Executie van jonge demonstrant in Iran wakkert vrees aan voor meer terechtstellingen
© Private

Iran: snelle actie door VN-Mensenrechtenraad nodig

De VN-Mensenrechtenraad moet snel onderzoeksprocedures voor Iran instellen, zodat de enorme toename van onwettige doden en andere mensenrechtenschendingen geadresseerd kunnen worden. Dat zegt Amnesty International, na een week waarin de Iraanse veiligheidstroepen ten minste 60 demonstranten, rouwenden en omstanders – onder wie kinderen – doodschoten.

De veiligheidstroepen zetten grootschalig onwettig dodelijk geweld in met als doel demonstranten te doden of verwonden, om de opstand koste wat het kost neer te slaan. Sinds 15 november 2022 is het gebruik van scherpe munitie toegenomen om protesten uiteen te drijven in provincies waar veel Koerden en mensen van andere onderdrukte etnische minderheden wonen.

‘Tijdens de Speciale Sessie over Iran op 24 november, hebben de lidstaten van de VN-Mensenrechtenraad de kans om de oproep van de mensen van Iran te versterken. De mensen van Iran blijven hun leven riskeren om te demonstreren voor mensenrechten, vrijheid en gerechtigheid voor demonstranten die zijn gedood. Het is verschrikkelijk dat zoveel mannen, vrouwen en kinderen de ultieme prijs moesten betalen voor hun roep voor een hoopvolle toekomst waarin rechten worden gerespecteerd’, zegt Agnès Callamard, de secretaris-generaal van Amnesty International.

‘De situatie in Iran vraagt om een stevige resolutie waarin een onafhankelijk mechanisme voor onderzoek en verantwoording wordt ingesteld om bewijs van misdrijven te verzamelen en te bewaren, straffeloosheid aan te pakken en om een duidelijke boodschap af te geven aan de Iraanse autoriteiten dat hun misdrijven onder internationaal recht niet langer ongezien kunnen doorgaan.’

Sinds de protesten half september 2022 begonnen, heeft Amnesty International de namen en gegevens gedocumenteerd van 305 mensen. Onder hen zijn ten minste 41 kinderen. Zij werden allemaal gedood door de veiligheidstroepen. Alleen al in de afgelopen week identificeerde Amnesty International 53 mannen, 2 vrouwen en 5 kinderen die werden gedood in 10 verschillende provincies in Iran. De meerderheid van hen (42) kwam om het leven in gebieden waar Koerden wonen. Leden van de in Iran onderdrukte etnische minderheden, zoals die in Balochistan en de Koerden, zijn de dupe geworden van de gewelddadige aanpak van de veiligheidsdiensten. Onderzoek naar de identiteit van de slachtoffers gaat door, en het werkelijke dodental ligt waarschijnlijk veel hoger.

Doodstraf

Meer dan twee maanden geleden begon de populaire opstand in Iran. Door de systematische straffeloosheid kunnen Iraanse autoriteiten niet alleen doorgaan met het onwettige gebruik van dodelijk geweld, maar ook de doodstraf inzetten als middel om mensen te intimideren en politiek te onderdrukken. Sinds het einde van oktober leggen de autoriteiten de doodstraf op in oneerlijke rechtszaken geleid door de Revolutionaire Rechtbanken. Ten minste 21 mensen werden aangeklaagd in verband met de protesten en autoriteiten roepen om snelle rechtszaken en publieke executies.

In een poging om internationale steun voor de Speciale Sessie van de VN en het instellen van onderzoeksprocedures af te zwakken, hebben de Iraanse autoriteiten valselijk beweerd dat ze hun hardhandige optreden verminderen en een onderzoek gaan instellen.

Het onwettig doden gaat door

Sinds 15 november zetten de Iraanse veiligheidstroepen nog steeds veel geweld in – ook dodelijk geweld – tegen demonstranten. Hierbij kwamen ten minste 60 mensen om in de provincies Bushehr, Oost-Azerbaidzjan, Isfahan, Fars, Gilan, Hormozgan, Kermanshah, Khuzestan, Koerdistan en West-Azerbaidzjan. Demonstranten, omstanders en rouwenden op begrafenissen van demonstranten werden gedood.

Op 20 november schoten de veiligheidsdiensten ten minste twee kinderen dood. Ze waren beide 16 jaar: Baha’edin Veisi in Javunrud, in de provincie Kermanshah, en Karvan Ghadir Shakri in Piranshahr, in de provincie West-Azerbaidzjan.

Op 16 november doodden de veiligheidstroepen ten minste drie kinderen. Ze schoten de 10-jarige Kian Pirfalak en de 14-jarige Artin Rahmani dood in Izeh, in de provincie Khuzestan, en de 17-jarige Danial Pabandi werd gedood tijdens een protest in Saqqez, in de provincie Koerdistan.

De vorige week was het drie jaar geleden dat de veiligheidstroepen honderden mannen, vrouwen en kinderen doden tijdens de landelijke protesten van november 2019. Demonstraties die werden gehouden om dit te herdenken werden met geweld neergeslagen. En er vielen doden.

‘Deze week, terwijl de lidstaten van de VN-Mensenrechtenraad zich voorbereiden voor de Speciale Sessie op donderdag, blijven de Iraanse veiligheidstroepen kogels afvuren op mannen, vrouwen en kinderen, terwijl er blokkades zijn van het internet en mobiele telefonie om hun misdrijven te verbergen voor de wereld. Dit patroon van het doden van honderden demonstranten doet denken aan het neerslaan van de protesten in november 2019, en laat zien hoe het falen van de internationale gemeenschap om toen adequaat in te grijpen het bloedbad van vandaag mogelijk maakt. Het is de hoogste tijd dat de lidstaten van de VN-Mensenrechtenraad in actie komen om deze cyclus van geweld te doorbreken’, zegt Agnès Callamard.

Meer over dit onderwerp