IS in Irak: een jaar verder
Op 10 juni 2014 veroverde Islamitische Staat (IS) de Iraakse stad Mosul. Sindsdien regeert de gewapende groep over Irak met terreur en maakt het zich schuldig aan massamoorden, seksueel geweld, ontvoeringen en marteling. Met name sjiitische moslims en religieuze en etnische minderheden zijn het doelwit.
De omvang van de terreur van IS in Irak wordt onthuld in een vandaag verschenen interactieve kaart met verhalen. Uit de verhalen van de betrokken mensen wordt duidelijk dat Iraakse burgers vastzitten in een dodelijke spiraal van gruwelijk geweld door IS aan de ene kant, en wrede wraakacties door de nu dominante en door de overheid gesteunde sjiitische milities en overheidstroepen aan de andere.
De interactieve kaart bevat twee rapporten over twee bloedbaden, in Sinjar en Barwana, van januari 2015. Deze waren er schijnbaar op gericht om misdaden van IS te wreken. In de stad Barwana werden mogelijk meer dan zeventig soennitische Arabische mannen vermoord. En in de regio van Sinjar vermoordden Yezidi-milities eenentwintig soennitische Arabieren.
Omdat de daders van deze misdaden veelal buiten het bereik van de wet zijn, kunnen burgers nergens heen voor bescherming en hebben slachtoffers geen toegang tot gerechtigheid.
Gruweldaden door Yezidi-milities
Veel leden van de etnische Yezidi minderheidsgroep werden door leden van IS ontvoerd, verkracht en vermoord. Bij een mogelijke wraakactie in de regio Sinjar op 25 januari 2015, vielen Yezidi-milities twee Arabische dorpen aan. Daarbij werden eenentwintig mensen vermoord en huizen in brand gestoken. De helft van de mensen die omkwamen waren ouderen, gehandicapten, vrouwen en kinderen. Veertig andere dorpsleden werden ontvoerd; van hen worden er nog steeds zeventien vermist. Volgens bewoners waren leden van de Peshmerga en Asayish-veiligheidstroepen van de Koerdische Regionale Overheid aanwezig, maar grepen ze niet in.
‘Het is erg verontrustend om te zien hoe leden van de Yezidi-gemeenschap – die zelf zoveel geleden hebben onder IS – nu zelf zulke wrede misdaden begaan’, zegt Donatella Rovera, crisis-onderzoeker van Amnesty International.
Oproep aan Iraakse autoriteiten
Amnesty roept de Iraakse autoriteiten op er alles aan te doen om sektarische spanningen op te lossen door de daders van dit soort misdaden te berechten. Slachtoffers moeten weten dat daders verantwoordelijk gehouden zullen worden, ongeacht hun religie, etniciteit of positie. Zonder een einde aan deze straffeloosheid, blijven Iraakse burgers gevangen in een dodelijke spiraal van sektarisch geweld, en betalen hele gemeenschappen – in plaats van individuen – de prijs.
