Martelingen Iran

Iran: marteling van gevangenen na neerslaan protesten in november 2019

In Iran zijn de politie, leden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en gevangenispersoneel samen met openbaar aanklagers en rechters verantwoordelijk voor een scala aan mensenrechtenschendingen. Ze hebben zich schuldig gemaakt aan onder meer willekeurige detentie, gedwongen verdwijningen, marteling en mishandeling van mensen die gevangengenomen zijn tijdens de landelijke protesten in november 2019.

In het rapport Trampling Humanity: Mass arrests, disappearances and torture since Iran’s 2019 November protests zijn de schrijnende getuigenissen vastgelegd van tientallen demonstranten, omstanders en anderen die op gewelddadige wijze werden gearresteerd of gedwongen verdwenen. Tijdens hun ondervraging mochten ze zich niet laten bijstaan door een advocaat. Ook werden de arrestanten herhaaldelijk gemarteld om hen tot een ‘bekentenis’ te dwingen. Binnen enkele dagen werden in november 2019 7.000 mensen gearresteerd, onder wie vrouwen en kinderen.

Willekeurige arrestaties

Onder de slachtoffers van marteling waren kinderen van 10 jaar. Demonstranten en omstanders die zich lieten behandelen vanwege schotwonden, werden in het ziekenhuis gearresteerd. Ook mensenrechtenactivisten, journalisten en mensen die de begrafenis van gedode demonstranten bijwoonden, werden slachtoffer.

Doodvonnis

Honderden mensen zijn na een oneerlijk proces en op basis van door marteling verkregen ‘bewijs’ veroordeeld tot zweepslagen. Ook werden gevangenisstraffen variërend van 1 maand tot 10 jaar opgelegd vanwege vage of valse aanklachten, die allemaal te maken hebben met de nationale veiligheid, zoals ‘bijeenkomen en samenspannen om misdrijven tegen de nationale veiligheid te begaan’, het ‘verspreiden van propaganda tegen het systeem’, het ‘verstoren van de openbare orde’ of het ‘beledigen van de opperste leider’.

Ten minste drie mensen, Amirhossein Moradi, Mohammed Rajabi en Saeed Tamjidi, zijn ter dood veroordeeld vanwege ‘vijandschap tegen God’ (moharebeh). Hossein Reyhani is nog in afwachting van zijn proces en kan ook de doodstraf krijgen.

Marteling

Amnesty’s onderzoek toont aan dat de politie, leden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en gevangenispersoneel zich op grote schaal schuldig hebben gemaakt aan mishandeling en marteling.

‘Marteling werd gebruikt om gevangenen te straffen, te intimideren en te vernederen. Het werd ook gebruikt om ‘bekentenissen’ af te dwingen over betrokkenheid bij protesten of om de vermeende samenwerking met oppositiegroepen, mensenrechtenactivisten, buitenlandse media of buitenlandse regeringen aan te tonen,’ zegt Diana Eltahawy van Amnesty International.

Uit Amnesty’s onderzoek blijkt dat slachtoffers werden geblinddoekt, zweepslagen kregen, geslagen werden met tuinslangen, stokken en kabels en bewerkt werden met messen. Daarnaast werden ze gedwongen om langdurig in zeer pijnlijke posities te staan. Ook kregen ze onvoldoende eten en drinken en werden ze weken- en soms maandenlang in eenzame opsluiting geplaatst. Mensen die tijdens de demonstraties of als gevolg van de martelingen gewond raakten, kregen geen medische zorg.

Anderen vormen van marteling waren het uitkleden van gevangenen en hen nat spuiten met koud water, blootstelling aan extreme temperaturen of extreem veel licht en geluid, uittrekken van vinger- en teennagels, bespuiten met pepperspray, het toedienen van chemische middelen en elektroschokken, waterboarding (waarbij het slachtoffer het gevoel te verdrinken) en schijnexecuties.

Seksueel geweld

Ook ontving Amnesty informatie dat ondervragers en gevangenispersoneel seksueel geweld gebruikten tegen mannelijke gevangenen. Zij werden gedwongen zich uit te kleden waarna ze peperspray in hun genitaliën kregen en elektroschokken op hun tesitikels.

Een man die elektroschokken kreeg, vertelde: ‘De elektroschokken waren het ergst van alle martelingen. Het voelde alsof er miljoenen naalden in mijn lichaam werden gestoken. Als ik hun vragen weigerde te beantwoorden, ging het voltage omhoog en gaven ze mij sterkere schokken. Ik schudde helemaal en ik kreeg een sterk brandend gevoel in mij hele lichaam… Het martelen heeft een blijvend effect gehad op mijn fysieke en mentale gezondheid. Tot op de dag van vandaag kan ik niet slapen’.

Gedwongen verdwijningen

Amnesty’s onderzoek laat zien dat veel gevangenen te maken kregen met gedwongen verdwijningen. Weken en soms maanden werden zij gevangengehouden op onbekende plaatsen, die in handen waren van de veiligheidsdiensten of van de Revolutionaire Garde. Andere gevangenen werden vastgehouden in overbevolkte gevangenissen, politiebureaus, militaire barakken, sportfaciliteiten en scholen.

Familieleden van gevangenen vertelden dat zij in ziekenhuizen, mortuaria, politiebureaus, kantoren van openbare aanklagers, rechtbanken en gevangenissen naar hun geliefden zochten, maar dat de autoriteiten weigerden om informatie te geven. Ze dreigden familieleden te arresteren als die informatie bleven zoeken of als zij in het openbaar spraken over de verdwenenen. Een een geval arresteerden de autoriteiten een familielid van twee mensen die verdwenen zijn omdat ze informatie wilden over hun lot en verblijfplaats.

Amnesty beschikt over informatie van drie gevallen van gedwongen verdwijning, waarbij de autoriteiten nog steeds de verblijfplaats voor de familie verborgen houden. Onder hen zijn de broers Mehdi en Mostafa Roodbarian uit Mashahr, provincie Khuzestan.

Wat wil Amnesty?

Amnesty dringt er bij de VN-Mensenrechtenraad en bij het kantoor van de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten op aan om de voortdurende, systematische straffeloosheid voor de grootschalige mensenrechtenschendingen in Iran aan te pakken. Dit kan door een door de VN geleid onderzoek om Iran verantwoording te laten af leggen en om herhaling te voorkomen.

Daarnaast wil Amnesty dat de lidstaten van de VN er bij de Iraanse autoriteiten met kracht op aandringen om iedereen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten die alleen maar gevangenzit vanwege het uiten van zijn mening of vanwege vreedzaam demonstreren. Alle veroordelingen na oneerlijke processen, ook die gebaseerd zijn op mishandeling en marteling, moeten nietig verklaard worden. Zij die verantwoordelijk zijn voor dit soort processen moeten daar rekenschap voor afleggen.

Methodologie

Amnesty sprak met 60 mensen die willekeurig gearresteerd werden, gedwongen verdwenen of mishandeld en gemarteld werden of hun familie of bekenden. Daarnaast sprak Amnesty met twee demonstranten die zich verborgen houden en met veertien andere goed geïnformeerde mensen. Daarnaast beschikt Amnesty over geschreven informatie van enkele honderden mensen binnen Iran en analyseerde zij videomateriaal, verklaringen van de autoriteiten en rechtbankdocumenten.

Amnesty heeft de namen en gegevens van ruim 500 demonstranten en anderen, onder wie journalisten en mensenrechtenactivisten, die vervolgd zijn in verband met de protesten.

Lees het rapport Trampling Humanity: Mass arrests, disappearances and torture since Iran’s 2019 November protests

 

Meer over dit onderwerp