Internationaal Blafhof
Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft al vijf jaar twee arrestatiebevelen uitstaan tegen de Sudanese president Omar al-Bashir, maar wie pakt hem op? Zuid-Afrika liet hem vliegen.
Door: Lars van Troost, medewerker Bureau Strategische Verkenningen, Amnesty Nederland
Omar al-Bashir is een grote jongen. Als je meer dan vijfentwintig jaar lang een land regeert terwijl in die tijd honderdduizenden onschuldige landgenoten de dood vinden door wapengeweld van overheidszijde, meer dan twee miljoen mensen voor jou op de vlucht slaan en jouw ambtenaren in een publiek-private samenwerking met wat vrije jongens deskundigheid ontwikkelen in het affikken van dorpen, dan ben je iemand. Dat is wel even wat anders dan een verdwaalde kogel in een Amsterdamse tram.
En zoals dat gaat met grote jongens, Al-Bashir krijgt het respect dat hem toekomt. Terwijl hij het onderwerp van arrestatiebevelen is uit 2009 wegens oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid en uit 2010 wegens genocide, bezocht de president de afgelopen jaren onder andere de DRC, Malawi en Tsjaad. Als lidstaten bij het Internationaal Strafhof waren zij verplicht de president te arresteren en over te dragen aan het Hof, maar zij bleven in gebreke.
Al-Bashir bezocht in deze tijd ook nog China, Egypte, Koeweit, Saudi-Arabië en Qatar. Met name die laatste twee zijn volgens <a href=”http://bashirwatch.org/” target=”_blank”>BashirWatch</a> een favoriete bestemming van de president. Saudi-Arabië lijkt hem maar één keer toegang geweigerd te hebben. Hij was toen op doorreis naar de inhuldiging van de nieuwe Iraanse president. Wat de Saudische leiders betreft mag je blijkbaar best af en toe wat dorpen blakeren, maar een beleefdheidsbezoekje afleggen in Teheran is natuurlijk een affront in Riyad. Ook een grote jongen moet een beetje redelijk blijven.
Deze staten hadden, onder verwijzing naar een resolutie van de Veiligheidsraad uit 2005, de president kunnen arresteren en overdragen aan het Hof. Dat zou wel zo netjes zijn geweest. Zij waren daartoe als niet-partijen bij het Strafhof niet verplicht op grond van het Statuut van Rome, de juridische grondslag van het Haagse hof. Zuid-Afrika verkeerde als verdragspartij in een andere situatie, maar de regering liet president Al-Bashir toch ongehinderd naar huis vertrekken en negeerde daarmee ook nog een bevel van de Zuid-Afrikaanse rechter.
Het Internationaal Strafhof wordt van allerlei kanten van alles verweten. Van racisme tot incompetentie, van neokolonialisme tot geldverspilling. Er zal ook veel zijn dat beter kan in Den Haag. Maar het grootste probleem lijkt mij toch wel dat staten niet de medewerking verlenen waartoe zij zich jaren geleden vrijwillig hebben verplicht zonder van die nalatigheid vervolgens enige hinder te ondervinden.
De rolverdeling waarvoor bij de oprichting van het Hof door 139 staten werd gekozen is duidelijk: als het Hof blaft, moeten de lidstaten bijten. Als de 123 lidstaten (en in dit geval ook de VN-Veiligheidsraad) dat niet doen, dan is het zinloos het Strafhof te verwijten slechts een tandeloos blafhof te zijn.
Wie aan deze gênante vertoning iets wil veranderen moet zijn pijlen op de lidstaten van het Hof en op de VN-Veiligheidsraad richten, dit keer niet op de rechters of de aanklager in Den Haag. Als die lidstaten het er nu verder bij laten zitten en Zuid-Afrika zonder diplomatieke, politieke of economische gevolgen met deze opzettelijke miskleun laten wegkomen, dan kunnen zij voor de komende tien jaar alle ‘nooit weer’-, ‘nie wieder’-, ‘never again’- en ‘nunca más’-retoriek maar beter uit hun diplomatieke vocabulaire schrappen. Sommige zaken zijn namelijk zo lachwekkend dat het geen humor meer is. Wat wel van veel humor getuigt: het ANC heeft laten weten voorstander te zijn van een eerlijk en onafhankelijk strafhof.