partij verantwoordelijk was voor de overige 7 burgerdoden. Deze 7 burgers werden gedood bij 4 aanvallen, waarna restanten van wapens onmiddellijk werden verwijderd. Daardoor hadden de onderzoekers van Amnesty International geen toegang tot materieel bewijsmateriaal. Deze verwijdering komt overeen met een patroon dat is vastgesteld in eerdere gevallen waarin Palestijnse raketten verkeerd terechtkwamen.
Duniana al-Amour gedood
Duniana al-Amour, een 22-jarige studente beeldende kunst die met haar familie in een dorp bij Khan Younis in de zuidelijke Gazastrook woonde, werd gedood bij wat volgens Amnesty International de eerste Israëlische aanval van het weekend was. Op 5 augustus rond 15.55 uur raakte een projectiel van een Israëlische tank het huis van de familie Al-Amour, waarbij Duniana werd gedood en haar moeder Farha en haar 25-jarige zus Areej werden verwond. Duniana’s vader Adnan al-Amour, die ten tijde van de beschieting de olijfbomen op zijn land aan het besproeien, zei dat zijn vrouw en kinderen op dat moment thuis thee aan het drinken waren, zoals iedere vrijdag.
Uit het onderzoek van Amnesty International blijkt dat de Israëlische strijdkrachten het huis van de familie Al-Amour opzettelijk als doelwit hebben gekozen. De organisatie vond geen bewijs dat leden van de familie Al-Amour betrokken zijn bij de gewapende strijd.
Aanval op de Al-Falluja begraafplaats
Op 7 augustus rond 19.00 uur werd de begraafplaats Al-Falluja in Jabalia in het noorden van de Gazastrook door een raket getroffen. De aanval doodde vijf kinderen: Nadhmi Abu Karsh (15) en de neven Jamil Najmiddine Nejem (4), Jamil Ihab Nejem (14), Hamed Haidar Nejem (16) en Muhammad Salah Nejem (16) jaar. Amir Abu al-Mi’za (8), raakte ernstig gewond; er zitten granaatscherven in de buurt van zijn ruggenmerg.
Israëlische raket
Het Israëlische leger gaf aanvankelijk de Palestijnse Islamitische Jihad de schuld van de aanval. Maar op 16 augustus vertelden anonieme bronnen in het leger aan de krant Haaretz dat uit een voorlopig onderzoek naar de aanval was gebleken dat noch de Palestijnse Islamitische Jihad, noch de Al-Quds Brigades op het moment van de aanval raketten afvuurden. Israël zou echter “doelen” in de buurt van het gebied hebben aangevallen. Sinds de publicatie van het artikel heeft het Israëlische leger deze berichten bevestigd noch ontkend.
De wapendeskundige van Amnesty International stelde vast dat de door haar veldwerker gefotografeerde stukken metaal overeenkomen met fragmenten van een Israëlische geleide raket. Omwonenden meldden dat ze kort voor de aanval een drone hoorden overvliegen.
Mogelijke oorlogsmisdaad
Amnesty International kon geen bewijzen vinden van militaire activiteiten van gewapende groepen in de buurt van de begraafplaats ten tijde van de aanval. Satellietbeelden van 10 dagen eerder toonden geen duidelijk militair doelwit in de buurt, en bewoners zeiden dat de situatie op 7 augustus niet was veranderd. Het ontbreken van duidelijke militaire doelen wijst erop dat er sprake kan zijn geweest van een doelbewuste, directe aanval op burgers of burgerobjecten, wat zou kunnen neerkomen op een oorlogsmisdaad.
Achtergrond
Amnesty International heeft herhaaldelijk gerapporteerd over onwettige moorden en mogelijke oorlogsmisdaden in Gaza. In hoofdstuk 6 van haar rapport uit februari 2022 (Israel’s apartheid against Palestinians: Cruel system of domination and crime against humanity) licht de organisatie toe hoe zulke daden neerkomen op apartheid als misdaad tegen de menselijkheid.